Initiatief Bussemaker en Van Dijke moet zeggenschap werknemers over
arbeidstijden vergroten
18 september 2001 Jet Bussemaker
Werknemers moeten over voldoende instrumenten beschikken om zich
teweer te kunnen stellen tegen 'overvraging' van de werkgevers als
gevolg van flexibilisering van de arbeid. Dat geldt in het
bijzonder als het erom gaat of bij het bepalen van de arbeidstijden
voldoende rekening wordt gehouden met de persoonlijke
omstandigheden van de werknemer buiten het werk, zoals de zorg voor
anderen en algemene maatschappelijke verantwoordelijkheden.
Dat is de achterliggende gedachte die ertoe heeft geleid dat
PvdA-kamerlid
Jet Bussemaker samen met Leen van Dijke (RPF) een
initiatiefwetsontwerp heeft ingediend tot wijziging van de
Arbeidstijdenwet. Daardoor krijgen werknemers meer mogelijkheden
zich te verzetten tegen eenzijdig door de werkgevers opgelegde
flexibilisering. Ook wordt het instemmingsrecht van de werknemers
vergroot: indien de aard van de werkzaamheden werken op zondag niet
noodzakelijk maakt, kan de werknemer hiervoor alleen worden ingezet
als deze daarmee instemt.
De indieners hebben niet de intentie de doelstellingen van de
huidige Arbeidstijdenwet te wijzigen. Hoewel zij veel veranderingen
in de arbeidsmarkt positief waarderen, zijn zij van mening dat
aanpassing van de wet wenselijk is om zodoende de zeggenschap van
individuele werknemers over hun arbeidstijd te vergroten. Vooral
denken zij met hun wijziging knelpunten weg te nemen die het gevolg
zijn van de combinatie van betaalde arbeid en deelname aan het
maatschappelijk leven, zoals bijvoorbeeld de verenigbaarheid van
arbeid en zorgtaken.