CBS

Areaal aardappelen kleiner

De aardappelteelt is in 2001 flink gedaald tot ongeveer 170 duizend ha. In vergelijking met 2000 is dit een afname met 6%. Vooral de oppervlakte consumptieaardappelen is volgens voorlopige cijfers van het CBS met 10% fors gedaald. Zowel op zand- en veengrond als op kleigrond is de teelt van consumptieaardappelen flink kleiner. In totaal wordt in 2001 bijna 80 duizend ha consumptieaardappelen op de Nederlandse akkers geteeld. Het areaal pootaardappelen daalt eveneens in oppervlakte, vooral op zand- en veengrond. Bij de aardappelen voor de zetmeelindustrie zet de dalende tendens van het areaal door.

Weer veel zaai-uien
De oppervlakte zaai-uien blijft ruim 14 duizend ha groot. Sinds 1999 ligt het areaal op dit niveau. Voor het jaar 1997 schommelde het areaal rond 10 duizend ha. De oppervlakten voor de teelt van snijmaïs en suikerbieten blijven nagenoeg gelijk. De oppervlakten vlas en korrelmaïs zijn in 2001 groter dan vorig jaar.

Goede graanoogst
Door een uitbreiding van het areaal en door goede opbrengsten per ha stijgt de totale graanoogst met 5% tot 1,6 miljard kg. Volgens het CBS is het areaal graan met 3% gegroeid. Opvallend is de toename van het areaal zomergerst en de afname van het areaal wintertarwe. De geteelde oppervlakte zomergerst is met 62 duizend ha nog nooit zo groot geweest. Door deze uitbreiding van het areaal en een hogere opbrengst per ha stijgt de oogst van zomergerst van bijna 270 miljoen kg vorig jaar naar ruim 400 miljoen kg in 2001. De teelt van vlas neemt de laatste jaren langzaam toe. De oogst van vezelvlas lijkt dit jaar tegen te vallen. Er wordt een kwart minder vlasvezels van het land gehaald.

Technische toelichting
De uitkomsten zijn ontleend aan de jaarlijkse Landbouwtelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die uitgevoerd wordt in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De cijfers zijn gebaseerd op 80% van de verwerkte opgaven van bedrijven en hebben daardoor een zekere onnauwkeurigheidsmarge. De uitkomsten van de eerste oogstraming akkerbouwgewassen zijn voorts gebaseerd op schattingen van DLV.