Ingezonden persbericht


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag i.a.a. Voorzitter Eerste Kamer Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Afdeling Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 24 augustus 2001 Auteur Bahia Tahzib-Lie
Kenmerk DMV/MR-635/01 Telefoon 070 - 348 5074
Blad /1 Fax 070 - 348 5049
Bijlage(n) 1 E-mail bahia.tahzib@minbuza.nl
Betreft Aanbieding regeringsreaktie op AIV-advies 'Registration of Communities Based on Religion or Belief'

Zeer geachte Voorzitter,

Hierbij heb ik de eer U aan te bieden de regeringsreaktie op het door de Adviesraad Internationale Vraagstukken vastgestelde advies 'Registration of Communities Based on Religion or Belief'.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Aan de waarnemend Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken Prof. mr. F.H.J.J. Andriessen Postbus 20061 2500 EB Den Haag Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Afdeling Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 24 augustus 2001 Auteur Bahia Tahzib-Lie
Kenmerk DMV/MR-590/01 Telefoon 070-348 5074
Blad /2 Fax 070-348 5049
Bijlage(n) Slotverklaring van de moderator van het seminar over vrijheid van godsdienst of overtuiging in het OVSE-gebied, Den Haag 26 juni 2001 E-mail bahia.tahzib@minbuza.nl
Betreft Regeringsreaktie op AIV-advies inzake "Registration of communities based on religion or belief"

Graag spreek ik mijn waardering uit voor het advies van Uw Commissie d.d. 1 juni 2001 inzake (her-)registratie- en vestigingseisen ten aanzien van religieuze of levensbeschouwelijke gemeenschappen. Van dit advies is dankbaar gebruik gemaakt bij de voorbereidingen van het op 26 juni in de Ridderzaal gehouden internationale seminar over vrijheid van godsdienst of overtuiging in het OVSE-gebied. Het advies is tevens aan de deelnemers van het seminar uitgereikt.

De antwoorden op de aan Uw Commissie voorgelegde vragen zijn richtinggevend geweest bij het seminar. De slotverklaring van de moderator van het seminar (bijgevoegd) is aldus in belangrijke mate gebaseerd op deze antwoorden terwijl ook verschillende conclusies en aanbevelingen van uw advies hierin een weg hebben gevonden. Uw advies zal onderdeel uitmaken van de publikatie, welke naar aanleiding van het seminar in september zal verschijnen.

Ook ik onderschrijf, behoudens één onderdeel van uw conclusies (blz. 18 van uw advies, de zesde en de zevende conclusie) graag Uw advies. Mijn vraag betreft de twee conclusies waarin situaties worden omschreven waarin registratie een positieve verplichting kan zijn. Hieruit zou kunnen worden opgemaakt dat (her-)registratie voor religieuze of levensbeschouwelijke gemeenschappen een voorwaarde zou kunnen zijn voor het uitoefenen van rechten en vrijheden voortvloeiende uit mondiale en regionale instrumenten op het gebied van de mensenrechten. Deze gedachte lijkt niet in overeenstemming met uw achtste conclusie (blz. 18 van uw advies) en tweede aanbeveling (blz. 19 van uw advies) waarin u zelf ook uitdrukkelijk stelt dat niet-geregistreerde gemeenschappen dergelijke rechten en vrijheden niet mogen worden ontzegd.

De moderator van het seminar heeft in de slotverklaring danook geconcludeerd dat "If a participating State chooses to impose local or national registration requirements, such requirements should not become a precondition for the enjoyment of the rights and freedoms set out in OSCE documents. When certain additional rights and privileges are provided following local or national registration or re-registration, OSCE participating States must ensure that the registration requirements are transparent, non-discriminatory, and serve a legitimate purpose as agreed in OSCE documents."

(Nog) niet-geregistreerde religieuze gemeenschappen moeten dus ongehinderd rechten en vrijheden kunnen ontlenen aan internationale normen op het gebied van mensenrechten. Hoewel dit niet uitsluit dat staten onder strikte voorwaarden uitingsvormen van godsdienst of overtuiging kunnen beperken, lijkt het middel van (her-)registratie niet de geëigende weg om deze beperkingen op te leggen. Waar het gaat om bepaalde voorrechten zoals belastingvrijdom, is een registratieverplichting uiteraard denkbaar. In een dergelijke situatie kan uw zienswijze wèl worden onderschreven.

Zoals ook tijdens het seminar bleek zal het onderwerp vrijheid van godsdienst of overtuiging, in het bijzonder het onderwerp (her-)registratie- en vestigingseisen ten aanzien van religieuze- en geloofsgemeenschappen, naar verwachting voorlopig nog wel actueel blijven. Nederland zal in de komende jaren, onder meer in OVSE-kader en niet in de laatste plaats tijdens het Nederlandse OVSE-voorzitterschap in 2003, aandacht blijven besteden aan dit onderwerp.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk DMV/MR-635/01
Blad /1