Gemeente Utrecht

PERSGESPREK COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Dinsdag 21 augustus, 16.00 uur

Perskamer 1.03, Stadhuis

Geannoteerde agenda naar aanleiding van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2001.


1. Velvergunning voor 142 eiken op de Gelderlantlaan
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten 142 eiken te vellen op de Gelderlantlaan 9-10, evenwijdig aan het Amsterdam-Rijnkanaal (bij hectometerpaal 40,5 en 40,6) en aan weerszijden van de rijbaan in het talud. De bomen moeten verwijderd worden voor de aanleg van een insteekhaven bij het brandstofdepot Van der Sluijs Tankopslag voor tankschepen op het Amsterdam-Rijnkanaal Van Der Sluijs Tankopslag. De Gelderlantlaan wordt hiertoe omgelegd. De gemeente plant aan beide zijden weer nieuwe bomen. De aanleg van de haven, het vellen van de bomen en het planten van nieuwe bomen heeft voor de Gemeente Utrecht geen financiële consequenties. Zodra alle vergunningen rond zijn wordt met de uitvoering gestart.


2. Velvergunning op het kerkplein Leeuwenberghkerk, Servaasbolwerk
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten een monumentale kastanjeboom met een stamdoorsnede van 70 cm op het kerkplein Leeuwenberghkerk, Servaasbolwerk 1 te vellen. Door de boom zijn in de fundering en muren van de Leeuwenberghkerk scheuren ontstaan.


3. Verbeteren bereikbaarheid per fiets van Lage Weide
Het college van burgemeester en wethouders stemt in met het Voorlopig Ontwerp infrastructurele aanpassingen kruispunt Floraweg - Lageweidseslag ('Laaggelegenknoop') en stelt de gemeenteraad voor in te stemmen met het vrijgeven van krediet voor de planvoorbereiding 'Verbeteren fietsbereikbaarheid Lage Weide', de uitvoering van infrastructurele aanpassingen kruispunt Floraweg - Lageweidseslag ('Laaggelegen knoop') en de uitvoering van infrastructurele beheermaatregelen Lage Weide.

Het verbeteren van de (fiets)bereikbaarheid van Lage Weide is noodzakelijk om concurrerend te blijven ten opzichte van de nieuwe bedrijventerreinen in Leidsche Rijn. Om aantrekkelijk te blijven voor ondernemingen wordt geïnvesteerd in de bedrijfsomgeving en de bereikbaarheid. Het is dan ook de uitdrukkelijke wens van de ondernemers in Lage Weide dat de bereikbaarheid van de bedrijven voor werknemers, zakelijk verkeer en expeditie wordt verbeterd.

Verbeteren fietsbereikbaarheid Lage Weide

In de Fietsnota Utrecht (2000) is de fietsverbinding tussen Utrecht-Noordwest (Zuilen) en Lage Weide opgenomen als onderdeel van het zogenaamde hoofdfietsnetwerk. Gezien de huidige oriëntatie vanuit Zuilen op Lage Weide en de toekomstige ontwikkelingen hier is een dergelijke verbinding noodzakelijk. In de Fietsnota is beschreven dat deze zogenoemde route via Lage Weide voor de langere termijn op stapel staat.

Gezien de noodzaak van een goede fietsverbinding over het Amsterdam Rijnkanaal naar Lage Weide, moet de huidige verbinding via de spoorbrug verbeterd te worden. Het initiatief om de bestaande fietsverbinding over het Amsterdam Rijnkanaal te verbeteren is een zelfstandig project, wat zo goed mogelijk moet worden gekoppeld aan projecten in de omgeving, zoals de verdubbeling van het spoor Utrecht
- Amsterdam, de fietssnelweg van Dom tot Dam en het Randstadspoor.
Voorlopig wordt uitgegaan van de aanleg van een tweerichtingenfietspad vanaf de Julianaparklaan naar de zuidkant van de Demka-brug, en een vanaf de Sophialaan naar de noordzijde van de Demka-brug. Verder wordt voorzien in een aansluiting op de Muyskenweg en fietsstroken langs de Isotopenweg.

