PERSBERICHT
Overleg tussen de vakbonden van BeNeLux en Duitsland DE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING TUSSEN DE VAKBONDEN VAN DE DOORNGROEP
VERDIEPEN: KOOPKRACHT EN LEVENSLANG LEREN.
Sinds 1997 plegen de vakbonden van Duitsland, Luxemburg, Nederland en België
(de 'groep van Doorn') intensief overleg met elkaar op het vlak van
looneisen en arbeidsvoorwaardenbeleid. Bedoeling van deze
grensoverschrijdende samenwerking is om in de nieuwe Europese monetaire unie
de onderlinge concurrentie inzake lonen en CAO-beleid te vermijden en om
zich in te zetten voor maatregelen die koopkracht en werkgelegenheid
bevorderen.
Op 6 en 7 september 2001 heeft in Belgische Houffalize de jaarlijkse
conferentie van de groep van Doorn plaatsgevonden. Tijdens deze samenkomst
hebben de vakbondsvertegenwoordigers gesproken over de evolutie van de lonen
in de voorbije jaren, de vooruitzichten voor de loonronde 2002 en de
economische achtergrond waartegen onderhandelingen de laatste jaren
plaatsvinden. Afgesproken werd om inzake 'niet-loongebonden' onderdelen van
CAO-afspraken een gezamenlijke internationale actie te ondernemen.
Belangrijkste besluiten
1) De groep van Doorn stelt vast dat in 1999, 2000 en 2001 verantwoorde
CAO-afspraken werden afgesloten. De aangesloten bonden zijn verontrust over
de tegenvallende groei die mede het gevolg is van het restrictieve monetaire
beleid van de Europese Centrale Bank. Zij waarschuwen ervoor dat met de
vorming van de muntunie concurrentieverbetering en exportbevordering door
competitieve loonmatiging geen uitzicht biedt op een herstel van de groei in
het geheel van de Eurozone. Met een export van de Europese muntunie die
amper 10 procent van het BBP bedraagt, is het belang van de binnenlandse
vraag doorslaggevend. Naar de volgende loonronde(s) toe herhalen de
vakbonden van Duitsland, Nederland, Luxemburg en België dan ook hun
engagement om elkaar onderling niet te beconcurreren en om zich in te zetten
voor een onderhandelingsruimte die gebaseerd is op de som van inflatie en de
stijging van de arbeidsproductiviteit.
2) De deelnemende bonden stellen vast dat ,naast de loononderhandelingen,
kwalitatieve vragen een belangrijk thema zijn voor de collectieve
onderhandelingen. Voor 2002 hebben ze afgesproken dat levenslang leren het
gemeenschappelijk niet-loongebonden thema is. De bonden willen in ieder
geval vermijden, dat de ontwikkeling naar een kenniseconomie de
ongelijkheden in onze samenleving tussen hoog- en laaggeschoolden vergroot
en tot een grotere onzekerheid voor werknemers leidt. Daarom wil de
Doorngroep dat :
- levenslang leren een recht wordt voor alle werknemers;
- de vormingsinspanningen van de werkgevers controleerbaar en internationaal
vergelijkbaar zijn;
- vormingsinspanningen in de eerste plaats als investeringen beschouwd
worden;
- de bonden op de volgende topconferentie over de geboekte resultaten
rapporteren.
3) De vakbonden verenigd in de groep van Doorn verzetten zich ook tegen
vormen van indirecte loonconcurrentie via belastingverlagingen of
verminderingen van bijdragen aan de sociale zekerheid. De aangesloten bonden
zullen elkaar systematisch informeren over de geplande lastenverlagingen in
de verschillende landen. Daarenboven spreken ze af om belastingverlagingen
of verminderingen van de werknemersbijdragen aan de sociale zekerheid niet
door te vertalen naar de onderhandelingsruimte.
De aangesloten bonden ondersteunen sociaal gerichte belastingsverminderingen
ten voordele van werknemers, mits er voldoende middelen gewaarborgd zijn om
het niveau van sociale zekerheid en van de overheidsdiensten te verbeteren.
Praktische afspraken
Praktisch zullen de vakbonden van de groep van Doorn in het komende jaar:
- een e-mail groep opzetten tussen syndicale onderhandelaars, zodat
informatie over CAO's vlugger wordt uitgewisseld ;
- de mogelijkheid onderzoeken hoe een permanent werksecretariaat kan worden
uitgebouwd;
- in de herfst 2002 op politiek niveau opnieuw samenkomen in Nederland met
als centrale punt de rapportering over levenslang leren en de
loonontwikkeling 2003;
-binnen de technische werkgroep een dossier uitwerken inzake arbeidstijd.
FNV Voorlichting:
Paulus Plas: 020 58 16 552