IP/01/1280
Alden Biezen, 18 september 2001
Byrne en Fischler pleiten voor doortastend optreden inzake GGO's
Tijdens de informele Landbouwraad in Alden Biezen (België) hebben
Franz Fischler, Commissaris voor Landbouw, plattelandsontwikkeling en
visserij, en David Byrne, Commissaris voor Gezondheids- en
consumentenbescherming, vandaag de beleidsmakers opgeroepen om
doortastend op te treden met betrekking tot genetisch gemodificeerde
organismen (GGO's). "De verhitte publieke discussie in Europa laat
duidelijk zien dat het uiterst belangrijk is gehoor te geven aan de
bezorgdheid in onze samenleving. De Commissie heeft dit gedaan door
voorstellen in te dienen voor duidelijke etikettering, traceerbaarheid
en een gedegen, op wetenschappelijke kennis gebaseerd stelsel van
vergunningen. Het getuigt volgens mij van weinig politiek leiderschap
wanneer politici populistische uitspraken napraten en inspelen op
angstgevoelens om goedkoop te scoren", aldus Fischler. David Byrne
voegde hieraan toe: "Een hoog niveau van bescherming, duidelijke
keuzemogelijkheden voor de consument en transparante, uniforme en
doeltreffende vergunningsprocedures zijn van essentieel belang om de
maatschappelijke aanvaarding van en het vertrouwen in de toepassing
van biotechnologie voor levensmiddelen en veevoeder te bevorderen.
Vaak hebben discussies over GGO's geleid tot veel geblaat en weinig
wol. Als politieke leiders moeten wij ervoor zorgen dat onze burgers
onbevooroordeelde feiten over biotechnologie te horen krijgen. Er zijn
teveel loze beweringen gedaan die niet passen in de wetenschappelijk
onderbouwde aanpak van voedselveiligheid waarvan ik voorstander ben.
Daarom roep ik alle partijen op tot een rationeel debat en een
evenwichtige aanpak. Het Europese publiek beschouwt veiligheid als het
belangrijkste ingrediënt van hun voedsel. Als het gaat om
voedselveiligheid zijn compromissen uit den boze. Het
gemeenschappelijke principe voor de bestaande en voorgestelde
wetgeving van de Commissie inzake GGO's luidt dat genetisch
gemodificeerde levensmiddelen en veevoeders geen enkel risico mogen
vormen of veroorzaken, noch voor de gezondheid van mens en dier, noch
voor het milieu."
David Byrne heeft de ministers van Landbouw voor het eerst de
recentelijk goedgekeurde voorstellen van de Commissie inzake de
traceerbaarheid en de etikettering van genetisch gemodificeerde
levensmiddelen en veevoeders gepresenteerd. Hij benadrukte daarbij:
"Volgens de huidige etiketteringsvoorschriften van de EU moet op
etiketten van genetische gemodificeerde levensmiddelen worden vermeld
of er in het eindproduct sporen van genetisch gemodificeerde DNA- of
proteïneresten zijn waar te nemen.
Daar valt volgens mij nog wel wat aan te verbeteren. Ik wil de
Europese consument een heel eenvoudige keuze geven: iedere consument
moet zelf kunnen bepalen of hij levensmiddelen koopt die op basis van
GGO's zijn geproduceerd. Voor het eerst moet ook genetisch
gemodificeerd veevoeder zo duidelijk worden geëtiketteerd dat
veehouders zelf kunnen kiezen. Tot slot moet de Europese
Levensmiddelenautoriteit zorgen voor een vergunningsprocedure die voor
alle Europeanen identiek is."
"Het vraagstuk van de GGO's is buitengewoon belangrijk", voegde de
heer Fischler eraan toe, "niet alleen voor de landbouw, de industrie
en de wetenschap, maar ook voor de werkgelegenheid. We moeten de
consument tegen mogelijke risico's beschermen en openlijk praten over
de voors en tegens van biotechnologie. We moeten een proactieve
houding aannemen en het grote publiek duidelijk maken welke risico's
het loopt als het deze technologie de rug toekeert. We moeten
duidelijk maken welke voordelen biotechnologie kan opleveren, van het
bestrijden van hongersnood door gewassen tegen droogte bestand te
maken, tot verantwoorde toepassingen op medisch gebied. En we moeten
toegeven dat er in dit opzicht nog veel te verbeteren valt." Fischler
benadrukte verder dat een van de grootste uitdagingen in verband met
GGO's erin bestaat de duurzaamheid van zowel de conventionele als de
biologische landbouw te waarborgen. "Uit de biologische landbouw moet
iedere vorm van genetische modificatie worden geweerd. We moeten alles
in het werk stellen om te voorkomen dat GGO's in de biologische
productie terechtkomen."
Hernieuwbare landbouwgrondstoffen
Met betrekking tot het tweede onderwerp van de informele Landbouwraad,
hernieuwbare landbouwgrondstoffen, benadrukte Fischler dat bij
grootschaliger gebruik van biologische brandstoffen, de landbouw een
belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het terugdringen van de
CO2-uitstoot. "We hebben al verschillende maatregelen goedgekeurd om
de productie van biomassa te stimuleren, zoals maatregelen om de teelt
van niet voor voedingsdoeleinden bestemde gewassen op braakgelegde
grond mogelijk te maken, en investeringssteun in het kader van de
programma's voor plattelandsontwikkeling", aldus Fischler. Hij voegde
eraan toe dat het grote verschil tussen de prijs van bio-energie en
die van fossiele energie een grote handicap is. "Dit prijsverschil is
echter niet het gevolg van een reëel concurrentieel nadeel van
bio-energie. Fossiele energiebronnen profiteren namelijk van het feit
dat de externe sociale kosten, zoals de CO2-uitstoot, niet in de
marktprijzen voor deze brandstoffen worden verrekend. De politiek moet
ingrijpen om de echte kosten in rekening te brengen door middel van
belastingen op fossiele brandstoffen en belastingvrijstellingen of
verplichte marktaandelen voor biologische brandstoffen", zo
verduidelijkte Fischler.
Fischler zei de ministers dat de Commissie in de komende weken een
besluit zal nemen over een initiatief om het gebruik van biologische
brandstoffen aanzienlijk te verruimen door middel van verplichte
marktaandelen voor bio-ethanol en bio-diesel in de vervoersector. "Dit
biedt onze landbouwers een goede kans. De productie van bio-energie
kan een nieuwe bron van landbouwinkomen worden, en het produceren van
bio-energie is een duidelijk voorbeeld van duurzame en
multifunctionele landbouw. Een stimulering van de vraag naar
bio-energie kan ook zorgen voor aantrekkelijker prijzen. Dit is
vanzelfsprekend ook een stimulans voor onze concurrenten op de
wereldmarkt om verwerkte biologische brandstoffen of grondstoffen naar
de EU te exporteren. Gezien onze WTO-verplichtingen kunnen we deze
invoer niet tegenhouden en kunnen we ook geen rechtstreekse betalingen
voor specifieke gewassen toestaan.
Zelfs het recht om op braakgelegde grond niet voor voedingsdoeleinden
bestemde gewassen te telen, is beperkt, aangezien wij ons moeten
houden aan de areaalbeperkingen voor bijproducten in het kader van het
Blair House-akkoord. Daarom rest ons maar één keuze: we moeten het
concurrentievermogen van onze biomassaproductie vergroten, zowel ten
opzichte van fossiele grondstoffen als ten opzichte van de
concurrenten buiten de EU", aldus Fischler.