Op basis van een globale voorlopige schatting bedragen de kosten hiervan NLG 2,1 mln. Naast bereikbaarheid zijn ook verlichting, groen en sociale veiligheid van belang bij de fietsverbinding.

Infrastructurele aanpassingen kruispunt Floraweg - Lageweidseslag ('Laaggelegen knoop')

Om de bereikbaarheid van Lage Weide te verbeteren zijn aanpassingen noodzakelijk op het kruispunt Floraweg - Lageweidseslag, om te zorgen dat er minder lange rijen voor de stoplichten staan. Een voorlopig ontwerp is opgesteld en wordt in augustus/september 2001 voorgelegd voor inspraak.

Infrastructurele beheermaatregelen Lage Weide

Het betreft eenvoudige infrastructurele maatregelen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden, zoals het aanpassen van de bocht Hyperonenweg/Atoomweg en de groenstrook nabij Daimler/Chrysler.

De projecten zijn aangedragen door het ondernemerscollectief van Lage Weide.

De plannen om de bereikbaarheid van Lage Weide per fiets te verbeteren en de genoemde infrastructurele projecten te verbeteren komen voort uit projecten in het kader van Revitalisering Lage Weide. Hiervoor is toestemming verleend door het ministerie van Economische zaken, in het kader van de Stirea-regeling, die onderdeel is van het Grote Steden Beleid (GSB).Goedkeuring van de gemeenteraad is nodig voor de besteding van de cofinanciering uit de investeringsplanning. In het uitvoeringstraject kan over Europese subsidieworden beschikt. De subsidie betreft maximaal 25% van de uitvoeringskosten.

Het voorstel wordt op 6 september 2001 behandeld in de Raadscommissie Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer en Vervoer.


4. Bunker Boothstraat niet op gemeentelijke monumentenlijst
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om de plaatsing van de bunker achter de percelen aan de Boothstraat en het Janskerkhof op de gemeentelijke monumentenlijst ongedaan te maken.

Op basis van een historio-grafisch onderzoek naar alle binnen de gemeente Utrecht nog aanwezige bunkers uit de tweede wereldoorlog heeft het college vanwege de geschiedkundige waarde van de bunkers eerder besloten een groot aantal bunkers, op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Hiertoe behoorde ook het destijds door de bezetter gebouwde bunkercomplex achter de Boothstraat en het Janskerkhof.

Naar aanleiding van een tegen dat besluit gericht bezwaarschrift heeft het college een nader onderzoek naar deze locatie laten verrichten. Daarbij is gebleken, dat het grootste gedeelte van deze bunker reeds lang geleden is gesloopt en dat slechts nog een klein restant aanwezig is.

Het bunkercomplex is niet meer goed herkenbaar. Het restant heeft naar de mening van het college geen waarde om als voorbeeld te kunnen dienen van bouwwerken uit deze periode. Om die reden heeft het college besloten om de aanvankelijke plaatsing van de bunker op de lijst van gemeentelijke monumenten ongedaan te maken.


5. Bezoekerskaart opladen in de wijk
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten dat het opladen van de parkeerkaart voor bezoekers straks mogelijk moet worden in de wijken waar betaald parkeren geldt.

De bezoekerskaart is een chipkaart waarmee bewoners van wijken buiten het centrum van Utrecht tegen een gereduceerd tarief een parkeerkaartje voor hun bezoek kunnen kopen. In plaats van het normale tarief van NLG 2,00 ( EURO 0,91) per uur, kan dan voor een tarief van NLG 0,75 (EURO 0,34)per uur een kaartje worden gekocht. Hieraan is echter wel een limiet gesteld, per kwartaal kan maximaal NLG 30,00 (EURO 13, 61)op de kaart worden bijgeladen.

Een veel gehoorde klacht is dat dit bijladen momenteel alleen nog kan plaatsvinden bij de balie van het Parkeerbedrijf van de gemeente Utrecht aan de Ravellaan. Om aan deze klachten tegemoet te komen, is besloten het opladen vanaf 1 januari 2002 in de parkeerautomaat mogelijk te maken.

