Centraal Bureau voor de Statistiek

Conjunctuurbericht
Centraal Bureau voor de Statistiek augustus 2001

l Algemeen: beeld niet verder verslechterd
l Economische groei: ook in tweede kwartaal laag
l Producentenvertrouwen: in juli minder negatief

Het conjunctuurbeeld in augustus laat ten opzichte van de voorgaande Procentuele groeimutaties maand geen verdere verslechtering zien. In de eerste maanden van dit jaar waren de conjuncturele ontwikkelingen ongunstig door teruglopen- 6 1,6 de groeicijfers, een sterk oplopende inflatie en een dalend vertrouwen. 5 De in augustus verschenen maandcijfers, die voornamelijk op juni be- 1,2 trekking hebben, laten geen verdere verslechtering zien. Hier en daar is 4 zelfs een kleine verbetering zichtbaar. De meest recente groeicijfers van 0,8 de consumptie, buitenlandse handel en industriële productie zijn hoger 3 dan een maand eerder en de afzetprijzen zijn minder hard gestegen. Het 0,4


consumentenvertrouwen blijft de laatste maanden vrijwel stabiel en het producentenvertrouwen toont in juli voor het eerst sinds lange tijd een 1 0,0 lichte verbetering. Voor de nabije toekomst is vooral dit positievere pro- -0,4 ducentenvertrouwen in de industrie van belang, omdat dat onder andere 0 gebaseerd is op een positiever oordeel over de orderontvangst. De inflatie I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II 1997 1998 1999 2000 2001 vertoonde in juni voor het eerst dit jaar een duidelijke daling, overigens T.o.v. zelfde kwartaal T.o.v. voorgaande kwartaal in juli gevolgd door een lichte stijging. Vanaf maart dit jaar laten de cij- vorig jaar (linkeras) seizoengecorrigeerd (rechteras) fers over de werkloosheid echter weinig verandering meer zien. Voor de komende tijd heeft een aantal bedrijven massa-ontslagen aangekondigd. Middelen en bestedingen (volume) Economische groei Procentuele mutaties t.o.v. voorgaand jaar De economische groei is in het tweede kwartaal opnieuw laag uitge- 8 komen (+1,5%). De directe effecten van de MKZ-crisis hebben de econo- mische groei in het tweede kwartaal met 0,3%-punt geremd. De investe- 6 ringen komen in dit kwartaal 2,5% lager uit dan vorig jaar. De 4 volumegroei van de uitvoer loopt voor het derde opeenvolgende kwar- 2 taal terug. De toename van de consumptieve bestedingen is opnieuw laag in vergelijking met de afgelopen jaren, maar is niet lager dan in het 0 voorgaande kwartaal. Aan de productiekant van de economie valt de -2 groei van de toegevoegde waarde vooral terug bij de commerciële -4 dienstverleners, waartoe onder andere telecommunicatiebedrijven, bank- Bruto Invoer Consumptieve Bruto Uitvoer binnenlands goederen en bestedingen investeringen goederen en en, verzekeraars en de zakelijke dienstverleners horen. De afgelopen ja- product diensten in vaste activa diensten (marktprijzen) ren werden juist in deze bedrijfstak hoge groeicijfers genoteerd. Omdat in deze bedrijfstak bijna de helft van het BBP tot stand komt, werkt dit Middelen Bestedingen sterk door in de groeicijfers voor de economie als geheel. In de landbouw 2001-I 2001-II en de bouwnijverheid krimpt de productie opnieuw. De industriële en energieproducenten kennen een lage groei. De niet-commerciële dienst- verlening is de enige bedrijfstak waarvan de groeicijfers vrijwel gelijk zijn aan die van de afgelopen jaren. Pr Producentenver oducentenvertr trouwen ouwen en en pr prooductievolume ductievolume industr industrie ie

