CBS

Economische groei ook in tweede kwartaal laag

In het tweede kwartaal van 2001 is de economie met 1,5% gegroeid ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De directe effecten van de MKZ-crisis hebben de economische groei met 0,3%-punt geremd. De groei in het tweede kwartaal is vrijwel gelijk aan die in het eerste kwartaal van dit jaar. Voor het eerste halfjaar komt het groeicijfer eveneens uit op 1,5%. Dit is minder dan de helft van de gemiddelde stijging van vorig jaar (3,5%). Voor het eerst sinds het vierde kwartaal van 1999 is de prijsstijging van het bruto binnenlands product (BBP) niet verder opgelopen. Dit blijkt uit de eerste ramingen van de Kwartaalrekeningen van het CBS.

Kwartaal-op-kwartaalgroei licht positief
In het tweede kwartaal van 2001 is de economie 0,4% gegroeid ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Hierbij is gecorrigeerd voor kalendereffecten en seizoeninvloeden. In het eerste kwartaal was nog sprake van een lichte daling (-0,2%). Dat kwam deels doordat het BBP-niveau in het vierde kwartaal van 2000 door incidentele factoren extra hoog was.

MKZ remt groei
De groei in het tweede kwartaal is geremd door de gevolgen van de MKZ-crisis. Deze veeziekte brak in Nederland op 21 maart uit. Op 26 juni werden de laatste beperkende maatregelen opgeheven. Aan de productiekant van de economie heeft de epidemie vooral gevolgen voor de landbouw en de slachterijen. Deze directe effecten worden geraamd op ongeveer 0,3%-punt van de groei van het BBP. Daarnaast is de productie van onder andere de veevoederindustrie, de transportbedrijven en de destructiebedrijven beïnvloed. Dergelijke indirecte effecten zijn moeilijk te kwantificeren. Aan de bestedingenkant van de economie is vooral de groei van de uitvoer en de consumptie door de MKZ-crisis geremd. De invoer is daarentegen enigszins positief beïnvloed, door de gestegen vraag naar buitenlands vlees.

Investeringsgroei gestagneerd
De investeringen in machines, gebouwen en andere vaste activa komen in het tweede kwartaal 2,5% lager uit dan vorig jaar. Dit komt onder andere doordat er dit kwartaal in 2001 geen grote, incidentele projecten in gebruik zijn genomen, zoals energiecentrales of grote installaties. In 2000 was dat wel het geval. Wanneer deze projecten buiten beschouwing worden gelaten, is de investeringsgroei in het tweede kwartaal ongeveer nul. De invloed hiervan op de economie als geheel is echter beperkt.

Uitvoergroei verder teruggelopen
De volumegroei van de uitvoer loopt voor het derde opeenvolgende kwartaal terug. Daarmee wordt ook Nederland geconfronteerd met de internationale economische tegenwind. De toename van de consumptieve bestedingen is opnieuw laag in vergelijking met de afgelopen jaren. De consumptiegroei is echter niet lager uitgekomen dan in het voorgaande kwartaal. Bij de bestedingen aan duurzame goederen tekent zich een licht herstel af. Het groeitempo van de consumptie van diensten loopt verder terug. In het kielzog van de lagere groei van de bestedingen is ook de invoerstijging teruggelopen.

Lagere groei vooral bij commerciële dienstverleners Aan de productiekant van de economie valt de groei van de toegevoegde waarde vooral bij de commerciële dienstverleners opnieuw terug. De afgelopen jaren werden juist in deze bedrijfstak hoge groeicijfers genoteerd. Omdat in deze bedrijfstak bijna de helft van het BBP tot stand komt, werkt dit sterk door in de groeicijfers voor de economie als geheel. Bij de goederenproducenten is de productie nauwelijks gegroeid in vergelijking met een jaar eerder. Dat was ook in het eerste kwartaal al het geval. In de landbouw en de bouwnijverheid krimpt de productie opnieuw. De industriële en energieproducenten kennen een lage groei. De niet-commerciële dienstverlening is de enige bedrijfstak waarvan de groeicijfers vrijwel gelijk zijn aan die van de afgelopen jaren.

Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product, het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde'). In dit persbericht is de eerste raming van de economische groei in het tweede kwartaal van 2001 gepubliceerd. Deze 'flash-raming' heeft een voorlopig karakter: de cijfers kunnen nog worden aangepast op basis van statistische informatie die de komende tijd beschikbaar komt. Met ingang van dit jaar komt deze raming eerder beschikbaar, op grond van

Europese afspraken. Daardoor kunnen de gebruikelijke marges vanwege onvolledige informatie groter zijn dan voorheen. Op 18 oktober aanstaande worden nieuwe cijfers over het tweede kwartaal gepubliceerd, waarbij bovendien meer detailgegevens beschikbaar komen. Op dat moment zijn de kwartaalcijfers tevens aangepast aan de jaarcijfers van de Nationale rekeningen 2000. De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur 2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste verschillen zijn de volgende: Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en minder vergelijkbaar tussen landen. Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt beschreven in de persberichten. Om een indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de rechterkolom van tabel 1).