In de maanden oktober en november zullen hiertoe de 339 parkeerautomaten in de wijken buiten het centrum aangepast worden. De huidige bezoekerskaart moeten worden aangepast voor dit systeem. Bezitters van een bezoekerskaart krijgen hierover informatie.


6. Harmonisatie kabelpakketten
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de gemeenteraad voor te stellen in te stemmen met de harmonisering van de kabelpakketten en tarieven van Utrecht en Vleuten-de Meern. Het college vindt het onlogisch en onwenselijk, dat er binnen de gemeente verschillende pakketten met verschillende tarieven zijn. De tarieven van Utrecht en Vleuten-De Meern moeten gelijk getrokken worden zonder dat dit tot een andere opbrengt voor CASEMA leidt. Omdat het Utrechtse tarief lager was dan het Vleutense, stijgt het Utrechtse tarief en daalt het Vleutense. Gelijktrekking van het kabelpakket zou zonder harmonisatie een verhoging hebben betekend voor de inwoners van het vroegere Vleuten- de Meern met NLG 2,75.

De harmonisatie van de kabelpakketten en tarieven van Utrecht en Vleuten-de Meern betekent dat de abonnees in Vleuten-de Meern NLG 0,21 (EURO 0,10) per maand meer gaan betalen. Zij krijgen hiervoor zes extra televisiekanalen. Het tarief in Utrecht stijgt met NLG 0,40 (EURO 0,18). Dit is onder het landelijk gemiddelde.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Maatschappelijke Ontwikkeling en Volksgezondheid.


7. Vaststelling bestemmingsplan NS Overvecht en omgeving

Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de gemeenteraad voor te stellen het bestemmingsplan NS Overvecht e.o. (2e gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Overvecht) vast te stellen.

Het bestemmingsplan heeft betrekking op het gebied gelegen rond station Overvecht, aan de noordzijde van het spoor, in de wijk Overvecht Zuid. Ten zuiden van het spoor ligt de wijk Tuindorp. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van kantoren, woningen, een fietsenstalling en de aanleg van een parkeergarage. Een belangrijk uitgangspunt van de plannen is om de ruimtelijke en functionele relatie van het station en de wijk Overvecht te verbeteren. Het bestemmingsplan heeft met ingang van 15 mei 2001 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Binnen deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.


8. Versterken communicatie in de wijken
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten tien communicatiefuncties in de wijken te realiseren, via herschikkingen in de bestaande formaties en budgetten.

Bij het versterken van de wijkcommunicatie gaat het om een betere informatievoorziening van de gemeentelijke wijkbureaus naar de wijken en andersom. Dit past in het streven van het college om de relatie tussen bestuur en burger met name op wijkniveau te versterken.

Het college ziet het realiseren van de communicatiefuncties als een eerste stap om de communicatie met de burger te versterken. In het kader van de Bestuurlijke Vernieuwing en Organisatieontwikkeling zal samen met de verdere organisatieontwikkeling binnen de gemeente, bezien worden hoe de communicatie verder kan worden versterkt.

Dit najaar wordt de invulling van dit besluit in overleg met betrokken diensten en wijkbureaus vormgegeven.

De raadscommissie Algemene Zaken, Wijkgericht Werken en Financiën wordt geïnformeerd.


9. Bestemmingplan Dichterwijk-West
Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor om het bestemmingsplan Dichterswijk West vast te stellen. Het bestemmingsplan Dichterswijk West is de juridische basis voor de uitvoering van het stedenbouwkundig plan Dichterswijk dat in 1999 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van circa 950 woningen, bedrijfsruimten en maatschappelijke voorzieningen. De uitvoering vindt gefaseerd plaats.

Het ontwerp bestemmingsplan heeft vanaf 28 mei gedurende vier weken terinzage gelegen. Er zijn 7 zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben onder andere betrekking op de relatie met de activiteiten van de Jaarbeurs, het uitplaatsen van huidige gebruikers in het gebied en de mogelijkheden om in het nieuwe plangebied terug te komen. Daarnaast wordt gevraagd wat er met de woonboot aan het Merwedekanaal gaat gebeuren.