Producentenvertrouwen 10 5 Het vertrouwen van de industriële ondernemers is in juli iets verbeterd ten opzichte van juni. De stemmingsindicator van de Nederlandse indus- 8 4 trie komt in juli uit op ­1,4 tegen ­2,3 een maand eerder. Deze lichte ver- 6 3 betering volgt op negen opeenvolgende dalingen van het producenten- vertrouwen. De toename van het vertrouwen is onder andere toe te 4 2 schrijven aan de verwachting van de ondernemers dat de productie in de 2 1 periode augustus­oktober iets zal gaan toenemen. Aan de verbeterde stemming draagt ook het oordeel van de ondernemers over hun order- 0 0 positie en voorraden gereed product bij. De Nederlandse industriële on- -2 -1 dernemers hebben in juli weliswaar minder orders binnengehaald, maar een lagere orderontvangst is gebruikelijk in deze tijd van het jaar. De -4 -2 j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j voorraden gereed product van de Nederlandse industrie nemen op- 1999 2000 2001 nieuw iets af. Nieuwe orders leiden dus meer dan voorgaande maand tot Producentenvertrouwen Productie industrie % mutatie extra productie. (linker-as) voortschr. 12-maandsgem. (rechter-as)

Inlichtingen: (045) 570 70 70 ­ Fax: (045) 570 62 68 ­ E-mail: Infoservice@cbs.nl l ISSN 0920-9743 l © Bronvermelding is verplicht l Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan l Actuele CBS-informatie wordt ook geboden via: NOS-teletekst, conjunctuurpagina 506, nieuwspagina 507 en internet: http://www.cbs.nl l Afsluitdatum gegevensverwerking 28 augustus 2001 l De kwartaal- en maandcijfers zijn nog niet aangepast aan de Nationale rekeningen 2000.




Kerngegevens recente ontwikkelingen
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven

1994/'98 1999 2000 2000 2001 gemidd. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. april mei juni juli

Economische kernvariabelen (volume)
Bruto binnenlands product 3,3 3,7 3,5 3,5 2,8 1,6 1,5 ­ ­ ­ ­ Invoer goederen en diensten 7,3 6,3 9,4 8,2 8,8 6,7 2,4 ­ ­ ­ ­ Consumptie 2,7 3,9 3,2 3,0 3,9 1,9 2,0 ­ ­ ­ ­ Overheid 1,5 2,8 1,9 3,1 3,0 2,8 2,5 ­ ­ ­ ­ Gezinnen 3,2 4,5 3,8 2,9 4,3 1,4 1,8 ­ ­ ­ ­ w.o. Individuele consumptie binnenland ­ 4,0 3,5 3,4 3,9 1,5 1,7 0,3 2,0 2,7 ­ w.v. Voedings- en genotmiddelen 1,6 1,2 1,2 ­0,8 ­0,5 1,5 ­2,0 ­6,6 ­0,3 0,6 ­ Duurzame consumptiegoederen 4,3 8,3 5,4 3,6 5,9 ­3,3 0,8 ­3,0 1,0 4,3 ­ Overige goederen ­ 3,5 2,1 3,4 1,5 2,5 3,1 2,5 3,5 3,4 ­ Diensten ­ 3,3 3,6 4,2 4,7 2,8 2,4 2,2 2,5 2,4 ­ Bruto investeringen in vaste activa 4,8 7,8 3,8 2,5 1,1 0,1 ­2,5 ­ ­ ­ ­ Bedrijven 5,1 7,8 3,1 2,7 0,8 ­0,3 ­3,1 ­ ­ ­ ­ Overheid 3,3 7,7 8,1 1,7 3,3 3,3 1,7 ­ ­ ­ ­ Uitvoer goederen en diensten 6,8 5,4 9,5 9,5 8,3 6,6 2,6 ­ ­ ­ ­

Productie (volume)
Delfstoffenwinning 0,9 ­8,2 ­2,1 ­2,9 ­4,9 0,9 5,9 18,5 0,1 1,2 ­ Industrie 3,1 2,9 4,7 2,4 2,0 0,7 0,9 1,2 ­2,1 0,6 ­ Openbare nutsbedrijven 0,5 6,2 1,6 2,1 1,0 1,3 0,8 2,1 0,5 1,0 ­ Bouwnijverheid 1,0 5,5 3,8 0,8 1,0 ­1,4 ­1,5 ­0,2 0,2 ­ ­

