persbericht / nr. 1662
28-augustus-2001
Winsten kottervissers verdampen door hoge olieprijs
De kottervissers hadden in 2000 te kampen met een sterk gestegen olieprijs. In 1999 was een grote boomkorkotter nog een half miljoen gulden kwijt aan gasoliekosten maar vorig jaar verdubbelde deze rekening bijna. Hier stonden geen hogere inkomsten tegenover. De totale opbrengst van de Nederlandse kottervloot nam zelfs met 5% af tot 639 miljoen gulden. Hierdoor daalde de winst van 77 naar 5 miljoen gulden. Opvarenden verdienden gemiddeld bijna 20% minder dan in 1999: hun verdiensten zijn zowel afhankelijk van de opbrengsten als van de gasoliekosten. Aan boord van de kotters werkten ruim 1.800 mensen.
De opbrengst van de totale Nederlandse zee- en kustvisserij bleef
stabiel op een niveau van ongeveer 1,1 miljard gulden. De grote
zeevisserijvloot breidde uit met 2 nieuwe diepvrieshektrawlers maar
zag de inkomsten stabiliseren op een niveau van bijna een kwart
miljard gulden. In de mosselkwekerij kon een recordbesomming van 160
miljoen worden genoteerd.
Een en ander is terug te vinden in de publicatie Visserij in Cijfers
2000 van het LEI.
Aan de voortdurende inkrimping van de kottervloot is in 2000 een
voorlopig eind gekomen. De omvang van de kottervloot steeg van 399 tot
402 kotters. Het aantal kotters met een motorvermogen tussen 261 en
300 pk nam toe met bijna 10%. De gemiddelde leeftijd van een kotter
daalde voor het eerst sinds jaren, vooral dankzij de vervanging van
enkele oudere garnalenkotters. In totaal werd voor ongeveer 50 miljoen
gulden geïnvesteerd in de kottervisserij, onder meer in de aanschaf
van 9 nieuwe kotters.
De boomkorvisserij bleef de belangrijkste vistak in de kottervisserij
met een vrijwel onveranderde besomming van 518 miljoen gulden. Bij de
kotters in de groep 261-300 pk uit noordelijke havens daalde de
gemiddelde besomming met ongeveer 10%. Hoewel het gemiddelde
nettoresultaat nog net positief was, belandde uiteindelijk 40% van de
kotters in de rode cijfers. De grotere boomkorkotters (vanaf 1500 pk)
hadden het meest te lijden onder de hoge gasolieprijs. Vooral de
kotters uit noordelijke havens zagen hun resultaten fors
verslechteren. De grote boomkorkottters uit de zuidelijke havens
scoorden iets beter dankzij een lichte stijging van de besomming.
De kleine garnalenkotters uit noordelijke havens met motorvermogen tot
260 pk zagen hun besomming gemiddeld met ruim 10% dalen. Het
gemiddelde nettoresultaat bleef echter nog net positief. Deze groep
kotters is minder gevoelig voor hoge gasolieprijzen vanwege hun
relatief lage olieverbruik. De totale besomming in de garnalenvisserij
was 81 miljoen gulden, een daling van 20% ten opzichte van het
recordjaar 1999.
In 2000 verslechterde de financiële positie van de kotterbedrijven als
gevolg van de lagere winsten en gestegen investeringen. Het totale
vreemd vermogen op lange termijn steeg met 10% naar bijna 400 miljoen
gulden. In 1999 was de schuldenlast nog behoorlijk gedaald.
Goed seizoen voor de mosselkwekers
De mosselkwekerij in Nederland was goed voor een recordwinst van naar
schatting 90 miljoen gulden in het seizoen 2000/2001. Dit kwam vooral
door een ruime verdubbeling van de mosselprijs op de veiling in
Yerseke. De aanvoer van mosselen kwam het afgelopen seizoen uit op 58
miljoen kilogram, een forse daling vergeleken met vorig seizoen. Sinds
begin jaren negentig is er niet meer zo weinig aangevoerd op de
veiling in Yerseke. Het aantal schepen in de mosselkwekerij daalde van
77 tot 73 kotters.
Toename buitenlandse handel
In 2000 steeg de invoerwaarde van vis en visproducten met 30% naar 3
miljard gulden.
Met name vanuit landen buiten de Europese Unie werd meer ingevoerd. De
invoerwaarde van haring, makreel en horsmakreel daalde met 20%.
Ook de uitvoerwaarde steeg behoorlijk (+ 22%) en bedroeg ruim 4,4
miljard gulden. Nederlandse exporteurs van vis en visproducten
verkochten slechts 4% meer in volume maar kregen daarvoor wel een
hogere prijs (+ 15%). De exportwaarde van garnalen nam toe met 19%
waarbij België, Frankrijk en Duitsland wederom de belangrijkste
uitvoerlanden vormden.
Visserij in Cijfers 2000. Bekijk het rapport: 6.01.93.