Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Dossier MKZ

Wijziging regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 dd. 19-08-2001

19 augustus 2001

Toelichting

1. Inleiding
Met de onderhavige regeling wordt het verzamelen van schapen geiten voor de slacht weer toegestaan. Voorts wordt een aantal aanpassingen van meer ongeschikte aard gepleegd ten aanzien van de regels die gelden voor het verzamelen van runderen (zie de artikelsgewijze toelichting)
2. Verzamelen schapen en geiten voor de slacht Overeenkomstig mijn brief aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kenmerk VVM/01.2246 van 25 juni 2001, wordt met de onderhavige regeling het verzamelen van schapen en geiten ten behoeve van de slacht weer toegestaan. In voornoemde brief sprak ik de verwachting uit dat nog dit jaar de identificatie en registratie (I&R) van schapen en geiten zodanig zou zijn verbeterd dat het verzamelen voor de slacht weer zou kunnen worden toegestaan. De hier bedoelde verbetering van de I&R heeft inmiddels zijn beslag gekregen door wijziging op 13 augustus 2001 van een tweetal verordeningen van het Productschap Vee en Vlees, te weten het Merkenbesluit identificatie en registratie schapen en geiten (veehouderij) 1998 en het Besluit vaststelling model vervoersdocument identificatie en registratie schapen en geiten. De wijzigingsverordeningen, die op 18 augustus 2001 in werking treden, houden samengevat in dat het zogenaamde oormerk van schapen en geiten in alle gevallen is voorzien van een UBN-nummer met volgnummer en dat het vervoersdocument dat betrekking heeft op het vervoer van het veehouderijbedrijf naar het schapen- of geitenverzamelcentrum, de nummers van de vervoerde dieren bevat.
De regels ten aanzien van het verzamelen van schapen en geiten worden thans overgeheveld van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten naar de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 (hierna: Regeling bijeenbrengen). In artikel 9k van de Regeling bijeenbrengen wordt thans bepaald dat het verboden is schapen en geiten afkomstig van verschillende plaatsen op een plaats voor een kortere periode dan 30 dagen bijeen te brengen. Uitzondering op dit verbod wordt gemaakt voor het reeds eerder toegestane bijladen van schapen en geiten op een vervoermiddel (artikel 9k, derde lid). Nieuw is de eerder bedoelde mogelijkheid om schapen of geiten bijeen te brengen op een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum (artikel 9k, tweede lid). Een schapenverzamelcentrum onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum (hierna: verzamelcentrum) dient op grond van artikel 9l van de Regeling bijeenbrengen te zijn erkend door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De erkenningvoorwaarden, opgenomen in artikel 9m, komen overeen met de eisen die gesteld worden aan runderverzamelcentra. De eisen die in artikel 9m, onderdelen f, r, s en t zijn genoemd treden in werking op 1 november 2001. Dit is - zoals aangekondigd - hetzelfde moment waarop deze eisen ook voor runderverzamelcentra in werking zullen treden.
In artikel 9m zijn de regels opgenomen waar met betrekking tot het verzamelcentrum voorts aan worden voldaan. De eisen komen grosso modo overeen met de regels die gelden voor runderverzamelcentra. Een van de runderverzamelcentra afwijkende eis is dat de schapen en geiten bij binnenkomst moeten worden voorzien van een zogenaamd (slacht-)merk (artikel 9n, onderdeel e).
Artikel 9o bepaalt vervolgens dat van een verzamelcentrum schapen en geiten uitsluitend mogen worden afgevoerd naar een slachthuis. Het verzamelcentrum draagt er voor zorg dat de vervoerseenheden waarin de dieren worden vervoerd, worden verzegeld. Een vervoerseenheid wordt op ten hoogste één slachthuis gelost; een vervoermiddel bestaande uit meerdere vervoerseenheden kan op verschillende slachterijen worden gelost.
3. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 , onderdeel B
Deze tekstuele wijziging beoogt te verduidelijken dat de inrichtingen van een runderverzamelcentrum gebruikt mogen worden voor het verzamelen van varkens, schapen en geiten, zij het niet gelijktijdig met het verzamelen van runderen, en mits de verzamelplaats voor de desbetreffende diercategorie is erkend. Artikel I, onderdelen C en D
Reeds was verboden dat slachtrunderen en fokrunderen van een runderverzamelcentrum worden afgevoerd naar een veehouderijbedrijf of naar een ander runderverzamelcentrum. Die verboden zijn gericht tot het runderverzamelcentrum waarvan de dieren worden afgevoerd. Met de onderhavige aanpassing wordt een verbod tot de veehouderijbedrijven en runderverzamelcentra gericht om deze fok- en slachtrunderen aan te voeren van een runderverzamelcentrum. Ten aanzien van schapen en geiten voorziet artikel 9o, derde lid, van de Regeling bijeenbrengen in een vergelijkbaar verbod. Artikel I, onderdeel F, artikel II, onderdeel C Op grond van de Regeling bijeenbrengen en de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten dienen zogenaamde starterbedrijven, opfokbedrijven en melkveehouderijen zich onder omstandigheden te registreren bij de RVV. Thans wordt bepaald dat de Minister van landbouw, Natuurbeheer en Visserij de registratie kan doorhalen indien een bedrijf zich niet aan de uit de regeling voortvloeiende verplichtingen houdt. Deze bevoegdheid tot het doorhalen van de registratie laat uiteraard onverlet dat het niet naleven van verplichtingen - afgezien van de vraag of een registratie is doorgehaald - zowel bestuurs- als strafrechtelijk kan worden gehandhaafd.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op artikel 11 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121);

Gelet op de artikelen 18, eerste en tweede lid, en 30, eerste en vierde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:
e. eerste verzameling: eerste aanvoer van varkens, runderen, schapen, of geiten, op onderscheidenlijk een varkensverzamelcentrum, een runderverzamelcentrum, een schapenverzamelcentrum, of een geitenverzamelcentrum, nadat dit is ontvolkt, gereinigd en ontsmet dan wel, indien op een runderverzamelcentrum met meerdere epidemiologische bedrijfseenheden fokrunderen worden aangevoerd, eerste aanvoer van fokrunderen op een epidemiologische bedrijfseenheid nadat deze is ontvolkt, gereinigd en ontsmet; 2. Onderdeel i komt te luiden:
i. aanbieder: exploitant, eigenaar of diens vertegenwoordiger van onderscheidenlijk een varkensverzamelcentrum, een runderverzamelcentrum, een schapenverzamelcentrum, of een geitenverzamelcentrum;
3. In onderdeel cc wordt '10 weken' vervangen door: 16 weken. 4. Onder vervanging van het leesteken punt aan het slot van onderdeel ee door het leesteken puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd:
ff. Minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; gg. schapenverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van schapen;
hh. geitenverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van geiten.

B

In artikel 9c, onderdeel b, wordt 'van een verzamelplaats' vervangen door: of van een andere verzamelplaats.

C

Aan artikel 9e wordt een lid toegevoegd:

3. Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, fokrunderen afkomstig van een runderverzamelcentrum te ontvangen.

D

Aan artikel 9f wordt een lid toegevoegd:

3. Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, slachtrunderen afkomstig van een runderverzamelcentrum te ontvangen.

E

Artikel 9h wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid komt de tweede volzin te vervallen. 2. In het derde lid wordt '10 weken' vervangen door '16 weken' en wordt 'artikel 2 van het' vervangen door: artikel 2 van. 3. Het vijfde lid komt te vervallen.

F

Aan artikel 9i wordt een lid toegevoegd:
3. De registratie van een starterbedrijf, bedoeld in artikel 9g, eerste lid, onderdeel d, kan door de Minister worden doorgehaald, indien het starterbedrijf niet voldoet aan artikel 9g, eerste lid, onderdeel d, of artikel 9h, tweede of derde lid.

G

Artikel 9j komt te luiden:

Artikel 9j

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

H

1. De paragrafen 4 , 5 en 6 worden vernummerd tot 5 , 6 en 7 . 2. Na paragraaf 3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4 . Verzamelen van schapen en geiten

Artikel 9k

1. Het is verboden schapen of geiten afkomstig van verschillende plaatsen op een plaats voor een kortere periode dan 30 dagen bijeen te brengen.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de schapen of geiten worden bijeengebracht op een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, dat op grond van artikel 9l door de Minister is erkend.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van schapen of geiten op een vervoermiddel, mits vervolgens lossing van het gehele vervoermiddel geschiedt op één bedrijf, waaronder mede wordt verstaan één slachthuis of één schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk één geitenverzamelcentrum.
4. Het bijeenbrengen van schapen of geiten, bedoeld in het derde lid, geschiedt aan de openbare weg, grenzend aan het bedrijf van afvoer.
5. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van schapen of geiten op een slachthuis. 6. Het is verboden schapen of geiten af te voeren van een slachthuis.

