Ministerie van Justitie

23.08.01

Intensivering toezicht op ex-gedetineerden

Monitor biedt zicht op recidive veroordeelden

De recidive van personen die zijn veroordeeld wordt in de toekomst systematisch gevolgd. Het ministerie van Justitie ontwikkelt daarvoor een recidive-monitor waarmee de criminele carrière van grote groepen justitiabelen kan worden gevolgd. Het gaat hierbij om onder meer gedetineerden (jong en volwassen) uit justitiële inrichtingen en de TBS-instellingen, maar ook om personen die een taakstraf of een maatregel opgelegd hebben gekregen. Ook worden er gerichte recidive-onderzoeken gedaan naar verdachten van pedoseksuele delicten, cliënten van de jeugdreclassering en deelnemers aan harde kern projecten voor jeugdigen. Met de recidive-monitor is het mogelijk om beter zicht te krijgen op de effectiviteit van de verschillende sancties. Tevens wordt er de komende jaren meer geïnvesteerd in het toezicht op en de reïntegratie van ex-gedetineerden. Met deze intensivering is tot 2006 een bedrag oplopend tot in totaal 60 miljoen gemoeid. Dit schrijft minister Korthals in een brief naar de Tweede Kamer over de aanpak van de recidive en de reïntegratie van ex-gedetineerden in de samenleving.

Het vaststellen van recidive vereist een heldere definitie. Het kan immers gaan om een herhaald contact met de politie of bijvoorbeeld een nieuwe veroordeling tot een vrijheidsstraf. Daarnaast speelt de factor tijd een rol en is van belang om vast te stellen of de recidive een gelijkwaardig delict betreft. In de recidivemonitor worden al deze elementen meegewogen voor personen die zijn veroordeeld tot een sanctie. Ieder jaar worden honderden veroordeelden toegevoegd aan het bestand. Dit bestand, de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie, wordt gevoed met informatie van de Centrale Justitiële Documentatiedienst. De gegevens leveren belangrijke indicatieve informatie op over de effecten van de verschillende sancties. Het gaat hierbij om vrijheidstraffen, taakstraffen, maatregelen (zoals TBS of plaatsing in een jeugdinrichting), Halt-afdoeningen en boetes.

Om nog meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van sancties worden de resultaten ook gerelateerd aan de justitiële inrichtingen waar de gedetineerde heeft verbleven en welk resocialisatieprogramma (via de reclassering) de gedetineerde heeft gevolgd. Als uit de monitor blijkt dat een bepaald programma beduidend minder scoort in vergelijking met andere programma's, dan kan het worden gewijzigd.

Toezicht op gedetineerden

Naast de recidive-monitor wordt de reïntegratie van en toezicht op (ex)gedetineerden geïntensiveerd. Dit richt zich met name op de harde kern veelplegers en de plegers van gewelds- en zedendelicten. Onder meer naar Canadees model worden vanaf de eerste dag de aspecten van reïntegratie van de zwaardere delinquentenverwerkt in een plan van detentie tot en met reclassering. Voor de genoemde categorie gedetineerden geldt dat zo spoedig mogelijk na binnenkomst een risico- en behoefteprofiel wordt opgesteld, in samenwerking met de reclassering. Afhankelijk van dit profiel wordt er een traject opgesteld waarin duidelijk geformuleerde begin- en eindresultaten worden vastgesteld. De voortgang in dit traject wordt systematisch gemonitord. De Stichting Reclassering Nederland (SRN) heeft inmiddels een commissie ingesteld die alle bestaande programma's screent op de toepasbaarheid binnen een dergelijk traject. Ruim voor de beëindiging van de detentieperiode wordt de overdracht van de gedetineerde aan de reclassering voorbereid. Het aantal projecten waarbij het tijdens detentie gestarte arbeidstraject doorloopt wordt uitgebreid. In samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid en de SRN zal de Dienst Justitiële Inrichtingen een landelijke commissie instellen om de doorstroming van ex-gedetineerden te bevorderen. Voor de intensivering van de reïntegratie en het toezicht is tot 2006 een bedrag oplopend tot in totaal 60 miljoen gemoeid.

Het toezicht op gedetineerden na detentie wordt versterkt. In 2002 wordt een wetsvoorstel ingediend waarbij de vervroegde invrijheidstelling (na tweederde detentietijd) wordt omgezet in een invrijheidstelling onder voorwaarden. Dat houdt in dat de overheid voorwaarden kan stellen, in de vorm van nazorgprogramma's, aan de invrijheidstelling na tweederde van de detentieperiode. Niet-naleving van de voorwaarden kan leiden tot het herroepen van de invrijheidstelling. Voor TBS-gestelden bestaat reeds enkele jaren de mogelijkheid om de verpleging onder voorwaarden op te heffen. De hiervoor bepaalde periode wordt wettelijk uitgebreid van drie naar zes jaar. De reclassering houdt gedurende die periode toezicht op het naleven van de voorwaarden. Voordat aan de rechter wordt voorgelegd om de verpleging onder voorwaarden te beëindigen, wordt er advies gevraagd aan de reclassering. De reclassering kan daarbij kenbaar maken of de persoon begeleidbaar wordt geacht en wat de voorwaarden moeten zijn. Het niet naleven van de voorwaarden (behandeling psychiater, contact reclassering, geen drugs of alcohol) kan leiden tot het onmiddellijk hervatten van de verpleging in de kliniek. Tijdens de toezichtperiode rapporteert de reclassering in ieder geval eens in de drie maanden over de voortgang.

Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie, telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594

Laatst gewijzigd: 23-08-2001