Prijzen
Consumentenprijsindex 2,2 2,2 2,6 2,7 3,0 4,4 4,7 4,9 4,9 4,5 4,6 Producentenprijzen industrie afzet 1,1 0,2 11,6 12,1 11,4 6,4 4,9 6,1 4,9 3,6 ­ Producentenprijzen industrie verbruik 1,1 1,9 19,4 18,8 17,6 7,2 5,5 7,6 5,8 3,1 ­ Aardolie, North Sea Brent (in $ per barrel) 17,17 17,99 28,53 30,59 30,07 26,42 27,61 26,50 28,50 27,83 25,47 Amerikaanse dollar (in gld) 1,81 2,07 2,39 2,44 2,54 2,39 2,52 2,47 2,52 2,58 2,56 Goud (in gld per 1 gram fijn) 20,92 18,94 21,88 22,13 22,36 20,72 22,10 21,18 22,70 22,41 22,55

Cao-lonen
Particuliere bedrijven 2,0 2,8 3,1 3,3 3,1 3,2 4,4 4,0 4,4 4,8 5,2 Overheid 1,5 3,2 2,8 2,8 2,9 4,1 5,5 4,8 5,9 5,8 4,4 Gepremieerde en gesubsidieerde sector 1,1 3,0 2,9 4,0 2,6 2,8 3,9 3,5 3,4 4,8 6,2

Stemming 1) (in %)
Producentenvertrouwen industrie 3,2 3,0 6,7 7,8 5,8 1,8 ­1,2 ­0,5 ­0,9 ­2,3 ­1,4 Consumentenvertrouwen 6,0 14,0 24,0 24,8 19,6 10,5 ­0,5 ­0,4 2,6 ­3,6 ­2,4 Economisch klimaat 4,6 5,2 24,1 23,9 16,1 ­1,3 ­25,0 ­26,2 ­19,7 ­29,1 ­28,2 Koopbereidheid 7,0 19,9 23,9 25,3 21,9 18,3 15,8 16,7 17,4 13,3 14,7

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers (x 1 000) ­ 7 099 7 293 7 330 7 354 7 401 ­ ­ ­ ­ ­ Arbeidsvolume werknemers ­ 3,1 2,7 2,7 2,6 2,6 ­ ­ ­ ­ ­ Aantal vacatures (x 1 000) ­ 172 203 183 204 216 ­ ­ ­ ­ ­ Geregistreerde werklozen 2) (x 1 000) 410 221 188 176 186 176 132 134 132 132 ­ Aantal uren uitzendkrachten 18 ­13 ­ ­12 ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ Uitgesproken faillissementen 3) ­6 ­6 13 27 33 28 28 39 34 13 ­

Geld en krediet
CBS-herbeleggingsindex 4) 25,9 30,6 ­2,1 0,6 ­4,9 ­10,8 3,5 5,8 1,0 ­3,1 ­3,9 Europese liquiditeitenmassa (M3) ­ 7,6 6,3 7,5 6,8 7,2 8,2 7,1 8,1 9,3 ­ Spaartegoeden 4,4 7,4 3,9 3,6 3,3 7,2 10,3 9,9 10,2 10,7 ­ Verstrekt consumptief krediet 9,5 9,1 3,0 0,0 ­0,5 ­5,6 ­ ­5,2 ­6,3 ­ ­

Rente (in %)
Depositorente ECB ­ 1,71 3,08 3,33 3,75 3,75 3,58 3,75 3,50 3,50 3,50 Daggeldrente 3,7 2,7 4,1 4,4 4,8 4,8 4,8 5,1 4,7 4,5 4,5 Rendement op staatsobligaties 5,7 4,4 5,3 5,4 5,2 4,8 5,0 4,9 5,1 5,0 5,0 Hypotheekrente 6,4 5,1 5,9 6,0 6,2 6,0 5,9 5,9 5,9 5,9 ­

