LTO Nederland

Strengere bouwnormen treffen twintig bedrijven

Graafstroom levert 'gevecht' met de molens

Donderdag 23 augustus 2001 - Bleskensgraaf - Twintig agrarische bedrijven in Graafstroom krijgen, als het aan de gemeente ligt, te maken met bouwverboden en bouwbeperkingen in zones rondom een twaalftal molens. In een recente herziening van het bestemmingsplan zijn de bouwnormen aangescherpt. De gemeente is bereid tot bepaalde vrijstellingen voor bedrijven. De WLTO en de afdelingen in de Alblasserwaard vrezen dat die toezegging in praktijk te vrijblijvend kan worden geïnterpreteerd.

In het Oudhollandse landschap van Bleskensgraaf staan al eeuwenlang molens. Ze horen er thuis en het is een prachtig gezicht, vinden ook de boeren. Maar de boeren en de WLTO zijn geschrokken van de plotselinge herziening van het ontwerp-bestemmingsplan voor twaalf molens in Bleskensgraaf, waarin de bouwnormen fors zijn aangescherpt. Het bestemmingsplan is onderdeel van de concept-nota Planbeoordeling van de provincie Zuid-Holland. Aanvankelijk leek het bestemmingsplan geen ernstige beperkingen op te leggen aan bebouwing. In de concept-nota wordt echter een strakkere lijn voor de bescherming van molens in de bestemmingsplannen voorgesteld om de vrije windvang en het zicht op de molens zoveel mogelijk te behouden en te herstellen. De gemeente Graafstroom heeft niet alleen de strengere normen overgenomen, maar heeft de zones uitgebreid van 8 naar 12 molens. Dat heeft tot gevolg dat 12 twaalf molens gelegen in het buitengebied binnen lintbebouwingen worden voorzien van een molenzone van 400 meter. Binnen deze 400 meter worden bebouwingsmogelijkheden sterk beperkt. Bedrijven langs deze zone mogen bouwen tot een hoogte van maximaal vier meter. Agrarische gebouwen als kassen en stallen komen al snel boven deze hoogte. Ook hoge beplantingen zijn niet meer mogelijk. Binnen een zone van 100 meter rond een molen mag helemaal niet meer worden gebouwd.
De WLTO vindt het onterecht dat de gemeente alle molens over een kam scheert. Sommige molens zijn al ingekapseld door lintbebouwing of hoge bomen die al veel wind afvangen, legt beleidsmedewerker Leonie Claessens van de WLTO uit. De gemeente zou veel meer moeten kijken naar de specifieke situatie rondom een molen en proberen te komen tot een meer op de agrarische bedrijfsvoering gerichte bescherming. De WLTO wil dat er meer 'maatwerk' wordt toegepast. In een gesprek met B&W bleek het college wel bereid tot een vrijstellingsmogelijkheid: rondom molens die toch al een beperkte windvang hebben en waarop het zicht niet wordt verstoord, mag wel worden gebouwd. De WLTO vindt deze toezegging echter veel te vaag. Dat kan ertoe leiden dat er onder bepaalde omstandigheden toch mag worden gebouwd. Wij vinden dat de agrariërs van te voren moeten weten waar ze aan toe zijn. De burgemeester had wel oren voor dat argument en zal de raad een besluit voorleggen waarin hij verzoekt om de randvoorwaarden voor bebouwing helder weer te geven.

Veehouder
Afdelingsvoorzitter Alblasserwaard Zuidwest (CBTB) Jan den Boer voelt zich overvallen door de herziening in het bestemmingsplan. Naar zijn mening heeft de gemeente hierover niet duidelijk gecommuniceerd naar de betrokkenen. Een van de veehouders kwam er na de uitbreiding van 8 naar 12 molens, tot zijn schrik achter dat hij toch binnen een molenzone valt. Hij is daar niet over geïnformeerd. De veehouder is een van de weinige agrariërs die bezwaar heeft aangetekend. Voor de WLTO is het lastig om nu op te komen voor meer dan twintig andere boeren en tuinders. Als een formeel bezwaar niet meer mogelijk is, haakt de WLTO aan bij de procedure van de veehouder. Volgens Den Boer heeft de gemeente formeel nog steeds de mogelijkheid om onder de strenge molenbiotoop uit te komen. De normen gelden pas voor volgend jaar. Ik vind het dan ook niet terecht daar nu al op vooruit te lopen als je weet wat de consequenties voor betrokkenen zijn.

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: westweek@wlto.nl

(Auteur: Redactie Westweek)