Wim van Velzen

Persbericht drs Wim van Velzen

Straatsburg, 5 september 2001

Heden is in de plenaire vergadering een resolutie aangenomen van rapporteur Brok (EVP/ED) over het uitbreidingsproces van de Europese Unie, waarvan de belangrijkste punten hieronder staan weergegeven:

Klik hier voor de complete tekst van de resolutie

Alles moet in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat de kandidaat-lidstaten aan de Europese verkiezingen van 2004 kunnen deelnemen, aldus het EP. Bij de huidige lidstaten dringt het aan op creatieve oplossingen voor de constitutionele problemen die zijn ontstaan naar aanleiding van het achterhaalde, ondoorzichtige en onbegrijpelijke proces dat tijdens de Top van Nice is gehanteerd. Het EP gaat er ook van uit dat de kandidaatlanden tot hun toetreding een adviserende rol spelen bij alle aspecten van de voorbereiding van de volgende regeringsconferentie.

Het EP dringt erop aan dat het aantal EP-zetels voor Hongarije, Tsjechië en Malta wordt opgetrokken tot het in verhouding staat tot de 22 zetels voor België en Portugal en de 6 voor Luxemburg, landen die een vergelijkbare bevolking hebben. Het is ook zaak de voorlichtingscampagne over de uitbreiding te intensiveren.

Het EP is verder van mening dat de uitbreiding van de EU en van de NAVO elkaar zinnig aanvullen, maar uiteraard heeft elk land het recht zijn eigen veiligheidsbeleid te bepalen.

Aan de voorbereiding van de toepassing van het acquis communautaire op alle bestuursniveaus moet nog veel worden gewerkt, constateert het EP. De opleiding van degenen die de wet moeten toepassen dient daarbij centraal te staan.

De kosten die voortvloeien uit de toetreding van nieuwe lidstaten na 2006 zullen waarschijnlijk aanzienlijk stijgen. Daarom vindt het EP dat grondig moet worden nagedacht over de toekomstige financiering van de begroting en de bijdragecapaciteit van de huidige en nieuwe lidstaten. Hoe dan ook hebben de belangrijkste begrotingsproblemen in verband met de uitbreiding na 2006 te maken met het GLB en de structuurfondsen. Van de Europese Commissie verwacht het EP regelmatig bijgewerkte cijfers over de kosten van de uitbreiding tot 2006.

Het EP hekelt de onvolkomenheid van de asielprocedures in een aantal kandidaatlanden. Er zijn ook meer inspanningen nodig om de kwaliteit van de grenspolitie te verbeteren en de strijd tegen drugshandel en internationale misdaad op te voeren. Nog een heikel punt zijn de omstandigheden in de gevangenissen, die in de meeste kandidaatlanden nog veel te wensen overlaten. Het EP dringt er bij de kandidaatlanden verder op aan de conventies van de Raad van Europa en de OESO over corruptiebestrijding te ratificeren en toe te passen. Hetzelfde geldt voor de conventie van de Raad van Europa over gegevensbescherming.

Dat overgangsperiodes op een aantal sleutelgebieden van de interne markt noodzakelijk kunnen zijn, geeft het EP toe, maar de werkingssfeer en de duur moeten zo beperkt mogelijk worden gehouden. Aan herstructureringsprogramma's voor de staalindustrie in de kandidaatlanden en aan de energiesector dient de hoogste prioriteit te worden verleend. Kernenergie blijft voor tal van problemen zorgen.

Het valt te betreuren dat er nog steeds aanzienlijke belemmeringen bestaan voor het gebruik van EU-pretoetredingsfondsen voor milieuprojecten en -bescherming, vervolgt het EP. Verder valt het te hopen dat alle landen zo spoedig mogelijk in staat zullen zijn SAPARD-betaalorganen op te richten. Het EP dringt ook aan op mechanismen in de kandidaatlanden voor een goede aansluiting op het "rapid alert system".

Voor de recente mededeling van de Commissie over de effecten van de uitbreiding voor de aan de toetredende landen grenzende regio's loopt het EP niet echt warm. Het dringt aan op aanvullende steunmaatregelen voor de grensregio's tussen de huidige en de toekomstige lidstaten.

Tot slot merkt het EP op dat de kandidaatlanden niet aan striktere voorwaarden hoeven te voldoen dan de lidstaten zelf en dat zij dezelfde rechten moeten krijgen.