Tariefstijging NS voorlopig niet aan de orde
In een vandaag uitgelekt rapport zegt Twynstra Gudde dat extra
tariefstijging nodig is "omdat NS niet mag opdraaien voor de behoefte
aan kwaliteitsverbetering". Maar volgens Reizigersvereniging ROVER
zijn de kwaliteitseisen al sinds jaar en dag het zelfde: de trein moet
op tijd vertrekken en op tijd aankomen, dat alles moet veilig
gebeuren, en de reizigers moeten er op kunnen rekenen dat ze zeker
buiten de spits en op lange afstanden kunnen zitten. Deze
kwaliteitseisen zijn verankerd in het basispakket, net zoals een brood
van de bakker minimaal "eetbaar" moet zijn. Het is dus niet zo dat er
meer geld nodig is voor plotseling optredende nieuwe eisen!
De NS heeft op deze basis de concessie verkregen voor het
Hoofdrailnet. Nog geen 4 jaar geleden heeft NS het overgrote deel van
het spoorwegnet opgeëist, zonder extra geld te vragen. Daarmee is het
principe van aanbesteding (de goedkoopste mag het doen) onderuit
gehaald. De reiziger mag daar, noch door slechtere dienstverlening
zoals nu het geval is, noch door veel hogere tarieven, de dupe van
worden.
NS heeft de afgelopen jaren honderden miljoenen winst gemaakt. De
prijs van het kaartje is voor NS trouwens niet de enige inkomstenbron.
Bovendien komen tarieven bij commerciële ondernemingen tot stand op
basis van marktwerking. Het marktmechanisme werkt hier echter niet
omdat de NS een monopolie heeft. Verder heeft de maatschappij er
belang bij dat een nutsvoorziening als het openbaar vervoer goed
functioneert en betaalbaar is. Dan spelen ook andere overwegingen dan
kosten een rol bij de prijsstelling, net als onderwijs en zorg.
Reizigers merken vandaag de dag aan den lijve dat het openbaar vervoer
kennelijk te veel is uitgekleed en dat evenals in het onderwijs en
bij de zorg een nieuwe kwaliteitsimpuls nodig is om deze voorziening
op een acceptabel peil overeind te houden.
23 augustus 2001