Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Financiële stand van zaken UNMEE per 29 juni 2001

30-08-2001

Vragen van de vaste commissie voor Defensie naar aanleiding van het aanbieden van de financiële stand van zaken UNMEE per 29 juni 2001

Onder verwijzing naar de bovengenoemde brief bied ik u bijgaand aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie. Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van het aanbieden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van de financiële stand van zaken UNMEE per 29 juni 2001.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Mr. F.H.G. de Grave

Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Defensie naar aanleiding van de presentatie van de financiële stand van zaken UNMEE per 29 juni 2001.

1. Kunt u nader aangeven hoe betrouwbaar de voorziene uitgaven met betrekking tot UNMEE en Djibouti zijn, en welke maximale afwijkingen mogelijk zijn?

Zoals gemeld in de brief van 29 juni jl. zijn mogelijke afwijkingen van de voorziene uitgaven onder meer afhankelijk van de staat van het materieel dat terugkeert uit Eritrea. De inventarisatie hiervan is thans in volle gang. In de eindevaluatie van Unmee zal een geactualiseerd overzicht van de additionele uitgaven voor Unmee worden opgenomen.

2. Kunt u in de toegezegde eindevaluatie over UNMEE een geactualiseerd overzicht geven van de gerealiseerde en van de dan nog van toepassing zijnde voorziene uitgaven, met daarbij aangegeven de maximale afwijkingen die dan nog mogelijk zijn?

Ja.

3. Wordt in de eindevaluatie van UNMEE een analyse gegeven van de feitelijke omstandigheden die leiden tot verzwaringfactoren?

In de eindevaluatie UNMEE zal nader worden ingegaan op de verzwaringsfactoren die kunnen worden toegepast bij de initiële raming van een vredesoperatie.

4. Kunt u bij de eindevaluatie het oordeel van DEFAC over deze rapportage, inclusief het oordeel over de ramingsystematiek, aan de Kamer verstrekken?

De DEFAC zal in de eindevaluatie een oordeel geven over de financiële gegevens en de daarbij gegeven toelichtingen.

5. Kunt u de eindevaluatie uiterlijk 15 oktober aan de Kamer aanbieden?

Ja.