persbericht
Nummer:
121
Directie:
voorlichting
05-09-2001
Status:
informatie
Inzet klassenassistenten moet wachtlijsten speciaal onderwijs bekorten
Vanaf 1 november 2001 kunnen op scholen voor zeer moeilijk opvoedbare
kinderen extra klassenassistenten worden aangesteld. Dit moet
bijdragen aan het bekorten van de wachtlijsten in het speciaal
onderwijs. Verder zal de invoering van leerlinggebonden financiering
in het speciaal onderwijs per 1 augustus 2002 en de vorming van
regionale expertisecentra leiden tot een vermindering van de
wachtlijsten. Dit schrijft staatssecretaris Adelmund in een brief in
reactie op een inspectie-onderzoek naar de plaatsingsproblematiek in
het (voortgezet) speciaal onderwijs, die vandaag naar de Tweede Kamer
is gestuurd.
In januari 2001 stonden er 826 leerlingen op een wachtlijst voor het
(voortgezet) speciaal onderwijs. Hiervan zijn er in de loop van vorig
schooljaar zo'n 140 geplaatst in het speciaal onderwijs. Bijna alle
overige leerlingen hebben aan het begin van het nieuwe schooljaar een
plaats gekregen.
Van de 826 leerlingen stonden 547 leerlingen op de wachtlijst voor het
speciaal onderwijs en 279 voor een plaats in het voortgezet speciaal
onderwijs. Bij zo'n 70 procent van de leerlingen gaat het om
gedragsproblemen. Vooral leerlingen met een (licht) verstandelijke
handicap in combinatie met (ernstige) gedragsproblemen blijken
moeilijk te plaatsen. Er wordt nader onderzoek gedaan om deze
problematiek op te lossen. De totale jaarlijkse nieuwe instroom in het
(voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt zo'n 14.000 leerlingen. Zo'n
60 procent van de scholen had tijdens het onderzoek geen
plaatsingslijst. Op vele scholen worden kinderen direct geplaatst,
nadat is vastgesteld dat ze op de betreffende school thuis horen.
Oorzaken
De inspectie noemt diverse oorzaken voor het ontstaan van de
wachtlijsten. Het speciaal onderwijs geeft aan dat er sprake is van
een verzwaring van de problematiek, omdat de leerlingen met de
lichtere problemen vaak in het regulier onderwijs worden opgevangen,
terwijl tegelijkertijd meer kinderen met een zwaardere problematiek
als leerbaar worden gezien. Ook het plaatsingsbeleid van de scholen is
soms reden voor het ontstaan van wachtlijsten. Een aantal speciale
scholen laat leerlingen alleen aan het begin van het nieuwe schooljaar
of op 2 of 3 vastgestelde momenten instromen. Verder zijn er soms
tijdelijke problemen met de huisvesting en kampt ook het speciaal
onderwijs met personeelstekorten.
Oplossingen
Staatssecretaris Adelmund verwacht dat de invoering van
leerlinggebonden financiering in het speciaal onderwijs per 1 augustus
2002 en de vorming van regionale expertisecentra zal leiden tot een
vermindering van de wachtlijsten. Het wordt dan eenvoudiger om de
capaciteit van de scholen binnen een regionaal expertisecentrum af te
stemmen op het aantal leerlingen speciaal onderwijs in de regio. De
nieuwe manier van indicatiestellen zal voorkomen dat de leerlingen met
gedragsproblemen in combinatie met een verstandelijke handicap van het
kastje naar de muur worden gestuurd.
Met de invoering van leerlinggebonden financiering komt er structureel
extra geld voor het onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen
(zmok) beschikbaar. Staatssecretaris Adelmund heeft nu besloten vanaf
1 november 2001 al extra geld voor personeel in het zmok-onderwijs uit
te trekken. Met dit geld kunnen klassenassistenten worden aangesteld,
zodat de werkdruk van de leraren wordt verlicht en daardoor de
wachtlijsten kunnen worden bekort.
Thuiszitters
In januari 2001 zaten er 82 kinderen thuis. De onderwijsinspectie
heeft inmiddels 57 leerlingen weer naar school geleid. Met ingang van
het nieuwe schooljaar worden er nog 2 geplaatst. Verder zijn 5
leerlingen al tot een school toegelaten, maar nog niet geplaatst.
Wanneer de overige 18 leerlingen weer naar school gaan is nog niet
duidelijk. De ouders van deze kinderen zijn in een conflict met de
school over plaatsing in het speciaal onderwijs.
De leerplichtambtenaar van de gemeente is de eerst aangewezene om
ervoor te zorgen dat thuiszitters een plaats op een school krijgen.
Als dat niet succesvol is, wordt de inspectie ingeschakeld om te
bemiddelen. Een sluitend registratiesysteem bij de gemeenten is
onontbeerlijk om thuiszitters op te sporen. Staatssecretaris Adelmund
heeft eerder afspraken met de VNG en de LVLA (Landelijke Vereniging
van Leerplichtambtenaren) gemaakt om de leerplichtadministratie van de
gemeenten te verbeteren. Er wordt een voorstel voor verdere
verbeteringen ontwikkeld dat in september verschijnt.
Scholen voor primair onderwijs mogen leerlingen verwijderen nadat ze 8
weken zonder succes hebben gezocht naar een andere school. De
leerplichtambtenaar wordt hiervan veelal niet vooraf van op de hoogte
gesteld. Als dit wel zo zou zijn kan de leerplichtambtenaar bemiddelen
bij het vinden van een andere school. Staatssecretaris Adelmund zal
laten onderzoeken hoe de leerplichtambtenaar zo vroeg mogelijk op de
hoogte kan worden gesteld.
Leerlingen met gedragsproblemen komen soms thuis te zitten omdat zij
niet handhaafbaar zijn op een reguliere school. Sommige leerlingen
kunnen tijdelijk opgevangen worden in een speciale school voor
basisonderwijs of in een time-outvoorziening in het voortgezet
onderwijs. Soms is dit niet genoeg. Voor deze leerlingen komen met de
invoering van leerlinggebonden financiering crisisopvangplaatsen
beschikbaar.
Zie ook:
brief aan de Tweede Kamer
rapport Wachtlijsten speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:
situatie medio januari 2001
omhoog laatst bijgewerkt 05-09-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl