Welkomstwoord staatssecretaris Gijs de Vries op de conferentie
'Wie de schakel past...'
Een toespraak bij het onderwerp Brandweer en Rampenbestrijding
12 september 2001
Dames en heren,
Ik heet u van harte welkom op de conferentie wie de schakel
past.... Een conferentie over de toekomst van de rampenbestrijding
in Nederland.
(U hoeft de beelden die hier zojuist zijn vertoond niet eens goed
te hebben bekeken om te beseffen dat de aandacht voor veiligheid
geen moment mag verslappen.)
De beelden van Enschede en Volendam liggen nog vers in het
geheugen. Dat waren niet de rampen van daar ver weg, daar in
Enschede en Volendam, het waren rampen van heel Nederland, van
meelevende Nederlanders, van hulpverlenend Nederland en van
bestuurlijk Nederland. Hoeveel mensen hebben bij het zien van de
afschuwelijke beelden niet even om zich heen gekeken en zich
afgevraagd hoe het zat met hun eigen veiligheid? Ook u heeft, hoop
ik, de balans opgemaakt en de noodzaak gevoeld dat de
veiligheidsketen die de Nederlandse rampenbestrijdingsorganisatie
is, verder moet worden versterkt.
Het gaat niet alleen om een vuurwerkfabriek, of om een café op
driehoog. Het gaat ook om industrieën, vervoersmodaliteiten, en
bevolkingsdichtheid. Deze en andere factoren maken Nederland tot
een risicovolle maatschappij.
Hoe gaan we daar als overheid mee om?
Een veiliger Nederland is natuurlijk niet een zorg voor de
overheid alleen. De overheid deelt die zorg met burgers en
bedrijven. Bestuurders van verenigingen en scholen hebben net zo
goed een verantwoordelijkheid voor onder andere - brand -
veiligheid. Ondernemers en ouders hebben die verantwoordelijkheid
evenzeer als politie. De overheid moet wel leiding geven: normen
stellen, controleren en waar nodig sanctioneren.
In Nederland hebben we binnen de overheid te maken met
verschillende bestuurslagen: Rijk, provincies, regios en
gemeenten. Ieder met eigen taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden. Eenzelfde verdeling is ook terug te vinden bij de
operationele diensten die bij de rampenbestrijding zijn betrokken.
Ieder zijn eigen taak - daar ligt de kracht én de zwakte van de
veiligheidsketen. Er schuilt kracht in de kennis en kunde van elke
afzonderlijke partij en de meerwaarde van die gebundelde kracht is
groot. Maar ook de zwakheden van een stelsel van gedeelde
verantwoordelijkheid zijn evident: het afschuiven van
verantwoordelijkheden, het wegkijken bij het tekortschieten van
partners, de competentieruzies.
Onmiskenbaar is dat de organisatie van de rampenbestrijding in ons
land de afgelopen jaren aanzienlijk is verbeterd. Toch laten de
rapporten van de Rekenkamer, de commissie-Oosting, de
commissie-Alders en de Inspectie Brandweer en Rampenbestrijding
zien dat het stelsel nog altijd een aantal zwakke schakels telt.
Zeker is dat de komende jaren door alle betrokkenen, operationeel
zowel als bestuurlijk, extra werk moet worden verzet om alle
aanbevelingen en actiepunten uit te voeren en daarmee de
voorbereiding op rampenbestrijding te verbeteren.
Binnen het kabinet heeft veiligheid een hoge prioriteit. Dat is
ook terug te zien aan het geld dat de afgelopen jaren extra is
uitgetrokken voor de rampenbestrijding: van jaarlijks 20 miljoen
in 1998 tot 200 miljoen structureel vanaf 2003.
Essentieel is dat deze investeringen de vereiste resultaten
opleveren. Het gaat de burger niet om de input van de overheid,
maar om de output. Resultaat is één van de vier Ren die aan de
orde komen in de Toekomstverkenningen van het Kabinet. De andere
drie Ren staan voor Richting, Ruimte en Rekenschap.
De 4 Ren kunnen worden beschouwd als een werkmodel voor de
rijksoverheid zelf: de overheid geeft richting, neemt ruimte,
boekt resultaat en legt rekenschap af. Dat geldt echter niet
alleen voor de Rijksoverheid, maar ook voor gemeenten,
waterschappen en provincies.
De overheid is aanspreekbaar op de veiligheid. Zij moet daarom
richting durven geven, prioriteiten en concrete doelen stellen.
Aan zichzelf én aan anderen. De overheid moet daarbij duidelijk
maken welke ruimte zij zelf opeist, welke taken de overheid dus
tot de hare rekent, en hoeveel ruimte zij aan anderen geeft om de
veiligheid te verbeteren. Een richtinggevende overheid moet
hierover duidelijke afspraken maken met de verschillende partners.
Bovenal is noodzakelijk dat rampenbestrijding hoog op de
bestuurlijke agenda blijft staan. Het mag niet opnieuw, zoals na
vorige rampen is gebeurd, wegzakken uit de prioriteitenlijst van
bestuurders en volksvertegenwoordigers.
De Rijksoverheid heeft duidelijk Richting gegeven in de
beleidsnota Rampenbestrijding 2000-2004. Kernpunten zijn een veel
sterker accent op preventie en op bestuurlijke en operationele
samenhang. Die richting is de juiste, zo stelden zowel de
Commissie-Oosting als de Commissie-Alders. Waar het om gaat, zo
benadrukte Alders terecht, is nu te doen wat is afgesproken. Hier
liggen taken voor het rijk, maar ook voor de mede-overheden.
Er blijken nog altijd regios te zijn die de rapporten Oosting en
Alders en de kabinetsreacties niet bestuurlijk hebben besproken.
Ik roep de betrokkenen op hun achterstand in te lopen.
Ruimte is door gemeenten, provinciën en rijk gecreëerd door extra
geld vrij te maken. Ik heb opdracht gegeven tot een landelijk
onderzoek om duidelijk te krijgen of de financiële middelen voor
de rampenbestrijding die de diverse overheden beschikbaar hebben
gesteld, toereikend zijn voor de noodzakelijke versterking.
Voor de omvang en verdeling van de middelen is van belang dat
regios bestuurlijk vaststellen aan welke risicos zij het hoofd
moeten bieden en welke operationele capaciteit daarvoor nodig is.
Tot nu toe heeft 60% van de regios de risicos geïnventariseerd en
20% heeft de bestuurlijke besluitvorming afgerond. Hier moet nog
veel werk worden verzet.
De overheid moet richting geven, ruimte nemen, resultaat boeken en
rekenschap afleggen. Als alle overheden zo handelen, smeden wij
een keten van sterke schakels. Een keten waarin geen plaats meer
is voor de vrijblijvendheid waarmee de uitkomsten van het Project
Versterking Brandweer hier en daar zijn behandeld.
Dames en heren,
Een veiligere samenleving is het werk van vele partners. Een
veiligere samenleving is daarmee voor een belangrijk gedeelte
afhankelijk van de kwaliteit van de samenwerking. Samenwerking
tussen overheden onderling, tussen overheden en operationele
diensten, én tussen overheden, instellingen, burgers en bedrijven.
Vandaag zullen verschillende sprekers zich buigen over hoe we dit
het beste kunnen realiseren. De antwoorden, en onze gezamenlijke
inzet om te doen wat wij hebben afgesproken, zijn van eminent
belang voor de veiligheid van ons land.
Ik dank u wel.
Relevante links:
Toespraak staatssecretaris Gijs de Vries van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op de conferentie 'Wie de schakel past...'