Ministerie van Financien

Persbericht

No 01/251
Den Haag
18 september 2001

Miljoenennota 2002: Uitgavenimpuls van 3,8 miljard euro; Lastenverlichting 1,3 miljard euro; Daling staatsschuld tot onder de 50% BBP

Voor het eerst in 5 jaar groeit de Nederlandse economie naar verwachting met minder dan 3%. Zowel voor dit jaar als voor 2002 wordt een BBP groei van 2% verwacht. Dit is mede een gevolg van de ontwikkelingen van de wereldeconomie. Ondanks de minder sterke groei wordt in de Miljoenennota voor 2002 een positief EMU-saldo van 1,0% BBP geraamd. Daarnaast is het mogelijk in de begroting 2002 voor 3,8 miljard euro (8,4 miljard gulden) extra te intensiveren. Tevens is er een pakket lastenverlichting ter waarde van 1,3 miljard euro (2,9 miljard gulden) opgesteld. De staatsschuld daalt in 2002 met 6,6 miljard euro (14,5 miljard gulden) en komt daarmee voor het eerst sinds 1980 onder de 50%. De begroting 2002 is volledig in euro's opgesteld omdat in het komende jaar de euro de enige valuta in Nederland is. Verder is het de eerste begroting die in een nieuwe opzet is vormgegeven.

De Nederlandse economie
In de afgelopen drie jaar was de groei van de Nederlandse economie met gemiddeld bijna 4% (BBP), hoger dan verwacht. Dit jaar en volgend jaar zal de Nederlandse economie zich minder gunstig ontwikkelen met een, door het Centraal Planbureau (CPB), verwachte groei van 2% in 2001 en 2002. Hiermee is de groeiraming nog iets lager van de behoedzame veronderstellingen uit het regeeraccoord. De Nederlandse groei volgt daarmee de lagere ontwikkeling van de wereldhandel, waarvoor in 2001 een groei wordt verwacht van 3% en in 2002 van 5,75%. Eerder dit jaar verwachtte het CPB nog groeicijfers van respectievelijk 6,25% en 7% voor de wereldhandel.

De werkloosheid stijgt voor het eerst sinds jaren en komt in 2002 naar verwachting uit op 280.000. Een stijging van 3,25% van de beroepsbevolking voor dit jaar naar 3,75% voor volgend jaar. Het CPB verwacht voor 2002 een stijging van de contractlonen in de marktsector met 3,75%. De inflatie voor 2002 wordt op 2,5% geraamd, tegen 4,5% voor dit jaar. De koopkracht stijgt in 2002 tussen de 1,25 en 1,75%.

Budgettaire ruimte
Bovenop de reeds in het Regeerakkoord geplande intensivering van 4,4 miljard euro (9,7 miljard gulden) en de extra intensiveringen in voorgaande jaren (2,8 miljard euro, ofwel 6,2 miljard gulden), heeft het kabinet voor 2002 binnen het uitgavenkader ruimte gevonden voor een extra impuls van 3,8 miljard euro (8,4 miljard gulden). De intensiveringen in 2002 komen ten goede aan de maatschappelijke prioriteiten zorg ( 1,6 miljard euro/3,5 miljard gulden), onderwijs (1,0 mrd euro/2,1 mrd.gulden) en veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving (0,6 mrd euro/1,4 mrd gulden). Een belangrijk deel van deze uitgavenimpuls in deze sectoren wordt gebruikt om de arbeidsomstandigheden bij de rijksoverheid sterk te verbeteren.

Tabel 1 Uitgavenintensiveringen; in miljarden euro's Uitgavenintensivering naar clusters
Regeerakkoord
MN 2000 en 2001
MN 2002
Zorg

1,2
0,5

1,6
Onderwijs
0,8
0,7

1,0
Infrastructuur

1,0
0,4
0,0
Natuur en milieu
0,2
0,3
0,1
Veiligheid en leefbaarheid
0,4
0,3
0,6
Werkgelegenheids- en inkomensbeleid 0,8
0,2
0,2
Overig
0,1
0,4
0,3
totaal uitgavenintensiveringen
4,4

2,8

3,8

De extra ruimte voor deze intensivering en is onder meer ontstaan door meevallende uitgaven zoals rente  en bij de sociale zekerheid door een lagere werkloosheid dan verwacht bij het Regeerakkoord

De uitgaven worden onderverdeeld in de uitgavenkaders voor de Rijksbegroting in enge zin (exclusief zorg en sociale zekerheid), de sector Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt en de sector Zorg. De totale uitgaven van de rijksoverheid komen daarmee in 2002 op 173,2ard euro (381,7 miljard gulden) en blijven daarmee onder het totale uitgavenkader.