De zienswijzen zijn samengevat en van commentaar voorzien. De zienswijzen leiden niet tot aanpassing van het plan. Het college stelt voor om niet met de zienzswijzen in te stemmen.

Degene die een zienszwijze hebben ingediend krijgen de gelegenheid om de bezwaren ten overstaan van de commissie Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs mondeling toe te lichten. Na advies van de commissie zal het voorstel aan de raad worden voorgelegd. Het voorstel komt aan de orde in de commissie ROWGO


10. Sanering tekort Schooladviescentrum (SAC)
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de gemeenteraad voor te stellen om de Stichting Schooladviescentrum (het SAC) eenmalig een bedrag toe te kennen van 9 ton om het daar ontstane tekort te dekken. Het SAC begeleidt scholen, adviseert leerkrachten over de leer- en gedragsproblemen van leerlingen, geeft voorlichting over bijvoorbeeld taalbeleid, dyslexie of pesten op school en neemt tests af. Ook verzorgt het SAC bijscholing aan leerkrachten en adviseert het de scholen bij managementvraagstukken. Het merendeel van de door het SAC verleende diensten vindt plaats met overheidsgeld (rijks- en gemeentelijke subsidie). Daarnaast doet het SAC werk in opdracht van derden (marktactiviteiten).

Medio 1999 bleek bij het SAC een exploitatietekort te zijn ontstaan. Omdat scholen en politiek de dienstverlening van het SAC zeer op prijs stellen, besloot de gemeenteraad in december 1999 dat dit tekort moest worden gesaneerd. Daarbij is wel een aantal voorwaarden gesteld. Zo moest het SAC de organisatie afslanken en een meerjaren bedrijfsplan opstellen. Een door de gemeenteraad aangenomen motie stelde verder dat ongeacht de gekozen oplossing voor de financiële problemen er in de toekomst geen risico mocht ontstaan voor de gemeente met betrekking tot dat deel van het SAC dat de marktactiviteiten verricht. Doordat het SAC de marktactiviteiten heeft ondergebracht in een aparte besloten vennootschap loopt de gemeente geen financieel risico met betrekking tot het marktdeel.

Door de gekozen oplossing wordt nadrukkelijk voldaan aan de wens van de gemeenteraad dat de kwaliteit van de dienstverlening voor de scholen behouden blijft.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Ruimtelijke ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.


11. 'Leefbare mobiliteit op de Heuvelrug'
Het college heeft ingestemd met de visie 'Leefbare mobiliteit op de Heuvelrug' voor de corridor Utrecht-Amersfoort en twaalf projecten die daar uit voortvloeien. Na het horen van de raadscommissie zal een intentieverklaring worden ondertekend. De visie vloeit voort uit de 'Gebiedsgerichte aanpak A 28 Heuvelbrug', waaraan de gemeente Utrecht samen met negen regionale partners sinds vorige jaar deelneemt.

De visie 'Leefbare mobiliteit op de Heuvelrug' stelt als doel om de groei van de mobiliteit te faciliteren en de kwaliteit van het Heuvelruggebied tussen Utrecht en Amersfoort te verbeteren. Hiertoe zijn twaalf projecten benoemd. Voor de korte en middellange termijn wordt ingezet op verbetering van het openbaar vervoer en fietsvoorzieningen onder meer door gedragsbeïnvloeding en op het beter benutten van de bestaande spoor- en weginfrastructuur. Op de lange termijn kan er sprake zijn van verbreding van de infrastructuur.

De gemeente Utrecht neemt deel aan de volgende projecten:
* het verbeteren van de fietsvoorzieningen langs het spoor en de N237 (Utrechtseweg);


* de integrale planstudie A28, N 237, spoor, HOV/bus en fiets tussen Utrecht en Amersfoort;


* een verbeterde of nieuwe fietsverbinding tussen Zeist en Utrecht (De Uithof);


* een HOV-verbinding tussen Zeist en Utrecht (De Uithof);

* de integrale opgave Zeist-Noord (o.a. verkeersstructuur Zeist - De Bilt - Utrecht,

Utrechtseweg en Universiteitsweg).