1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal. 2) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. 3) Bedrijven en instellingen exclusief eenmanszaken. 4) Mutaties t.o.v. voorgaande periode.
­ = gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

Productie industrie (volume)
Procentuele mutatie t.o.v. het voorgaand jaar

2000 2001 2001

1e kw. 2e kw. jan. febr. maart april mei juni

Industrie totaal 3,6 1,8 ­0,1 1,0 2,6 1,6 1,2 ­2,1 0,6 Voedings- en genotmiddelenindustrie 2,7 0,7 ­2,5 2,7 1,6 ­2,2 ­2,3 ­3,4 ­1,6 Textiel-, kleding- en leder(waren) 2,8 3,6 ­3,0 1,5 5,5 3,7 ­0,7 ­5,1 ­3,3 Papier- en grafische industrie 2,1 ­1,7 ­3,0 ­2,3 ­0,9 ­2,0 ­3,9 ­5,0 ­0,4 Aardolie-, chemische en kunststof 4,8 2,6 2,0 3,9 4,0 ­0,1 4,8 1,4 0,1 Metaalindustrie 4,2 4,0 0,6 1,0 4,2 6,3 3,0 ­2,0 0,9 Hout-, bouwmat-, meubel- en overige industrie 3,3 ­0,7 1,9 ­3,5 0,1 0,7 1,6 ­1,8 5,8

Nederland 3,6 1,8 ­0,1 1,0 2,6 1,6 1,2 ­2,1 0,6 België 6,6 5,9 ­1,9 10,7 2,7 4,6 ­4,4 ­1,5 0,2 Duitsland 7,5 6,2 1,0 9,5 5,4 4,1 1,9 ­1,1 2,2 Frankrijk 3,2 2,2 ­0,4 3,2 2,5 0,9 1,6 1,1 ­ Verenigd Koninkrijk 1,7 1,3 ­2,2 2,9 1,1 0,3 ­0,8 ­3,5 ­2,3

Eurozone 6,0 4,7 ­0,7 6,3 4,7 3,4 1,1 ­0,6 ­ Verenigde Staten 6,1 0,1 ­2,9 1,2 0,2 ­1,0 ­2,6 ­2,2 ­3,8

Bron: EUROSTAT: Euroindicators, OESO.




