18.09.01
Justitiebegroting 2002: Impuls aan justitieel jeugdbeleid
Begin volgend jaar verschijnt er een nota over de aanpak van de jeugdcriminaliteit. Ook wordt er een begin gemaakt met het verkorten van de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen. Verder treft justitie voorbereidingen voor het inrichten van extra capaciteit justitiële inrichtingen voor jongeren en er wordt meer geïnvesteerd in de jeugdreclassering en de voogdij. Het ministerie van Justitie besteedt volgend jaar 259 miljoen euro (570 miljoen gulden) aan de kinderbescherming en het voorkomen van jeugdcriminaliteit.
Dit schrijft staatssecretaris N.A. Kalsbeek in de toelichting op haar
begroting van het jaar 2002.
Begin volgend jaar verschijnt de nota `Versterking aanpak
jeugdcriminaliteit'. Deze nota richt zich op de succesfactoren van het
reeds ontwikkelde beleid; bijvoorbeeld het vroegtijdig signaleren, de
harde kern en de allochtone jongeren. Begin 2002 wordt de evaluatie
van het pilotproject vroegtijdige signalering van probleem- en
crimineel gedrag bij kinderen van nul tot twaalf jaar afgerond. Deze
evaluatie staat aan de basis van de nadere implementatie van deze
methode. Eind 2002 zal een draaiboek "Justitie en
opvoedingsondersteuning: samenwerking op lokaal niveau" verschijnen.
Dit draaiboek zal onder andere concrete suggesties bevatten voor de
opzet van samenwerkingsverbanden met instanties voor
opvoedingsondersteuning. Waar nodig wordt een aanzet gegeven tot
ontwikkeling van opvoedingsondersteunend aanbod in situaties waar
Justitie betrokken is.
Bijzondere aandacht gaat uit naar de verkorting van de doorlooptijden
in de jeugdstrafrechtketen. Er worden nieuwe normen voor de
verschillende processtappen bij de onderscheiden ketenorganisaties
opgesteld. Het is van belang de wachttijden in deze processtappen tot
een minimum te beperken. Volgend jaar wordt de Tweede Kamer over de
implementatie geïnformeerd.
Bescherming van minderjarigen vindt onder meer plaats via de Raad voor
de Kinderbescherming. Om de effecten van het beleid in kaart te
brengen voert de Raad in 2002 klanttevredenheidsonderzoeken uit naar
de thema's beschermingsonderzoek, scheidings- en omgangsonderzoek en
adoptie- en naamswijzigingonderzoek. In 2001 zijn de doorlooptijden
bij de Raad per vestiging in kaart gebracht. In 2002 wordt Tweede
Kamer nader geïnformeerd over de normen die hieruit voortvloeien.
De (gezins-)voogdij-instellingen, die zorgdragen voor de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen, ontvangen al vanaf 2001 structureel extra geld (17,2 miljoen euro/ 38 miljoen gulden) waarmee de contacttijd van de gezinsvoogd met hun cliënten fasegewijs wordt verhoogd van gemiddeld zes uur per week in 2001 naar vijftien uur in 2003. In 2002 zal, mede op basis van de uitkomsten van een aantal onderzoeken dat de afgelopen jaren is gepubliceerd, bijzondere aandacht worden besteed aan de vraag of het stelsel van kinderbeschermingsmaatregelen uitbreiding behoeft. Hierover zal de Tweede Kamer in de eerste helft van 2002 worden geïnformeerd.
Sancties jeugd
De benodigde capaciteit van de diverse sanctiemogelijkheden stijgt in
2002. Dat geldt voor de behoefte aan detentiecapaciteit (van 2154 naar
2347), maar ook voor het aantal taakstraffen voor minderjarigen (van
13.900 naar 15.300) en de Halt-afdoeningen (van 22.900 naar 25.600).
Met name de bouw van detentiecapaciteit voor jeugdigen is
noodzakelijk; uit prognoses van het afgelopen jaar blijkt immers dat
het tekort aan capaciteit in enkele jaren kan oplopen tot enkele
honderden. Om hier op te kunnen anticiperen is een aantal maatregelen
in voorbereiding, te weten planvorming, herlocatie en het verwerven
van nieuwe bouwlocaties. Het betreft een uitbreiding van circa 500
nieuwbouwplaatsen. Hiermee is een bedrag gemoeid oplopend tot 3
miljoen euro ( bijna 7 miljoen gulden) structureel in 2004 voor de
aankoop van grond en de start van bouwprocedures. Het Kabinet heeft
voorts voor de volgende zaken extra middelen toegevoegd; circa 20
miljoen euro (44 miljoen gulden) structureel voor het uitbreiden van
bestaande inrichtingen en de financiering van extra inkoopplaatsen en
4 miljoen euro (bijna 9 miljoen gulden) voor de uitvoeringskosten voor
scholings- en trainingsprogramma's.
De jeugdreclassering blijft volop in ontwikkeling. In de afgelopen
jaren zijn er nieuwe modaliteiten bijgekomen zoals de Individuele
Trajectbegeleiding (ITB) voor de harde kern en een ITB voor allochtone
jongeren en de vervroegde aanvang van nazorg in detentie. In 2002
vergt de verdere implementatie extra aandacht. Door de sterke groei
van jeugdreclasseringszaken in de afgelopen jaren is de aandacht
vooral gericht geweest op de een goede facilitering van de
jeugdreclassering. In de komende jaren zal de aandacht verschuiven
naar de effecten. In 2002 verschijnt het onderzoek van het WODC naar
de uitvoering en de resultaten van jeugdreclasseringsbegeleiding. Op
basis hiervan wordt een aanvang gemaakt met het opstellen van
kwaliteitscriteria. Verder vindt er een onderzoek plaats naar de ITB,
met name het bereik en in tweede instantie het effect op de jongere op
de langere termijn.
Halt-Nederland zal in 2002 een kwaliteitsplan ontwikkelen. Dit richt
zich op de bevordering van de doorloopsnelheid, standaardisering van
processen en methodieken, klanttevredenheid en doorverwijzingsbeleid.
In 2002 worden de voorbereidingen getroffen voor een
recidive-onderzoek naar Halt-cliënten in 2003.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 18-09-2001