Tabel 2 Toetsing van de overheidsuitgaven aan de uitgavenkaders 2002; in miljarden euro's

Rijksbegroting
SZA
Zorg
Totaal
Uitgaven 2002
88,5
53,2
31,5
173,2
Uitgavenkaders 2002
88,8
54,1
30,3
173,2
Verschil

-0,3

-1,0

1,3
0

Het kabinet is er in geslaagd om ondanks de lagere economische groei een omvangrijk pakket aan investeringen te presenteren en tegelijkertijd de uitgaven binnen de afgesproken uitgavenkaders te houden. Lastenverlichting
In 2002 bedraagt de lastenverlichting 1,3 miljard euro (2,9 miljard gulden). De totale lastenverlichting in deze kabinetsperiode komt daarmee uit op bijna 5 miljard euro (10,8 miljard gulden). In het Regeerakkoord was voor de gehele kabinetsperiode voorzien in een lastenverlichting van ruim 2 miljard euro (4,5 miljard gulden). In 2001 is het belastingstelsel drastisch herzien met de Blastingherziening 2001. Dit bracht een omvangrijke generieke lastenverlichting met zich mee van 2, 8 miljard euro (6,2 miljard gulden). Voor 2002 is gekozen voor een minder omvangrijke lastenverlichting, die voor specifieke groepen wordt ingezet. Belangrijke doelen zijn het bevorderen van het arbeidsaanbod, met name voor herintreders en ouderen, en het tegengaan van de armoede val.

Tabel 3 Lastenverlichting 2002; in miljarden euro's Lastenverlichting
2002
Arbeidsmarkt en armoedeval
0,7
Ondernemers (o.a. Vpb)
0,3
Mobiliteit (o.a schone auto's)
0,2
Overigen (o.a. milieu en successierecht) 0,2
Totale lastenverlichting

1,3


Inkomsten
De inkomsten aan belastingen, premies en aardgas worden in 2002 geraamd op ruim 175 miljard euro (387,3 miljard gulden). Zowel belastingen, premies en gasbaten komen hoger uit dan de ijklatten die in de Miljoenennota 1999 op basis van het Regeerakkoord waren opgesteld. De belastingen en premies respectievelijk met 7,8 en 2,8 miljard euro (17,2 en 6,2 miljard gulden). Dit komt met name door een hogere werkgelegenheidsgroei, als gevolg van de betere economische ontwikkelingen in 1999 en 2000 dan verwacht. De aardgasbaten vallen in 2002 1,3 miljard euro (3,0 miljard gulden) hoger uit als gevolg van een hogere olieprijs - waar de gasprijs aan gekoppeld is - en een hogere dollarkoers - waar de olieprijs in wordt uitgedrukt. De totale inkomstenmeevaller in 2002 bedraagt hierdoor 12 miljard euro (26,4 miljard gulden).

Tabel 4 Toetsing van de overheidsinkomsten aan de inkomstenijklat 2002; in miljarden euro's

Belastingen c.s.
Premies
Aardgas
Totaal
Inkomsten 2002
111,4
62,1

2,3
175,9
Inkomstenijklat Miljoenennota 2002
103,6
59,3

1,0

163,9
Verschil

7,8

2,8

1,3

12,0


EMU-saldo/schuld
In 2002 wordt het EMU-saldo geraamd op + 1,0% BBP. In 2001 zal het overschot naar verwachting eveneens 1,0% BBP bedragen. Het positieve saldo is in 2001 lager dan in 2000 door de lastenverlichting in het kader van de belastingherziening. De EMU-schuld komt in 2002 uit op 217 miljard euro (478 miljard gulden), hetgeen overeenkomt met 47,7% BBP. Hiermee komt de schuldquote voor het eerst sinds 1980 onder de 50%.

Tabel 5 EMU-saldo en EMU-schuld; in % BBP


1999

2000

2001

2002
EMU-saldo
0,4%

1,5%1

1,0%

1,0%
EMU-schuld

63,1%

56,1%

51,8%

47,7%
idem in miljarden euro's

235,9

225,2

223,2

216,9

1 Exclusief opbrengst UMTS-veilingen van 0,7% BBP.

Begrotingsbeleid
De begroting voor 2002 kent twee belangrijke wijzigingen. Ten eerste is deze begroting de eerste die volledig in euro's is opgesteld. Deze begroting heeft namelijk betrekking op het jaar 2002 en vanaf 1 januari 2002 is Nederland geen guldenland meer maar euroland. Alle bedragen worden dan in euro's vermeld. Om te wennen aan de omschakeling van gulden naar euro zijn de Miljoenennota de belangrijke bedragen naast euro's ook in guldens weergegeven. De tweede wijziging betreft de begrotingspresentatie. De relatie tussen doelstellingen, prestaties en geld wordt beter weergegeven. De indeling van de begroting is verbeterd en de afweging waar het geld aan wordt uitgegeven kan worden verbeterd door in de begroting en in de verantwoording meer aandacht te geven aan beoogde en gerealiseerde prestaties in relatie tot de ingezette middelen.  Hiermee worden de eerste resultaten van het VBTB-proces (Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording) in de begroting zichtbaar.

Woordvoerder: Ir. N.M. Zoon