Landbouw: schade MKZ-crisis Consumentenvertrouwen: in augustus vrijwel stabiel De economische groei in het tweede kwartaal is geremd door de ge- De index van het consumentenvertrouwen is in augustus met een volgen van de MKZ-crisis. Deze veeziekte brak op 21 maart van dit waarde van ­5,4 vrijwel gelijk aan die van juli. De vertrouwensindex jaar in Nederland uit. Op 26 juni zijn de laatste maatregelen opge- ligt nu drie achtereenvolgende maanden iets onder de nul. Dat bete- heven. Bij 26 boerderijen in de provincies Gelderland en Friesland kent dat er iets meer pessimisten dan optimisten zijn. Het oordeel van was de besmettelijke ziekte vastgesteld. Aan de productiekant van de de consument over de economie in het algemeen is van ­28,2 in juli economie heeft de epidemie vooral gevolgen voor de landbouw en verder verslechterd naar ­35,3 in augustus. Dit is één van de twee slachterijen. Deze directe effecten zijn geraamd op ongeveer 0,3%- onderdelen waarmee het consumentenvertrouwen gemeten wordt. punt van de economische groei. De schade voor de landbouw komt Bijna de helft van de ondervraagden verwacht een voortgaande ver- hiermee neer op ongeveer 0,5 miljard gulden voor het tweede kwar- slechtering van de economie. Eén van de achtergronden is dat steeds taal. De crisis heeft geen invloed van betekenis gehad op de uitkom- meer consumenten een stijging van de werkloosheid voorzien. In sten van de economische groei van het eerste kwartaal. In andere augustus verwacht meer dan veertig procent van de ondervraagden landen van de Europese Unie als België, Frankrijk en met name een stijgend aantal werklozen, tegen twintig procent in juli. Tien pro- Groot-Brittannië zijn al in een veel eerder stadium vervoersverboden cent rekent op een daling, tegen twintig procent in juli. In 2000 ver- ingesteld. Dit heeft in Nederland wel enige invloed op het export- wachtte slechts tien procent van de consumenten een toename van de volume van runderen en varkens in het eerste kwartaal. Voor de werkloosheid. De koopbereidheid, de andere component van het con- tweede helft van dit jaar kan de groei van het BBP nog te lijden heb- sumentenvertrouwen, is in augustus echter onaangetast en is met een ben van vervolgschade die ontstaat door het productieverlies als ge- waarde van 14,6 even groot als in juli. De koopbereidheid ligt wel al volg van leegstand in de stallen van een aantal veehouderijbedrijven. het hele jaar op een lager niveau dan in 2000. Dit onderdeel van het Tijdens de MKZ-crisis zijn ongeveer 265 duizend dieren vernietigd. consumentenvertrouwen wordt gebaseerd op de mening van huis- De schade voor het ruimen van vee wordt in het systeem van Natio- houdens over hun eigen financiën en over het doen van grote uit- nale rekeningen geboekt als een verlies in het productievolume bij de gaven, zoals televisies, koelkasten en computers. veehouderij en komt zodoende tot uitdrukking in de groeicijfers op basis van een waardering in marktprijzen, de maatstaf voor de econo- Consumentenprijzen: inflatie iets omhoog naar 4,6% mische groei. Dit productieverlies is geraamd op ruim 180 miljoen In juli 2001 is de inflatie in Nederland opgelopen naar 4,6%. De in- gulden. Dit is ongeveer 36% van de totale geraamde schade voor de flatie was gestegen van 2,9% eind vorig jaar tot 4,9% in april en mei. landbouw in het tweede kwartaal. De veehouders zijn hiervoor echter In juni was het inflatiecijfer teruggelopen naar 4,5%, maar deze daling volledig uit het Diergezondheidsfonds gecompenseerd, uitgezonderd heeft niet doorgezet. De toename van de inflatie is toe te schrijven aan de veehouders die door de `strafkortingen' geld mislopen. De inkomens de hogere huurstijging, de sterke prijsstijging