Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Persbericht Ministerraad
24 augustus 2001

ONTWERP-BESLUIT KLEIDUIVENSCHIETEN

De ministerraad heeft op voorstel van minister Pronk van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het ontwerp-besluit kleiduivenschieten. Op grond van dat voorstel wordt het verboden om op kleiduiven te schieten met lood- of zinkhagelpatronen. Ook zal het gebruik van kleiduiven met een bepaalde concentratie gevaarlijke stoffen niet meer zijn toegestaan. Het verbod geldt ook voor het in bezit hebben van schietpatronen en kleiduiven. Het ontwerp- besluit geldt niet voor het traditionele schieten (de schutterijen) omdat het in dat geval gaat om het schieten op vaste doelen waarbij de kogels gemakkelijk terug te vinden zijn.

Bij kleiduivenschieten komen bodemverontreinigende stoffen als lood (per jaar circa 200 ton), PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) en metaal- en plasticresten vrij. Het lood is afkomstig van de hagelkorrels en het slaghoedje, de PAK's uit kleiduiven. De metaal- en plasticresten komen onder meer van de patroonhuls. Toegepaste alternatieven zijn: ijzer, staal, bismut, molybdeen, wolfraam en zink.
Kleiduiven bestaan meestal uit bitumen en zand, bedekt met verf. Er worden tenminste 7,5 miljoen kleiduiven per jaar gebruikt. Dit levert jaarlijks een verontreiniging op van ruim 1,1 ton PAK's. Alternatieven zijn kleiduiven van zand en klei en een niet-bitumineus bindmiddel.

Een uitzondering wordt gemaakt voor een drietal nader aan te wijzen schietbanen, waar geoefend kan worden door een beperkt aantal schutters, ter voorbereiding op internationale wedstrijden. Deze vergunning aan deze banen zal aan bepaalde eisen worden onderworpen ondermeer betreffende de jaarlijkse hoeveelheid loodpatronen.

RVD, 24.08.2001