PvdA-kamerlid Marleen Barth over de toekomst van het muziekonderwijs
18 september 2001 Marleen Barth
De PvdA vindt goed onderwijs van groot belang. Niet alleen goed
onderwijs in rekenen en taal, óók goed onderwijs in muziek hoort
daarbij. Muziekonderwijs draagt bij aan de kansen en ontwikkeling
van leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat muziekles een positieve
invloed heeft op de taalontwikkeling en de rekenvaardigheid van
leerlingen.
Volgens het Cito gaat het de laatste tijd gaat het niet zo goed met
het muziekonderwijs op de Nederlandse basisschool. De kerndoelen
worden meestal niet gehaald. Zeventig procent van de scholen
gebruikt geen methode bij het geven van muziekles en het niveau van
het zingen werd net als in 1992 laag beoordeeld.
PvdA-kamerleden Judith Belinfante en Marleen Barth stelden eerder
kritische vragen over het muziekonderwijs aan de staatssecretaris
van Cultuur en aan de staatssecretaris van Onderwijs. Uit de
praktijk van het muziekonderwijs kwamen veel reacties op de door
ons gestelde vragen. Dit leidde dinsdag 28 augustus tot een gesprek
tussen een aantal deskundigen uit de muziekwereld en het onderwijs
en Marleen Barth over de toekomst van het muziekonderwijs op de
basisschool.
De deskundigen zijn van mening dat er aan het muziekonderwijs op de
Nederlandse basisscholen veel kan worden verbeterd. Over de manier
waarop dit het beste kan gebeuren lopen de meningen soms uiteen.
Vrijwel alle deskundigen vinden dat er op de PABO onvoldoende tijd
wordt besteed aan het muziekonderwijs. Om muziekles op een goed
niveau te kunnen verzorgen is het vereist dat de docent zelf de
benodigde vaardigheden in huis heeft. Niet iedere PABO-leerling
heeft van huis uit deze bagage meegekregen en niet iedere
PABO-leerling heeft de aanleg om zich deze vaardigheden in korte
tijd meester te maken. Sommige PABO-opleidingen proberen door het
aanbieden van extra vakken de schade nog enigszins te beperken.
Andere PABO's sturen hun leerlingen met onvoldoende bagage de
praktijk in.
Op dit moment is het inschakelen van een vakdocent voor het geven
van het muziekonderwijs niet altijd even makkelijk. Ondanks dat
afgestudeerden aan het conservatorium eerstegraads bevoegd zijn,
mogen zij geen onderwijs geven aan leerlingen van de basisschool.
Dit is ook niet toegestaan als ze bijvoorbeeld een aanvullend jaar
een pedagogische opleiding zouden volgen. Dit vindt de PvdA een
slechte zaak. Juist het bijscholen van conservatorium
afgestudeerden leidt tot een grote sprong vooruit als het gaat om
goed muziekonderwijs op de basisschool.
Naast een gebrekkige muziekopleiding is er volgens de deskundigen
ook een teruglopende interesse voor het vak muziek op een aantal
scholen. Doordat de onderwijsinspectie en soms ook de ouders
scholen steeds vaker afrekenen op taal en rekenen, kiezen steeds
meer scholen ervoor om zich meer te concentreren op taal en rekenen
en minder op bijvoorbeeld kunstvakken als muziek.
De controle van de inspectie laat nog wel wat te wensen over. Als
de inspectie het muziekonderwijs al controleert, kijkt ze meestal
alleen maar of het op papier in orde is. Aan een beoordeling van
het muziekonderwijs zelf komt ze niet toe, zo luidde de kritiek van
de deskundigen.
Ook gebrek aan geld is een probleem, zo bleek. Kapotte
instrumenten, geen geld voor goede lesmethoden en de voorkeur het
weinige beschikbare geld in taal en rekenen te steken blijkt nogal
eens gangbare praktijk. Ook komt er in de praktijk weinig terecht
van het bijscholen van het zittend personeel.
Er werd op de bijeenkomst niet alleen gesproken over de problemen waarmee het muziekonderwijs geconfronteerd wordt. Er was ook aandacht voor mogelijke oplossingen. Een aparte vakopleiding aan het conservatorium, meer aandacht voor het vak muziekles op de PABO, meer geld en een beter inspectietoezicht. Als we het muziekonderwijs echt willen verbeteren, moet de oplossing worden gezocht in een combinatie van maatregelen. De PvdA-fractie komt daarom nog dit najaar met concrete voorstellen om de kwaliteit van het muziekonderwijs op de basisschool te verbeteren.