DTe
Beleidsregels van de directeur DTe terzake de uitvoering van het
opleggen van een last onder dwangsom
Beleidsregels van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht
Energie met betrekking tot de bevoegdheid inzake het opleggen van een
last onder dwangsom bedoeld in artikel 5a Elektriciteitswet 1998 en
artikel 60a Gaswet
16 augustus 2001 / nr. 01043007
Besluit:
Artikel 1
In geval van overtreding van het gestelde bij of krachtens de
artikelen 5, zesde lid, 36 of 37 Elektriciteitswet 1998 en in geval
van overtreding van het gestelde bij of krachtens de artikelen 11, 13,
derde lid, 18, eerste lid en 40, derde lid, Gaswet, zal de directeur
van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe)
bij gebruik van de bevoegdheid een last onder dwangsom op te leggen de
navolgende voorbereidingsprocedure volgen.
Artikel 2
1. Indien de directeur DTe een redelijk vermoeden heeft dat
overtreding van een in artikel 1 van deze Beleidsregels genoemd
artikel heeft plaatsgevonden en dat daarvoor een last onder dwangsom
dient te worden opgelegd, doet hij een rapport opmaken.
2. In het rapport worden in ieder geval vermeld:
a. de feiten en omstandigheden op grond waarvan is vastgesteld dat een
overtreding is begaan;
b. waar en wanneer de onder a. bedoelde feiten en omstandigheden zich
hebben voorgedaan;
c. de onderneming die de overtreding heeft begaan;
d. de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de overtreding kan
worden toegekend;
e. het overtreden wettelijk voorschrift;
f. de inhoud van de last onder dwangsom die de directeur DTe overweegt
op te leggen.
3. Een afschrift van het rapport wordt toegezonden aan de in het
tweede lid, onder c, bedoelde onderneming.
Artikel 3
1. In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht
worden de belanghebbenden schriftelijk opgeroepen om naar keuze
schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren te brengen omtrent
het in artikel 2, eerste lid, van deze Beleidsregels bedoelde rapport.
2. Het rapport en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken
worden gedurende een periode van ten minste vier weken voor
belanghebbenden ter inzage gelegd. Bij de in het eerste lid van dit
artikel bedoelde oproeping wordt vermeld waar en wanneer de stukken
ter inzage zullen liggen.
3. De artikelen 3:11, tweede en derde lid, en 3:13, derde lid, van de
Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
Artikel 4
Indien naar het oordeel van de directeur DTe aannemelijk is dat een in
artikel 1 van deze Beleidsregels genoemd artikel is overtreden en
onverwijlde spoed, gelet op de belangen van de door de overtreding
getroffen ondernemingen dat vereist, kan worden afgeweken van de
procedure opgenomen in artikel 3, tweede lid, van deze Beleidsregels
teneinde de voorbereidingsprocedure voor het opleggen van een last
onder dwangsom te verkorten.
Artikel 5
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na
de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Artikel 6
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels van de
directeur DTe terzake de uitvoering van het opleggen van een last
onder dwangsom.
Deze beleidsregels zullen in de Staatscourant worden geplaatst.
Datum, 16 augustus 2001
W.g.
drs. J.J. de Jong
directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.