Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij


BSE-geval in Ambt Delden

23 augustus 2001 - Vandaag is bij een vijfjarige koe op een bedrijf in Ambt Delden Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd. Deze besmetting is het twintigste geval in Nederland sinds 1997 en het twaalfde geval in 2001.

De koe, Daatje 70 geboren op 1 juli 1996, is op 15 augustus aangeboden voor de slacht. De daarop gedane snelle BSE-test bleek op 16 augustus positief. De melkveehouderij, waarvan de koe afkomstig is, is op 16 augustus verdacht verklaard en klinisch geïnspecteerd. Bij geen van de andere 100 runderen op het bedrijf zijn symptomen van BSE aangetroffen. Vandaag werd de uitslag van de snelle test door nader onderzoek bevestigd. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer gegeten in de eerste levensmaanden door de zieke koe. Daarnaast worden alle dieren met een verhoogd BSE-risico die inmiddels op andere bedrijven verblijven, getraceerd en geruimd.

Sinds 1 juli 2001 bestaat op grond van een EU-verordening (999/2001/EG) de mogelijkheid om in geval van BSE niet het hele bedrijf waarvan het BSE dier afkomstig was te ruimen, maar het ruimen te beperken tot dieren met een verhoogd risico op BSE. Tot deze groep dieren behoren de nakomelingen van het BSE-rund die jonger zijn dan 2 jaar, het voedercohort en het geboortecohort van het BSE-rund. De veehouder heeft de mogelijkheid om te beslissen om wél de overige runderen op zijn bedrijf te laten ruimen, als hij van mening is dat gedeeltelijke ruiming tot een onaanvaardbare beperking van zijn bedrijfsvoering zou leiden. De veehouder zal dan op de gebruikelijke manier schadeloos worden gesteld. Voor dit laatste heeft de veehouder in Ambt Delden gekozen.