Amsterdam, 18 september 2001
Economisch Bureau ABN AMRO over Miljoenennota 2002:
Paars II freewheelend naar de finish
De overheidsfinanciën zijn flink verbeterd. Het begrotingsoverschot
bedraagt in 2001 en 2002 1,0% van het BBP. Dat is echter naar
inschatting van het Economisch Bureau van ABN AMRO onvoldoende om de
gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Het kabinet had, op basis
van enkele recente studies, uitspraken kunnen doen over het gewenste
niveau van het overschot in de komende jaren. In de visie van het
Economisch Bureau zou, om de kosten van de vergrijzing te kunnen
opvangen, gestreefd moeten worden naar een overschot van ten minste
1,5% van het BBP. Een reden om daar snel werk van te maken is dat we
de komende tien jaar nog kunnen rekenen op een 'demografisch dividend'
- een toename van de potentiële beroepsbevolking met 0,4% à 0,5% per
jaar waardoor de economie extra kan groeien.
Al met al is de laatste miljoenennota van het Paars II weinig
ambitieus. De blik is vooral gericht op de behaalde successen in de
afgelopen jaren. Nu het economisch tij lijkt te keren, beperkt het
kabinet zich tot het aangeven van opties voor het toekomstig beleid.
In de Nederlandse politieke verhoudingen is het goed gebruik om niet
"over het graf heen" te regeren; duidelijke keuzes worden dan ook niet
gemaakt. Dit alles duidt erop dat Paars ervoor heeft gekozen om
freewheelend op de finish af te koersen.
Budgettair heeft Paars de zaak op orde. Vooral dankzij de gunstige
conjunctuur in de afgelopen twee jaren, is er in 2002 een forse
inkomstenmeevaller van EUR 12 miljard ten opzichte van de raming in
het Regeerakkoord. Het overgrote deel van deze inkomstenmeevaller
wordt gebruikt voor aflossing van de overheidsschuld. Daarmee wijkt
het kabinet af van het Regeerakkoord. Volgens eerdere afspraken had de
inkomstenmeevaller gelijk moeten worden verdeeld over
lastenverlichting en schuldreductie. Na de forse lastenverlichting van
2001 en rekening houdend met de (toekomstige) kosten van vergrijzing,
vindt het Economisch Bureau de aanwending van het grootste deel van de
meevallers voor aflossing van de schuld een verstandige keus. Het
Economisch Bureau is van mening dat in de toekomst eventuele
inkomstenmeevallers geheel ten goede moeten komen aan verlaging van de
schuld.
Het kabinet blijft hameren op de noodzaak van een hogere
arbeidsparticipatie om het draagvlak voor economische groei te
vergroten. Het Economisch Bureau meent echter dat de verhoging van de
arbeidsproductiviteit daartoe meer handvatten biedt. Het gevoerde
beleid ter verhoging van de arbeidsparticipatie is zonder meer
succesvol geweest. Gedurende twee paarse kabinetten heeft de
werkloosheid (onder overigens gunstige economische omstandigheden) een
historisch laagtepunt bereikt. De rek lijkt er echter langzamerhand
uit te raken, gelet op het relatief hoge aantal personen dat nu
deelneemt aan het arbeidsproces.
Alleen de arbeidsdeelname onder ouderen lijkt nog vatbaar voor
verbetering. Datzelfde geldt voor het aantal personen in de WAO. Dat
blijft echter een heet hangijzer, ten aanzien waarvan in deze
Miljoenennota evenmin wezenlijke keuzes worden gemaakt.
pdf (77Kb)
Persvragen:Geert Pielage, (020) 629 5525
Véronique Schyns, (020) 383 4483
ABN AMRO Bank N.V.
Afdeling Persvoorlichting (HQ1190)
Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Tel. 020 628 89 00
Fax. 020 629 54 86