De twaalf projecten worden nader uitgewerkt wat betreft de verwachte effecten, de benodigde financiën en de planning van de diverse onderdelen. In het voorjaar van 2002 zal het gemeentebestuur een definitief besluit nemen over de uitvoering van de bovengenoemde projecten.

Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders is op 6 september 2001 aan de orde in de Raadscommissie Stationsgebied, Leidsche Rijn en Verkeer en Vervoer.


12. Definitief ontwerp Groot Archeologiepark Leidsche Rijn
Het college van burgemeester en wethouders heeeft besloten het definitieve ontwerp van het Groot Archeologiepark vast te stellen. Het park is één van de openbare parken van Leidsche Rijn, gelegen in het midden van het woongebied Parkwijk. Het is een terrein van circa 9 hectare met in de bodem resten van oude nederzettingen die gelegen waren aan de noordoever van de voormalige Oude Rijn. Deze archeologie blijft door de realisering van het park bewaard voor toekomstige generaties. In het voornamelijk uit bomen en gras bestaande glooiende park kan men wandelen, zitten, sporten en spelen. Met de realisatie van een deel van het park zal deze zomer begonnen worden.

Om bomen te kunnen planten en paden en wegen te kunnen aanleggen, wordt het terrein, om de archeologie in de bodem niet te verstoren, opgehoogd. Overal waar de ophoging meer dan 1,50 meter bedraagt, kunnen bomen worden geplaatst. De ophoging levert een reliëf op van glooiende heuvels en een lager gelegen deel, waarin de atletiekbaan is gesitueerd. De terreinhoogte varieert van 2,00 tot 4,30 meter boven NAP.

De uiteinden van het park worden begrensd door de Campus van het Leidsche Rijncollege en het voorzieningencentrum Parkwijk. Vanaf de campus loopt een pad door het park richting de atletiekbaan. De atletiekbaan is, behalve voor de topsportende leerlingen van het college, toegankelijk voor omwonenden en belangstellenden, wanneer de beheerder aanwezig is. Aansluitend aan het voorzieningencentrum ligt een groot openbaar plein. Op dit plein komen verschillende fitnesstoestellen en een basketbalpaal. Bijzondere inrichtingselementen in het park zijn verder de houten uitkijktoren, een dug-out in de buurt van twee trapveldjes en de houten vlonder ten noorden van de atletiekbaan, die dient als rustplek of als openbare tribune. Deze is gemakkelijk vanuit de noordelijke woonwijken te bereiken via smalle loopbruggetjes.

De dwarsverbinding tussen de twee aanliggende woonwijken wordt door enkele wandelpaden gevormd. In het park ligt het tracé van de HOV-baan met ernaast een vrijliggend fietspad.


13. Uitbreiding kinderopvang in uitvoering
Burgemeester en wethouders stemmen in met het voorstel om ruim 5,5 mln NLG (ruim 2,5 mln Euro) aan te besteden voor de uitbreiding van opvang voor kinderen tussen 0 en 12 jaar binnen de gemeente. In totaal gaat het om een uitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen met 745,7 plaatsen. De afgelopen maanden zijn offerte-aanvragen gedaan om organisaties te selecteren. Hieruit zijn verschillende organisaties geselecteerd die de uitbreiding van kinderopvang zullen gaan realiseren. Dit is een gevolg van het uitvoeren van de beleidsnotitie kinderopvang 2000-2003 die november vorig jaar door de gemeenteraad is goedgekeurd.


14 . Aanpak discriminatie in de horeca

Naar aanleiding van twee incidenten waarbij een persoon van Turkse afkomst is geweigerd in twee dansgelegenheden, heeft het college ingestemd met een plan van aanpak van discriminatie in de horeca. Het college neemt het standpunt in dat discriminatie een verwerpelijke zaak is en dat het verschijnsel actie vergt van de overheid, maar ook van ondernemers, bewoners en bezoekers van de stad.

