Gemeente Amsterdam


Inventarisatie bouwbeeldhouwkunst

Op verzoek van het gemeentebestuur heeft het Amsterdams Fonds voor de Kunst een inventarisatie gemaakt van de bouwbeeldhouwkunst uit de jaren 1900-1940 en vastgelegd in het rapport 'De Staat van het Steen'. Het gaat hier om beelden en gebeeldhouwde versieringen aan bruggen, scholen, gebouwen en woningcomplexen. In totaal zijn 352 beelden of beeldenreeksen geïnventariseerd. De conclusie van het onderzoek is dat de gesteldheid van de kunstwerken over het algemeen goed is.

De meeste kunstwerken zijn gemaakt van duurzame steensoorten die goed bij het Nederlandse klimaat passen. Er doet zich echter wel een aantal beheerproblemen voor. Zo vallen bijvoorbeeld de beelden in de openbare ruimte onder meer onder het beheer van de stadsdelen. De beelden aan de gebouwen hebben heel veel verschillende eigenaren. De helft van de beelden(-reeksen) maakt deel uit van panden met een monumentenstatus. Aan de hand van 28 voorbeelden wordt in het onderzoek getoond om welke problemen het gaat. Dit zijn ook de beeldhouwwerken waarvoor op korte termijn maatregelen getroffen moeten worden. De geschatte kosten hiervan bedragen in totaal 1,8 miljoen gulden ( 816.804).

Het meest in het oog springende voorstel uit het onderzoek is om replica's te maken van de vier monumentale beeldengroepen van Hildo Krop aan de gevels van het schoolgebouw van het Berlage Lyceum aan de Pieter Lodewijk Takstraat 33, omdat het tufstenen beeld is verweerd en tot in de kern is gescheurd. Het Bureau Monumentenzorg onderschrijft de aanbevelingen van het onderzoek en heeft een speciale projectleider aangetrokken die de maatregelen praktisch zal uitwerken en het overleg met de eigenaren op gang zal brengen.

Het project is een initiatief geweest van het raadslid Bijlsma. Op zijn voorstel heeft de Raadscommissie Zorg, Nutsbedrijven en Monumentenzorg het onderzoek laten uitvoeren. Aan deze commissie zal worden voorgesteld om in het Monumentenbudget 2002 geld voor het uitvoeren van de maatregelen beschikbaar te stellen.

Huub Winthagen


-

© gemeente Amsterdam - 18-09-2001