-
Geen taboe op economische middelen in MO-conflict
5 september 2001
Het Europees Parlement besprak dinsdag 4 september wederom de situatie
in het Midden Oosten. GroenLinks Europarlementariër Joost Lagendijk
vindt dat de EU verder moet gaan dan spreken binnenshuis en moet
onderzoeken of economische drukmiddelen wellicht de partijen aan de
onderhandelingstafel kunnen krijgen.
"Wat ik wil zijn geen economische sancties à la Irak. Maar het is
onmogelijk om als Europese Unie handel te blijven drijven met de
Israëliërs en gewoon de grootste donor zijn van de te blijven zijn
Palestijnen, zoals wij altijd gedaan hebben. Het kan niet zo zijn dat
wij maar gewoon doorgaan alsof er niks aan de hand is, terwijl bijna
de oorlog uitbreekt," zegt Lagendijk. Hij roept de Europese Commissie
en de Raad van Ministers dan ook op het taboe op het gebruik van
economische middelen te doorbreken en de mogelijkheden hiervan te
onderzoeken. Lagendijk: "Op deze manier kan wellicht getracht worden
druk uit te oefenen om de partijen weer om de onderhandelingstafel te
krijgen."
De integrale tekst van het debat op 4 september 2001 in het Europees
Parlement van Joost Lagendijk en de reactie van Eurocommissaris
Patten:
Lagendijk: "Voorzitter, de vervelendste politieke debatten zijn de
rituele politieke debatten. Debatten waarin iedereen zegt dat de
situatie ernstig is en vervolgens herhaalt wat hij de vorige keer ook
al gezegd heeft. Het debat over het Midden-Oosten dreigt een beetje
een ritueel debat te worden. Het Parlement, wij ook, wij vragen steeds
om een actievere rol van de Europese Unie. De Raad en de Commissie
zeggen vervolgens: wij doen ons best, maar wij kunnen alleen niks doen
en wij zijn onderling verdeeld. Het meest duidelijk is die visie
vorige week door Louis Michel naar voren gebracht.
Het is duidelijk ook voor ons, ook voor mij, dat zonder de Verenigde Staten geen diplomatiek succes mogelijk is. Maar wat doen de Verenigde Staten? Ik sluit mij wat dat betreft aan bij een opmerking van Hans van den Broek, de voorganger van de heer Patten als commissaris van buitenlandse betrekkingen, die gezegd heeft dat de Verenigde Staten er eigenlijk een declaratoir beleid op na te houden. Zij zeggen dat het anders moet. Zij roepen de partijen op om te stoppen en vervolgens gebeurt er niets. Als de Europese Unie hetzelfde wil doen, moet dat duidelijk zijn en moeten wij hier met z'n allen niet meer spreken van een actieve rol van de Europese Unie in het Midden-Oosten.
Ik zou in dit debat nogmaals een poging willen doen om dat rituele
debat, om die impasse te doorbreken door gebruik te maken van de
economische rol van de Europese Unie. Ik begin er, eerlijk gezegd, een
beetje genoeg van te krijgen als vervolgens de Commissie en de Raad
zeggen: mijnheer Lagendijk, economische sancties helpen niet. Net
zoals Louis Michel vorige week zei: wij weten waar wij beginnen en wij
weten niet waar wij eindigen.
Wat ik wil, waartoe ik oproep zijn helemaal geen economische sancties
à la Irak. Daar gaat het mij helemaal niet om. Het gaat mij erom dat
het onmogelijk is om als Europese Unie door te gaan met hetgeen wij
altijd al gedaan hebben, terwijl in die regio oorlog dreigt. Het is
handel drijven met de Israëliërs en gewoon de grootste donor zijn van
de Palestijnen. Het kan niet zo zijn dat wij maar gewoon doorgaan
alsof er niks aan de hand is, terwijl bijna de oorlog uitbreekt.
Het enige wat ik wil weten, en dat is mijn vraag aan de Commissie en
de Raad: zou u alstublieft de mogelijkheden willen onderzoeken - ik
zeg het heel voorzichtig - om via de economische banden die wij hebben
met beide partijen, ik benadruk met beide partijen, te trachten druk
uit te oefenen om de partijen weer om de onderhandelingstafel te
krijgen.
Ik was wat dat betreft blij verrast dat ook de heer Van den Broek,
voorganger van de heer Patten, langs die lijnen denkt. Ik besef dat
dat moeilijk is. Het is misschien zelfs onmogelijk. Het kan echter
niet zo zijn dat op het gebruik van economische middelen door de
Europese Unie een taboe rust.
De Raad en de Commissie hebben bij herhaling gezegd dat zij alles
willen doen om de impasse te doorbreken. Daartoe hoort wat mij betreft
ook dit middel. Laat de Europese Unie alstublieft niet dezelfde fout
maken als de Verenigde Staten door alleen maar te zeggen dat het
anders moet en vervolgens niets te doen, ook al is dat pijnlijk."
Eurocommissaris Patten reageerde als volgt op het voorstel van
GroenLinks Europarlementariër Joost Lagendijk:
Patten: "Finally, I would like to say something about Mr Lagendijk's
speech, because I normally agree with the honourable gentleman. He
makes some of the most thoughtful and interesting and well-informed
contributions to our debates.
Of course, we all have the ambition to take steps on behalf of the
European Union that would make a bad situation in the Middle East
better. It is, of course, possible for us to contemplate or take steps
that would make a bad situation worse. The honourable Member talks
about economic measures. It is true that we have a very important
economic relationship with both Israel and with the Palestinian
Authority and with the other states in the region.
I am not unaware of the consequences of that relationship in political
terms. We are trying to ensure, as I have said before, that the
assistance that we provide for the Palestinian Authority promotes
pluralism, promotes clean government, promotes an independent
judiciary, promotes the rule of law and promotes democracy. That is
what we should be doing. We are also insisting with the Israeli
authorities that our agreements with them are honoured to the letter
as well as to the spirit - that is what we said to them during our
discussions at the customs co-operation meeting in July. But I have
the gravest doubts about going beyond that.
The record of economic sanctions in international affairs is not -
alas - a very happy one. I have great respect for the honourable
Member's views and I am sure that we can exchange further thoughts
about this issue, but I would need a great deal of persuasion that we
should start talking the language of sanctions in trying to frame a
more effective policy for the European Union in the Middle East.
It is easier, of course, to see how our relationship with the parties
might consolidate peace in the longer term than to see how the
economic relationship could advance peace in the shorter term. I
understand the frustration, but nevertheless I remain doubtful about
the ability to use economic sanctions."
-
Meer weten? E-mail info@groenlinks.nl