Ingezonden persbericht


WOERDEN, 6 september 2001

NIGZ lanceert landelijk
voorlichtingsprogramma Jeugd en Seks

Seksuele voorlichting aan kinderen en jongeren in Nederland staat al enige jaren onder druk. De laatste jaren is een tendens zichtbaar waarin steeds meer voorzieningen (zoals de voorlichtingsafdeling van de Rutgers Stichting) voor seksuele voorlichting verdwijnen, terwijl de vraag om seksuele voorlichting blijft bestaan. Omdat jongeren behoefte hebben aan informatie en advies, lanceert het NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie) een integraal landelijk programma Jeugd en Seks.

De voorzieningen rondom hulp, begeleiding en advies ten aanzien van seksualiteit staan onder druk, dat blijkt ook uit de actuele discussie rond de Rutgershuizen. Niet alleen in de hulpverlening maar ook in de voorlichting met name aan jongeren zijn de laatste jaren ongewenste lacunes te ontstaan. Het NIGZ vindt het onverantwoord als jongeren op deze manier in de kou worden gezet.

Jongeren hebben veel vragen over seksualiteit
Uit voorlichtingsprojecten waarbij het NIGZ is betrokken, blijkt dat jongeren vragen hebben over seksualiteit, die ze lang niet altijd kunnen of willen stellen aan ouders, huisarts of leerkracht. Jongeren kiezen daarvoor andere kanalen, zoals internet. Met name signaleert het NIGZ dat binnen de voorlichting vragen bestaan zijn over specifiek multiculturele aspecten van seksualiteit. Naast de vragen die jongeren hebben, merkt het NIGZ dat er ook maatschappelijke redenen zijn om seksuele voorlichting een nieuwe impuls te geven. De homovijandigheid is de afgelopen jaren toegenomen. Ondanks een staatsrechtelijke acceptatie van bijvoorbeeld het homohuwelijk, blijkt homoseksualiteit onder jongeren moeilijk bespreekbaar te zijn. Een andere aanleiding is de stijging van het aantal gevallen van seksueel overdraagbare aandoeningen die vanaf 1999 is te constateren.
Daarom blijft seksuele voorlichting aan jongeren nog steeds hard nodig. Dit wordt ook bevestigd door leerkrachten die sinds het verdwijnen van Rutgers Consult, nu ongeveer een jaar geleden, vaak niet weten waar ze voor hulp en ondersteuning terecht kunnen.

Seksuele voorlichting op scholen inconsequent vormgegeven
Via leerkrachten merkt het NIGZ ook dat seksuele voorlichting op scholen zeer verschillend wordt georganiseerd en uitgevoerd. In principe moeten alle scholen voor voortgezet onderwijs sinds midden jaren '90 aandacht besteden aan seksuele voorlichting. Daarnaast vindt het NIGZ dat ook in de basisschool op zo vroeg mogelijke leeftijd een start gemaakt zou moeten worden met het omgaan met relaties en seksualiteit. Ook binnen de kinderopvang is het omgaan met intimiteit een onderwerp dat aandacht behoeft. Op dit moment is er nauwelijks ondersteuning voor medewerkers binnen de kinderopvang om daarmee te leren omgaan.
Daarbij blijkt op scholen voor voortgezet onderwijs, waar seksuele voorlichting wel verplicht is, de aanpak van school tot school te verschillen. De ene docent besteedt er uitgebreid via diverse lessen aandacht aan, de andere docent behandelt de gehele seksualiteit in één lesuur. Ook bij leerkrachten bestaat behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van deze lessen.

Programma Jeugd en Seks
De werkzaamheden van het NIGZ op het terrein van seksuele voorlichting op scholen en de landelijke positie van het instituut hebben geleid tot de ontwikkeling van een integraal programma op het terrein van Jeugd en Seks. Het NIGZ lanceert het programma Jeugd en Seks voor kinderen en jongeren van nul tot achttien jaar, en zal daarin samenwerking zoeken met onder andere de ministeries van VWS en OCenW, Zorg Onderzoek Nederland en diverse vooraanstaande partners zoals GGD'en, de Stichting SOA-bestrijding, de Rutgers Nisso groep, TNO-Preventie en Gezondheid. Doel van het programma is primair om tot een meerjaren opzet te komen waarin voorzieningen worden gecreëerd voor uiteenlopende doelgroepen van kinderen en jongeren van nul tot achttien jaar.
Ook zal het programma aandacht besteden aan structurele ondersteuning van intermediaire partijen, zoals ouders, leerkrachten, jeugdwerkers, kinderopvangmedewerkers en artsen.
Het NIGZ denkt bij de concrete uitwerking van de programma-onderdelen niet alleen aan een aanbod van onderwijsmaterialen en actieve ondersteuning en training van docenten en voorlichters, maar ook aan een intensief gebruik van internetsites en telefonische helpdesks.
In de komende maand wordt het programma in conceptvorm ter becommentariëring aangeboden aan samenwerkingspartners en primaire overheidsrelaties. Na verwerking van de commentaren zal het programma landelijk worden gepresenteerd op maandag 15 oktober aanstaande.

Inlichtingen
Hebt u vragen, wilt u de presentatie van het programma Jeugd en Seks bijwonen, of wilt u vanaf 15 oktober informatie toegestuurd krijgen over het programma, neemt u dan contact op met:

NIGZ
Marion Rikken
0348 - 439 874
vanaf 15 oktober zal het programma ook in te zien zijn via www.nigz.nl