Artikel 9l

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9m.

Artikel 9m

De eisen, bedoeld in artikel 9l, zijn:

a. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen;
b. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van enige wettelijke bepaling maatregelen zijn genomen houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen; c. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee is gehuisvest, van een slachthuis, of van een andere verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere dieren dan schapen, onderscheidenlijk geiten. De gebouwen van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven. Het schapenverzamelcentrum of het geitenverzamelcentrum, is zodanig omheind dat vrije toegang tot het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, niet mogelijk is;
d. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een door de Minister goedgekeurd opleidingsplan op grond waarvan het personeel dat op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, verantwoordelijk is voor de dieren vanwege de aanbieder wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden gesteld;
e. het gehele terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, waar met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar schapen, onderscheidenlijk geiten, in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen;
f. alle materialen waarmee de schapen of geiten op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars;
g. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over laad- en losruimten waar de schapen, onderscheidenlijk de geiten, worden in- en uitgeladen. De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden; h. behoudens wanneer ten genoegen van de Rijksdienst kan worden aangetoond dat de bedrijfsvoering van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig is dat aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen, is het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen; i. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn één of meerdere stalruimten aanwezig voor het onderbrengen van de schapen, onderscheidenlijk geiten. Voorzieningen zijn in de stalruimten aanwezig voor het voeren en drenken van de schapen, onderscheidenlijk geiten; j. in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een aparte, afsluitbare stalling voor zieke of van een dierziekte verdachte schapen, onderscheidenlijk geiten, aanwezig, dan wel een stalruimte waarin een voorziening is getroffen voor de afzondering van schapen, onderscheidenlijk geiten, zodanig dat de daartoe bestemde ruimte fysiek door middel van geheel gesloten wanden gescheiden is van de overige stallingsvoorzieningen binnen de stalruimte; k. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een voor schapen, onderscheidenlijk geiten, ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar schapen, onderscheidenlijk geiten, kunnen verblijven alsmede een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt;
l. in de nabijheid van de stalruimte is een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en indien een stalruimte geheel of gedeeltelijk wordt ingestrooid, is tevens in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van het gebruikte strooisel; m. indien het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gebruikt wordt voor de export van schapen, onderscheidenlijk geiten, naar een buiten Nederland gelegen slachthuis, is op het centrum ten behoeve van de Rijksdienst een stoel, een telefoon en een afsluitbaar bureau aanwezig of een afsluitbare ruimte, ingericht met ten minste een tafel. Indien de Rijksdienst een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de Rijksdienst. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen;
n. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een geschikt opvangsysteem voor het afvalwater waarmee het afvalwater kan afvloeien of op andere wijze wordt verwijderd;
o. bij de laad- en losruimte en in de stalruimte is een voor inspectie en keuringen passende verlichting met een minimale lichtsterkte van 300 lux aanwezig;
p. de in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijde afdoende ontsmetting mogelijk is; q. er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, per blokperiode ongestoord kan verlopen;
r. de op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden;
s. het vloeroppervlak van de stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2 ,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2 ,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2 ,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden; t. op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000; u. op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:
+ ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70 ºC en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;
+ bij besproeiing onder hoge druk kan een detergens worden aangebracht die het oppervlak reinigt; + door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en + efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein als bedoeld in de onderdelen e en s, moet mogelijk zijn;
v. het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken;
w. voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux; x. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk voor vertrek van de schapen, onderscheidenlijk geiten, onder vermelding van het aantal schapen, onderscheidenlijk geiten, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar en het bestemmingsadres van de schapen, onderscheidenlijk geiten, worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle schapen, onderscheidenlijk geiten, die het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen het aantal in- en uitgeslagen dieren mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de schapen, onderscheidenlijk geiten, het serienummer van het gezondheidscertificaat. De houder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, administreert zodanig, dat de officiële dierenarts aan de hand van het register alle op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aangevoerde, aanwezige en afgeleverde schapen, onderscheidenlijk geiten, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de schapen, onderscheidenlijk geiten, werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard; y. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, de volgende gegevens worden bijgehouden:
+ type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;
+ datum en tijdstip van door de Rijksdienst uitgevoerde inspecties;
+ beschrijving van die gevallen waarin door de Rijksdienst is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, of de aanbieder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de Rijksdienst gegeven instructies, en
+ de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien.

