Persbericht, 21 augustus 2001
Provincie Noord-Holland vraagt gemeenten nadere informatie over
rampenplannen
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben vandaag de resultaten
van de quick scan van de gemeentelijke rampenplannen vastgesteld.
De colleges van Burgemeester en Wethouders in Noord-Holland krijgen
voor hun gemeente de resultaten toegezonden. Hiermee is een start
gemaakt met het verscherpte toetsen van rampenplannen.
In de eerste fase van het nieuwe beleid vindt er overleg plaats
tussen Gedeputeerde Staten en de colleges van Burgemeester en
Wethouders. Startpunt voor dit overleg is de informatie uit de
quick scan. In deze quick scan zijn op grond van informatie die bij
de provincie beschikbaar is, alle gemeentelijke rampenplannen
getoetst op de volgende aspecten: de actualiteit van het plan; de
wettelijke criteria volgens de Wet rampen en zware ongevallen; de
uitwerking in deelplannen; het oefenbeleid en de regionale
afstemming. De colleges van Burgemeester en Wethouders hebben de
gelegenheid binnen een termijn van zes weken op de bevindingen van
Gedeputeerde Staten te reageren.
De quick scan is uitsluitend gebaseerd op gegevens die bij de
provincie beschikbaar zijn. Daarbij gaat het om rampenplannen die
de gemeenteraden hebben vastgesteld en overige informatie die de
colleges van Burgemeester en wethouders aan Gedeputeerde Staten en
de Commissaris van de Koningin hebben toegezonden. Dit betekent dat
gemeenten mogelijk beschikken over actuelere plannen of deze in
voorbereiding hebben. Ook zou het kunnen zijn dat aan de andere
criteria (waaronder oefenbeleid en regionale afstemming) in de
praktijk wel wordt voldaan maar dat daarover niets bekend is bij de
provincie. Omdat Gedeputeerde Staten hiervan nog geen kennis
hebben, is deze informatie niet in de quick scan meegenomen. Ter
afronding van de eerste fase zullen Gedeputeerde Staten op basis
van de reacties van de gemeentebesturen na zes weken per gemeente
een nieuw geactualiseerd overzicht maken en bezien of verdere
maatregelen nodig zijn.
Op 26 juni 2001 hebben Gedeputeerde Staten besloten tot een
wijziging in het toetsingsbeleid van de gemeentelijke rampenplannen
waarvan vervolgens melding gemaakt is gemaakt aan de colleges van
Burgemeester en Wethouders.
Het gedetailleerder toetsen van rampenplannen en het directer
aanspreken van gemeenten hoort bij de nieuwe werkwijze die de
provincie Noord-Holland hanteert. Het doel hiervan is om binnen
afzienbare termijn, waar nodig, te komen tot vaststelling van goede
en actuele rampenplannen. De beleidsombuiging vloeit voort uit het
nader bezien van de toezichtstaak na het verschijnen van het
rapport van de commissie Alders. De commissie Alders heeft in haar
eindverslag over de Café-brand in Volendam aangegeven dat de
kwaliteit van rampenplannen vaak te wensen overlaat.
Gemeenten dienen op grond van artikel 5 van de Wet rampen en zware
ongevallen het rampenplan en eventuele wijzigingen na de
vaststelling aan Gedeputeerde Staten te zenden.
Op grond van artikel 6 van die Wet kunnen Gedeputeerde Staten het
gemeentebestuur uitnodigen het rampenplan aan te passen. Voordat
Gedeputeerde Staten van hun bevoegdheid gebruik maken plegen zij
overleg met het betrokken gemeentebestuur.
De Commissaris van de Koningin heeft met het bestuur van de
Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten (VNHG) besproken op welke
wijze de rampenplannen te verbeteren. Het bestuur heeft
uitgesproken volledig met de nieuwe werkwijze van de Commissaris in
te stemmen en hierin te willen samenwerken. De quick scan dient
hierbij als hulpmiddel, om inzicht te verkrijgen in de actuele
stand van zaken.
Inlichtingen: Raymond Fillet, bureau communicatie, tel. (023) 514
44 09