In de notitie 'Aanpak discriminatie in horeca' wordt een aanzet gegeven hoe het gemeentebestuur kan bijdragen aan het voorkomen en tegengaan van discriminatie in de horeca. De notitie geeft onder meer een overzicht van de juridische aspecten van discriminatie. Vervolgens komen bestuursrechtelijke maatregelen aan bod. De bestuursrechtelijke mogelijkheden om discriminatie in de horeca te bestraffen zijn echter beperkt. Een bestuurlijk lik-op-stukbeleid is niet mogelijk. De overheid kan een waarschuwing geven en de vergunning intrekken.

Om een beleid te ontwikkelen voor het voorkomen en tegengaan van discriminatie in de horeca zullen de volgende acties worden ondernomen:

Politie en Openbaar Ministerie blijven alert op het afhandelen van klachten.

Als er aanleiding bestaat krijgt de betrokken ondernemer een waarschuwingsbrief, waarin staat dat bestuursrechtelijke maatregelen kunnen volgen. In het ergste geval zal de vergunning van de ondernemer worden ingetrokken. Verder zal er een zogenaamd deurbeleid geformuleerd, waarin bijvoorbeeld toegangscriteria en huisregels staan.


15. Overdracht woonwagenlocaties aan de corporaties
Het college van burgemeester en wethouders stemt in met de overdracht van eigendom, beheer en onderhoud van woonwagenlocaties aan de Utrechtse woningcorporaties. Bij de overdracht zijn 28 woonwagenlocaties met 126 huurstandplaatsen en 31 huurwoonwagens betrokken. De overdracht vloeit voort uit de gewijzigde ordening van taken in de volkshuisvesting. Met de intrekking van de Woonwagenwet per 1 maart 1999 is een belangrijke stap gezet naar een verdere normalisatie van het woonwagenbeleid. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale volkshuisvestingsbeleid, ook voor inwoners die (wensen te) wonen in een woonwagen. Corporaties zijn op grond van hun verantwoordelijkheden en hun kennis omtrent het bouwen, verhuren en beheren de meest aangewezen instanties om te voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners, voor zo ver die tot hun doelgroep behoren.

Met de Utrechtse corporaties zijn de volgende afspraken gemaakt:

Beleid : het huidige beleid wordt gecontinueerd. Wijzigingen in huurbeleid, aantallen huurstandplaatsen e.d worden overeengekomen middels prestatieafspraken.

Beheer : corporaties worden eigenaar van en daarmee verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van huurstandplaatsen en huurwoonwagens.

Financiën : de exploitatie van standplaatsen en woonwagens is vanwege bijzondere risico's die met deze woonvorm samenhangen al jaren in het hele land negatief. Voorts wordt met de overdracht een professionaliseringsslag beoogd ten aanzien van onderhoud en beheer. Uitgaande van deze feiten wordt een exploitiebijdrage van NLG 7 miljoen gulden verstrekt.

Sinds 1997 heeft de gemeente het beheer en onderhoud uitbesteed aan Broekhuizen& Wit bv. De corporaties hebben de intentie om dit beheer onder nader vast te stellen voorwaarden op te dragen aan Broekhuizen&Wit bv.

De commisie Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs wordt gehoordt


16. NLG 1.750.000,- voor de herinrichting van de Mariaplaats
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de conclusies uit het nader onderzoek naar de herinrichting van de Mariaplaats vast te stellen. Dat betekent dat er nu voldoende randvoorwaarden zijn voor het college om de raad voor te stellen een krediet vrij te geven van NLG 1.750.000,- (EUR 794.115,-) voor de herinrichting van de Mariaplaats.

Vorig jaar heeft het college een aantal algemene randvoorwaarden vastgesteld voor de herinrichting. Het nader onderzoek is bedoeld om aanvullende randvoorwaarden op te stellen. Op basis hiervan zal een ontwerp voor de openbare ruimte gemaakt worden.