Artikel 9n

Terzake van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, dat is erkend op grond van artikel 9l, worden door de aanbieder de volgende regels in acht genomen:

a. op het schapenverzamelcentrum zijn tegelijk met de schapen geen andere dieren aanwezig;
b. op het geitenverzamelcentrum zijn tegelijk met de geiten geen andere dieren aanwezig;
c. gedurende een blokperiode worden uitsluitend schapen, onderscheidenlijk geiten, bijeengebracht met eenzelfde gezondheidsstatus;
d. de aanbieder vergewist zich ervan dat ten aanzien van de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, de krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren gestelde regels in acht zijn genomen;
e. de aanbieder draagt er voor zorg dat de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, onmiddellijk na aanvoer op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden gemerkt met een door de Minister voor het desbetreffende schapenverzamelcentrum onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum goedgekeurd merk;
f. aan het einde van de blokperiode wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ontvolkt; g. onmiddellijk na iedere ontvolking wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gereinigd en ontsmet volgens een door de Minister goedgekeurd protocol met ontsmettingsmiddelen die voor dat doel zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De aanbieder toont ten genoegen van de Rijksdienst aan dat voldaan is aan voornoemde reiniging en ontsmetting; h. de aanbieder meldt de aanvang en het einde van elke blokperiode uiterlijk om 14.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de blokperiode aan de Rijksdienst, en
i. de in- en uitgang van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden op dagen waarop aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, heeft plaatsgevonden na beëindiging van de werkzaamheden gereinigd en ontsmet.

Artikel 9o

1. Het is verboden schapen of geiten van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, af te voeren anders dan naar een slachthuis.
2. De aanbieder draagt ervoor zorg dat iedere vervoerseenheid waarin schapen of geiten van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, worden afgevoerd wordt verzegeld met een door de Minister voor het desbetreffende schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, goedgekeurd zegel. Lossing van een vervoerseenheid geschiedt op ten hoogste één slachthuis.
3. Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, schapen of geiten, afkomstig van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, te ontvangen.

Artikel 9p

1. De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9l, met onmiddellijke ingang schorsen voor een bepaalde termijn indien naar het oordeel van de Minister niet wordt voldaan aan de eisen en regels, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o, en veterinaire belangen de schorsing rechtvaardigen. 2. De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9l, intrekken, indien:
a. naar het oordeel van de Minister blijkt dat het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o, terwijl de exploitant van de inrichting in de gelegenheid is gesteld binnen een bepaalde termijn alsnog aan de eisen te voldoen en deze termijn inmiddels is verstreken, dan wel
b. indien na afloop van de schorsing, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister blijkt dat het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, nog steeds niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o.

Artikel 9q

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

ARTIKEL II

De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten wordt gewijzigd als volgt:

A

Paragraaf 4 komt te vervallen.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

1. Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens,l schapen of geiten, afkomstig van verschillende plaatsen, voor een kortere periode dan 30 dagen bijeen te brengen op een plaats, waaronder mede wordt verstaan een vervoermiddel. 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van evenhoevigen op een slachthuis. 3. Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen, of geiten, af te voeren van een slachthuis.

C

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

1. De registratie van een opfokbedrijf, bedoeld in artikel 10, derde lid, onderdeel a, kan door de Minister worden doorgehaald, indien het opfokbedrijf niet voldoet aan artikel 10, derde lid, onderdelen b, c, d of e.
2. De registratie van een melkveehouderijbedrijf, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, kan door de Minister worden doorgehaald, indien het melkveehouderijbedrijf niet voldoet aan artikel 10, vierde lid, onderdeel a of b.

ARTIKEL III

Artikel 2 :63 van de Regeling handel levende dieren en levende producten wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt 'niet zijnde runderen en varkens' vervangen door: niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten. 2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd:
4. Een verzamelcentrum voor schapen of geiten wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan hetgeen hieromtrent in artikel 9l van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 is gesteld.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 9m, onderdelen f, r, s en t, dat op 1 november 2001 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Regeling