Ministerie van Defensie
Instelling adviescommissie positie Chef Defensiestaf
20-08-2001
Persbericht van het Ministerie van Defensie DV/PB79
De minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave, heeft besloten een onafhankelijke commissie in te stellen die als taak heeft een advies uit te brengen over de positie van de Chef Defensiestaf (CDS) binnen de Defensie-organisatie. De Commissie wordt met name geacht een advies uit te brengen over het vraagstuk van een eventueel opperbevelhebberschap. De adviescommissie is als volgt samengesteld:
De heer J. Franssen, voorzitter
Drs. H. van den Bergh, lid
Lt.gen b.d. R. Reitsma, lid
Prof.dr. R. de Wijk, lid
In het kader van het veranderingsproces bij Defensie werden reeds
maatregelen genomen om de positie van de CDS in de bevelsstructuur te
versterken. Deze versterking werd in de Defensienota-2000
onderstreept. Naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen in de
voorbereiding van de UNMEE-operatie werd in mei van dit jaar besloten
tot een verdere versterking. Het onder verantwoordelijkheid van de CDS
vallende planningsproces voor vredesoperaties werd aangescherpt.
De Chef Defensiestaf is momenteel, afgezien van zijn centrale rol in
het defensieplanningsproces, verantwoordelijk voor crisisbeheersing-,
vredes-, en humanitaire operaties. Hij stuurt deze operaties
rechtstreeks aan. Daarnaast treedt hij op als belangrijkste militaire
adviseur van de politieke leiding van het departement. De bevelhebbers
zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van beleid bij hun eigen
krijgsmachtdeel.
De maatregelen van de afgelopen jaren hebben de positie van de CDS in
aanzienlijke mate versterkt. Niettemin is er aanleiding de positie van
de CDS in de defensie-organisatie aan een grondige beschouwing te
onderwerpen. Immers ook in andere NAVO-landen is een tendens
waarneembaar die erop neerkomt dat de positie van de CDS verder
versterkt wordt, mede in het licht van toenemende internationale
militaire samenwerking. In het bijzonder valt te denken aan de
gevolgen die de versterking van het Europese veiligheids-en
defensiebeleid heeft voor nationale bevelsstructuren. In bepaalde
landen is de CDS al opperbevelhebber van de strijdkrachten. De
suggestie ook in ons land een dergelijke bevelsstructuur door te
voeren, is in de Tweede Kamer reeds geopperd.
De commissie wordt gevraagd een verkenning te plegen van de
ontwikkeling in taken en bevoegdheden van de Chef Defensiestaf.
Daarnaast zal de commissie in kaart brengen hoe in andere landen de
positie van de CDS is vormgegeven en hoe een eventueel
opperbevelhebberschap zich verhoudt tot de versterking van Europese
defensie-samenwerking en het in internationaal verband steeds vaker
joint opereren van de krijgsmachtdelen. De commissie zal ook ingaan op
de vraag hoe een zodanige verandering van de bevelsstructuur zich
verhoudt tot de Grondwet en de ministeriële verantwoordelijkheid.
Uiterlijk in maart 2002 zal het advies aan de minister van Defensie
worden uitgebracht.