28-08-2001
Maximale variant Tilburgse Dans- en Muziekschool
College voorstander nieuwbouw plus presentatieruimte
Het college van burgemeester en wethouders is voorstander van een
maximale variant voor de nieuwbouw van de Tilburgse Dans- en
Muziekschool in ´aan de achterzijde´ van de Koningspleinflat. Het
gebouw van circa 5000 m2 bruto vloeroppervlakte, moet ook ruimte
bieden aan een eigen presentatieruimte. Pas na de uitwerking van deze
variant, wanneer de precieze kosten in beeld zijn, wordt gekeken naar
de financiering ervan.
Burgemeester en wethouders zijn van mening dat door de TDMS te
huisvesten in het centrum van de stad, het culturele klimaat van de
binnenstad wordt versterkt. Het is ook goed voor de samenwerking van
de TDMS met de andere instellingen voor cultuur en kunstonderwijs
(Fontys Hogescholen, de Schouwburg Tilburg, de Concertzaal en diverse
verenigingen voor amateurkunst). De eigen presentatieruimte blijkt te
voorzien in een behoefte, niet alleen van de TDMS maar ook bij Fontys,
de Concertzaal en amateurverenigingen.
Voorgeschiedenis
Het huidige gebouw van de Tiburgse Dans- en Muziekschool aan het
Kapelaan Poellplein is van gebrekkige kwaliteit en stuit op
beperkingen. Daarom heeft de gemeente bekeken of nieuwbouw mogelijk is
op de locatie Koningsplein west (centrum-zuid). Architectenburo Jo
Coenen en Co uit Maastricht heeft daartoe binnen het masterplan
centrum-zuid, drie mogelijke locaties onderzocht. Het college koos
vervolgens voor de variant van een op zich zelf staand gebouw tussen
de Bisschop Zwijsenstraat en de flat aan de westzijde van het
Koningsplein.
Op basis van het programma van eisen van de Tilburgse Dans- en
Muziekschool zijn nu vier modellen ontwikkeld in een
haalbaarheidsonderzoek. Model 1 komt daarbij qua omvang overeen met de
huidige situatie; variant 4 omvat het volledige programma van eisen.
Voor het college geven cultuurinhoudelijke argumenten de doorslag om
te kiezen voor de laatste optie.
De raadscommissie Onderwijs, Cultuur en Zorg behandelt het voorstel op
14 september 2001 onder uitnodiging van de commissie Ruimtelijke
ordening, Openbare werken en Verkeer & vervoer.