van aardappelen, hoge- in de landbouw zijn dus amper beïnvloed door de veestapelverliezen. re energietarieven en hogere prijzen voor zuivelproducten. De inflatie Het productieverlies door eventuele vervolgschade komt echter wel is ook licht aangetrokken doordat de prijzen van kleding en schoeisel tot uiting in het inkomen van boeren. Naast de landbouw en slachte- dit jaar in juli minder sterk dalen dan in juli vorig jaar. Deze oorzaken rijen is de productie van onder andere de veevoederindustrie, de hebben elk op zich een beperkt effect op de inflatie maar hebben teza- transportbedrijven en de destructiebedrijven door de MKZ-crisis be- men voldoende invloed om het inflatiecijfer iets omhoog te brengen. invloed. Dergelijke indirecte effecten zijn moeilijk te kwantificeren. De prijsontwikkeling van verse groenten en van autobrandstoffen zorgen deze maand voor enige vermindering van de inflatie, maar dit Consumptie: groei in eerste helft 2001 sterk verminderd weegt niet op tegen de hiervoor genoemde stijgingen. Na een aantal jaren met tamelijk uitbundige stijgingen is de consump- In tegenstelling tot de weer oplopende inflatie in ons land, is het inflatie- tiegroei in de eerste helft van 2001 sterk verminderd. Het volume van percentage in de Eurozone in juli lager dan in juni. Het geharmoniseerde de binnenlandse individuele consumptie in juni is 2,7% groter dan in prijsindexcijfer, dat gebruikt wordt voor vergelijking binnen de Europese juni vorig jaar. In het tweede kwartaal is er weer sprake van een lichte Unie, ligt voor Nederland in juli 5,2% hoger dan in dezelfde maand vorig volumegroei bij de bestedingen aan duurzame goederen (0,8%). In jaar. In juni was dat 5,0%. Voor de Eurozone in zijn geheel komt de in- het eerste kwartaal waren de bestedingen aan duurzame goederen flatie in juli uit op gemiddeld 2,8%, tegenover 3,0% in juni. nog lager dan in de vergelijkbare periode een jaar eerder. Dit was na 1995 niet meer het geval geweest. De volumestijging van de beste- Arbeidsmarkt: 132 duizend werklozen dingen aan duurzame goederen in juni bedraagt 4,3%. Meest in trek In de maanden mei-juli van dit jaar waren er gemiddeld 132 duizend in deze maand zijn kleding en textiel, en lederwaren en schoeisel. Aan geregistreerde werklozen. Door seizoeneffecten is de werkloosheid in de scherpe dalingen van de bestedingen aan vervoermiddelen in eer- deze periode van het jaar altijd lager. Na verwijdering van deze dere maanden lijkt een einde gekomen. Ook in juni is weliswaar nog seizoeneffecten komt het werkloosheidscijfer uit op 146 duizend. Dat sprake van lagere bestedingen dan in juni vorig jaar, maar de daling is drieduizend lager dan in april-juni. Omdat de cijfers gebaseerd zijn beperkt zich tot slechts 1,2%. In het eerste kwartaal van dit jaar was op een steekproefonderzoek hebben ze een onnauwkeurigheidsmar- het volume maar liefst twintig procent kleiner dan het nog hoge ge. De ontwikkeling van de werkloosheid kan daarom het beste over niveau in dezelfde periode van 2000, hetgeen de consumptiegroei een wat langere periode worden vastgesteld. Vergeleken met een jaar sterk remde. Aan diensten werd in juni 2,4% meer geconsumeerd. geleden is het aantal werklozen in mei-juli 39 duizend lager. Dat Het groeitempo van de bestedingen aan diensten loopt in de eerste komt overeen met een daling van gemiddeld ruim drieduizend per helft van 2001 geleidelijk verder terug. Per saldo komt de consump- maand. Vanaf maart 2001 laten de cijfers weinig verandering zien. tiegroei in het tweede kwartaal (1,7%) een fractie hoger uit dan die in Het is echter nog te vroeg om daaruit te concluderen dat aan de het eerste kwartaal (1,5%). daling van de werkloosheid een einde is gekomen.

