Arbeidsongevallencijfers: het topje van de ijsberg?!
Vandaag, 28 augustus, stelde PREVENT, het Instituut voor preventie,
bescherming en welzijn op het werk, de cijfers van de arbeidsongevallen en
beroepsziekten 1999 voor. Marc De Greef, algemeen directeur, legde er de
nadruk op dat deze cijfers slechts het topje van de ijsberg
vertegenwoordigen. En dit om meerdere redenen.
Stijging
De laatste cijfergegevens m.b.t. de arbeidsongevallen tonen een toename in
aantal. In 1999 ging het in België om 221.137 ongevallen; in 1998 waren het
er 218.916. Het gaat dus om een stijging met ruim 2.000 ongevallen. De
stijging is vooral te wijten aan een stijgend aantal ongevallen zonder
gevolg en de ongevallen op de weg naar en van het werk. Het aantal
ongevallen met blijvende ongeschiktheid en dodelijke ongevallen daalde.
De totale schadelast van de arbeidsongevallen liep voor het eerst sedert jaren terug in 1999. Gemiddeld kost een arbeidsongeval 157.760 BF.
De sectoren met het grootste aantal arbeidsongevallen blijven de metaal- en de bouwsector. Het zijn dus nog steeds de gevaarlijkste sectoren om in te werken. Een nieuwkomer in de toptien van de sectoren met de hoogste globale ernstgraad is de sector van het stadsvervoer en wegvervoer (vierde plaats). De hoge ernstcijfers voor deze sector lijken te bevestigen dat het verkeersrisico vaak ernstige ongevallen met zich meebrengt.
Relatief
De relatieve cijfers van de arbeidsongevallen (de frequentiegraden)
bevestigen de licht stijgende tendens niet. De frequentiegraad is een graad
voor het aantal ongevallen in functie van het aantal uren blootstelling aan
het risico. De beschikbare cijfers wijzen op een daling. Dit kan erop wijzen
dat de oorzaken voor de toename van het aantal arbeidsongevallen niet
gezocht moeten worden bij toename van de onveiligheid op de arbeidsplaatsen
of minder efficiënte preventiemaatregelen. Er moet eerder gezocht worden in
de richting van de heropleving van de economische activiteiten (meer
blootstelling aan het risico i.p.v. een verhoogd risico).
Beroepsziekten
Om aanspraak te maken op een vergoeding voor een beroepsziekte moet de
aandoening voorkomen op de lijst met erkende beroepsziekten (gesloten
systeem). In 1999 daalde het aantal eerste aanvragen voor schadeloosstelling
t.o.v. 1998 met 4,8% tot 5.935. Het aantal aangiften daalde met 16% tot
1.538. Dit betekent dat het aantal aanvragen ruim drie keer hoger ligt dan
het aantal aangiften. De meeste aanvragen voor schadeloosstelling werden
ingediend voor aandoeningen veroorzaakt door fysische agentia (trillingen,
lawaai). De tweede grootste groep vormt 'inademen van stoffen' (silicose,
asbestose).
In 1999 werd 13,1 miljard uitgekeerd aan slachtoffers of hun rechthebbenden.
Het grootste deel (5,8 miljard) van de vergoedingen werd uitgekeerd voor
silicose. Dit aandeel neemt jaar na jaar af.
Sinds 1990 is het ook mogelijk een vergoeding te bekomen voor aandoeningen
die niet op de lijst van erkende beroepsziekten voorkomen (open systeem). In
2000 werden 1.731 aanvragen voor schadeloosstelling voor het open systeem
ingediend, wat een stijging betekent tegenover 1999 (1.380 aanvragen). De
meeste aanvragen gebeuren voor overbelastingsletsels. Dit geeft eens temeer
aan dat de risico's die met fysieke belasting en repeterende bewegingen
gepaard gaan, aandacht vereisen.
Het topje van de ijsberg
De cijfers vormen slechts het topje van de ijsberg. Vooreerst zijn de
gepubliceerde cijfers niet representatief voor het ganse Belgische
bedrijvenlandschap. Daarnaast zijn er ook incidenten en klachten en die
krijgen geen plaats binnen de officiële cijfers. Tot slot impliceert de
vooruitgang van de economie nieuwe risico's die (nog) niet in aanmerking
komen voor een erkenning als arbeidsongeval of beroepsziekte.
Een PREVENT-dossier
Jaarlijks publiceert PREVENT een dossier met de laatste statistieken van de
arbeidsongevallen en beroepsziekten. Uitgave 2001 bevat de cijfers van 1999,
analyseert deze gegevens en vergelijkt ze met deze van de voorgaande jaren.
De belangrijkste tendensen en conclusies zijn vooraan in de samenvatting
bijeengebracht.
Met dit dossier wil PREVENT bijdragen tot de verdere uitbouw van het
preventiebeleid in België.
Voor meer informatie kan u contact opnemen met de persverantwoordelijke:
Karen Everaet, tel./fax 02/643 44 83/80, e-mail: k.everaet@prevent.be
Bezoek ook onze internetsite: http://www.prevent.be