Ministerie van Financiën
http://www.minfin.nl
MINFIN: Beheerste ontwikkeling van de lokale heffingen
Persbericht
No 01/252 Den Haag 14 september 2001
Beheerste ontwikkeling van de lokale heffingen
Uit de Monitor Inkomsten uit Lokale heffingen 2001 blijkt dat de
ontwikkeling van lokale heffingen voor de verschillende
inkomensgroepen ligt tussen min 0,3 en plus 0,05 procent van het
besteedbaar inkomen. Het kabinet is dan ook van oordeel dat in het
licht van de macro-economische ontwikkelingen in 2001 sprake is van
een beheerste ontwikkeling van de lokale heffingen.
Deze uitkomsten zijn het resultaat van enerzijds de ontwikkeling van
de opbrengsten van gezins- en bedrijfshuishoudingen van de lokale
heffingen (in 2001 een toename van respectievelijk 7,3% en 8,4%;
waardoor de totale opbrengst toeneemt met 7,6%) en anderzijds de
ontwikkeling van het nominaal beschikbaar gezinsinkomen en het bruto
binnenlands product met respectievelijk 10,3% en 7,5%. Op deze wijze
wordt gecorrigeerd voor volume- en prijseffecten. Deze correctie
resulteert in een daling van de lokale heffingen voor gezinnen met 264
miljoen gulden afgemeten aan de ontwikkeling van het beschikbaar
gezinsinkomen en een daling van de lokale heffingen voor bedrijven en
instellingen van 14 mln afgemeten aan de ontwikkeling van het BBP
(vorig jaar trad respectievelijk een stijging op van 358 mln en een
daling van 94 mln). Per saldo dalen de lokale heffingen in 2001 met
279 mln (vorig jaar trad in totaal een stijging van 265 mln op).
Ontwikkeling lokale heffingen
Monitor 2001 Opbrengstontwikkeling totaal lokale
heffingen Ontwikkeling relevante macro-economische
grootheid Mutatie lokale heffingen als percentage van besteedbaar
inkomen
2001
Gezinnen -264 mln +7,3% +10,3% Max +0,05% Bedrijven -14 mln +8,4% +7,5% -
Totaal -279 mln +7,6% - -
Uit de Monitor blijkt dat gemeenten de stijging van de WOZ-waarden (geraamd op 68% voor woningen en 25% voor niet-woningen) in belangrijke mate hebben gecompenseerd met lagere tarieven. Doordat in het algemeen de WOZ-waarden van woningen veel sterker zijn toegenomen dan die van niet-woningen zijn de tarieven voor woningen sterker gedaald dan die voor niet-woningen. De gemeenten die tariefdifferentiatie toepassen, hanteren voor niet-woningen een hoger tarief dan voor woningen.
Uit de Monitor blijkt verder dat de variatie in de uitvoering van de 100-gulden maatregel opnieuw is toegenomen, door verdiscontering in andere tarieven en inzet voor uitgaven (bijvoorbeeld via het geaccepteerde Leidse model). Voor 2002 blijft de 100-gulden maatregel ongewijzigd van kracht, maar voor de jaren daarna worden alternatieven bekeken.
Woordvoerder: drs. S.A.E. Schrover
18 sep 01 15:37