Werkelijke binnenlandse individuele consumptie (volume) Geregistreerde werkloosheid, seizoengecorrigeerd Procentuele mutaties t.o.v. voorgaand jaar Driemaandsgemiddelde (x 1 000)

5,0 14 350 4,5 12 4,0 10 300 3,5 8 3,0 6 250 2,5 4 2,0 2 200 1,5 0 1,0 -2 150 0,5 -4 0,0 -6 I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II 100 1997 1998 1999 2000 2001 j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j Binnenlandse individuele Duurzame goederen 1998 1999 2000 2001 consumptie (linkeras) (rechteras)




FOCUS Productie industrie (volume) Procentuele jaarmutatie van het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde

G Schoorstenen in de industrie roken minder hard 5,0

Voor het volgen van de omslagen in de conjunctuur is de ontwikke- 4,0 ling van industrie belangrijker dan alleen op grond van het aandeel in het bruto binnenlands product mag worden verondersteld. Het aan- 3,0 deel van de industrie in het bruto binnenlands product van ons land ligt nu op ongeveer 17% en met 1,1 miljoen banen in de industrie komt het aandeel in de totale werkgelegenheid uit op 14%. In de afge- 2,0 lopen decennia zijn deze aandelen geleidelijk afgenomen en heeft de economie van Nederland meer en meer het karakter van een dien- 1,0 steneconomie gekregen. De conjuncturele schommelingen zijn in de industrie echter sterker dan in andere bedrijfstakken. In de jaren 0 negentig lag de kwartaalgroei van de economie tussen nul en vijf 1997 1998 1999 2000 2001 procent, terwijl de industriële productie in één kwartaal met negen procent toenam en in een ander kwartaal met drie procent kromp. Dit hangt onder andere samen met het feit dat de industrie veel gevoe- liger is voor ontwikkelingen op de wereldmarkt. Productie industrie per bedrijfsklasse Procentuele volumegroei t.o.v. dezelfde periode voorgaand jaar Daling Nederlandse industriële productie
In de loop van dit jaar zijn de groeicijfers van de industriële productie Voedings- en genotmiddelen fors afgenomen. De trendcijfers van de industrie, berekend als de 4 jaarmutaties van het voortschrijdend twaalfsmaands gemiddelde van 2 de productie-index, laten vanaf januari een onafgebroken daling zien. Hout-,bouwmateriaal, 0 Textiel-,kleding- en leder In het tweede kwartaal is het productievolume in de industrie zelfs meubel- en overige -2 0,1% kleiner dan een jaar eerder. Het stijgingspercentage was al van -4 4,0% in het vierde kwartaal van vorig jaar teruggelopen naar 1,8% in het eerste kwartaal van 2001. In alle bedrijfsklassen binnen de indus- trie zijn de groeicijfers van het eerste halfjaar lager dan die in 2000. In Metaal Papier- en grafische de voedings- en genotmiddelenindustrie is het productievolume mede door de MKZ-crisis in de eerste helft van dit jaar 1,0% kleiner dan de eerste helft van vorig jaar. Ook in de papier- en grafische in- Aardolie-,chemie- en rubberindustrie dustrie is minder geproduceerd dan een jaar eerder. In de metaal is 2000 1e helft 2001 de achteruitgang in groei dit jaar nog het geringst.

Grootste klap bij duurzame consumptiegoederen
Bij de door de industrie vervaardigde producten zien we de grootste achteruitgang bij de duurzame consumptiegoederen. In de eerste helft van 2001 is hiervan amper meer geproduceerd dan in dezelfde Productie industrie (volume) periode vorig jaar. In 2000 lag de stijging van duurzame consumptie- Procentule mutaties t.o.v. dezelfde maand voorgaand jaar goederen nog op 10%. Aan investeringsgoederen is in de eerste helft van dit jaar door de industrie wel iets meer geproduceerd. De pro- 10 ductie van grond- en hulpstoffen (exclusief energieproducten) is in 8 deze periode echter niet gegroeid. Wanneer de industriële bedrijvig- heid aantrekt zal dit in het algemeen bij de vervaardiging van grond- 6 en hulpstoffen het eerst merkbaar zijn. Ook mei en juni laten nog 4 geen oplopende groeicijfers van deze producten zien. Wel tonen de juli-uitkomsten van de Conjunctuurtest in de industrie aan dat er 2 meer orders voor consumptiegoederen en halffabrikaten zijn ont- 0 vangen. -2

Industrie ook internationaal in dal -4 Ook in het buitenland is de industriële productie getroffen door een j f m a m j j a s o n d j f m a m j forse neergang, wat de exportmogelijkheden voor de industriële be- 2000 2001 drijven in ons land beperkt. In de landen van de Eurozone kende de VS Eurozone productie in de laatste maand van 2000 nog een eindspurt, maar van- af januari zijn groeicijfers iedere maand lager. In mei is de groei in de industrie in het eurogebied tot stilstand gekomen. Deze ontwikkeling Productie industrie (volume) heeft zich, uitgezonderd de december-hik, ook bij de industrie van de Procentule mutaties t.o.v. dezelfde periode voorgaand jaar Verenigde Staten voorgedaan. Alleen vond daar de industriële neer- gang een paar maanden eerder plaats. Sinds maart 2001 is het pro- 8 ductievolume steeds kleiner dan een jaar eerder en komt de daling in juni uit op bijna 4%. Net als bij ons heeft ook in de VS de productie 6 van duurzame consumptiegoederen een behoorlijke klap gekregen. Na een stijging van 10% vorig jaar, is de groei van duurzame goede- 4 ren in de eerste helft van dit jaar volledig weggevallen.






-2 Ned Bel Dui Fra VK Eurozone VS
2000 jan.­jun. 2001