Het nader onderzoek leidt tot de volgende conclusies:


- Bij het opstellen van het ontwerp moet er mee worden rekening gehouden dat het aantal parkeerplaatsen voorlopig gelijk blijft aan het huidige aantal op de Mariaplaats. Onderzocht is of het mogelijk was om een deel van de Mariaplaats (het deel bij de waterpomp) versneld parkeervrij te maken. Dit stuit echter op teveel bezwaren. Op de lange termijn kan - bij voldoende alternatieven - de Mariaplaats wel parkeervrij worden.


- Bij het opstellen van het ontwerp wordt niet uitgegaan van het creëren van een voetgangersgebied in de Zadelstraat. Hiervoor bestaat te weinig draagvlak, onder andere vanwege het belang van de Zadelstraat voor het fietsnetwerk in de binnenstad.


- Bij het opstellen van het ontwerp wordt het aantal taxi-standplaatsen uitgebreid voor het gebouw van Kunsten en Wetenschappen. Hoeveel extra plaatsen er mogelijk zijn, moet in de ontwerpfase worden uitgezocht.

Na kredietvrijgave door de gemeenteraad zal het wijkbureau Binnenstad een projectleider aanstellen. Deze zal het proces leiden van het opstellen van het voorlopig ontwerp tot vaststellen van het definitief ontwerp en uitvoeren van het werk. Bij de planontwikkeling zullen de kwaliteitskring Mariaplaats en overige belanghebbenden betrokken worden. Verwacht wordt dat de uitvoering van het project in de tweede helft van 2002 zal plaatsvinden.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Veiligheid, Wijkgericht Werken en Financiën.

18. Aanpassing tarieven burgerzaken

Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de volgende tarieven aan te passen:
* Het tarief voor het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart vast te stellen op respectievelijk NLG 73,55 (EURO 33, 37) en NLG 59,20. (EURO 26,87). Tot 1 oktober bedragen de kosten voor een paspoort. NLG 85,50 (EURO 38, 80)en voor een identiteitskaart NLG 39,50 (EURO 17, 92).


* De tarieven voor de bijschrijving van kinderen in een reisdocument, gelijktijdig bij de aanvraag hiervan, vast te stellen op NLG 15,00 (EURO 6, 81) en de bijschrijving in een bestaand document op NLG 35,00 (EURO 15,88).
* Het tarief dat in rekening wordt gebracht bij de aanvraag van een rijbewijs of een identiteitskaart, als het oude document door verlies of vermissing niet kan worden overgelegd, gelijk te trekken met het tarief dat in rekening wordt gebracht bij vermissing van het paspoort.
* Het toeslagbedrag voor de spoedprocedure vast te stellen op NLG 73,55 (EURO 33, 37).

Dit alles is het gevolg van de nieuwe generatie reisdocumenten, die per 1 oktober 2001 van kracht zijn.

Ook de procedure van verstrekking van de reisdocumenten verandert: het is niet langer de gemeente die de reisdocumenten vervaardigt en afgeeft, maar dit gebeurt centraal door het Rijk.

Als gevolg hiervan zijn door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maximale tarieven vastgesteld voor het paspoort en de Europese identiteitskaart (die Nederlandse identiteitskaart gaat heten per 1 oktober).

Bij verlies of vermissing van reisdocument, rijbewijs of identiteitskaart, worden door de gemeente extra werkzaamheden verricht ter verificatie van de opgegeven reden, waarom het oude document niet kan worden overlegd. In alle situaties moeten dezelfde handelingen worden verricht. Dit is dan ook de reden dat het tarief bij verlies of vermissing van de identiteitskaart en het rijbewijs gelijk is getrokken met het tarief van de paspoorten.

Per 1 oktober 2001 krijgt verder de zogenaamde spoedprocedure vorm. Het betreft een spoedprocedure bij het verkrijgen van reisdocumenten en het laten verrichten van bijschrijvingen. Hiervoor wordt naast het gewone legesbedrag een toeslag van NLG 73,55 (EURO 33, 37) in rekening gebracht. Dit bedrag betreft uitsluitend rijkskosten.

Utrecht, 21 augustus 2001