PUBLICATIES/Pers

Persbericht 24/08/01

Uitvoeringsinstellingen werknemersverzekeringen lopen achterstanden WAO-claimbeoordeling in

Vorig jaar mei is een convenant gesloten tussen het Lisv en de uitvoeringsinstellingen werknemersverzekeringen om de achterstanden bij de aanvragen voor een WAO-uitkering weg te werken. De in het convenant afgesproken maatregelen hadden een looptijd tot 1 juli 2001. Uit informatie van het Verandermanagement UWV aan het Lisv-bestuur blijkt dat de meeste uitvoeringsinstelingen voor de werknemersverzekeringen kans zien om de keuringen voor de WAO (de zogenoemde einde-wachttijdbeoordelingen) aan het einde van het Ziektewetjaar in 90% van de gevallen op tijd te verrichten. Gak, Guo en USZO hebben de achterstanden vrijwel volledig weggewerkt, Sfb inmiddels geheel. Cadans moet nog een flinke inspanning leveren om de achterstanden op een acceptabel niveau te brengen. Voor alle uitvoeringsinstellingen samen bedraagt de achterstand per 1 juli jl. naar schatting 9000 gevallen. Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen heeft het Lisv-bestuur besloten de afgesproken datum waarop de inhuur van externe capaciteit wordt beëindigd en voldaan moet worden aan de tijdigheidseis te verlengen tot 31 december 2001.

De verbeteringen zijn het resultaat van een convenant dat in mei vorig jaar door het Lisv met de uitvoeringsinstellingen werd gesloten om de kwaliteit van de keuringen voor arbeidsongeschiktheid te verbeteren. Het convenant hield onder meer in: meer scholing en opleiding van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen en een betere administratieve ondersteuning.

Dankzij intensieve wervingsactiviteiten zijn de uvi's erin geslaagd de personeelsbezetting van de professionals te verbeteren. Sinds begin 2000 is het aantal arbeidsdeskundigen gestegen van 1037 naar 1263, en bij de verzekeringsartsen is het aantal gestegen van 731 naar 878 (cijfers mei 2001). Daarmee is de bezetting volgens de normstelling bij de arbeidsdeskundigen 100% en bij de verzekeringsartsen 93%. Overigens is een fors gedeelte van hen nog in opleiding en daardoor nog niet volledig productief, van de arbeidsdeskundigen is 32% nog in opleiding en bij de verzekeringsartsen 25%. Uit deze cijfers blijkt dat het niet is gelukt een bezetting van 120% van de norm te realiseren zoals in het convenant was afgesproken. Oorzaken hiervoor zijn de krappe arbeidsmarkt en het feit dat de inspanningen om de bezetting te verhogen worden ingehaald door het groeiend aantal WAO-aanvragen.