Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Veiligheid en Arbeidsmarkt prioriteiten in begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Voor het kabinet is veiligheid één van de topprioriteiten. Kenden de uitgaven voor veiligheid tussen 1995 en 1998 een reële toename van 5,75 procent, onder dit kabinet is een reële toename van de uitgaven voor veiligheid met gemiddeld 7 procent. Ook voor verbetering van de arbeidsmarktsector is in het begrotingsjaar 2002 ongeveer 3,5 miljard gulden (1.6 miljard Euro) beschikbaar. Dit staat in de beleidsagenda van de begroting 2002 voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Veiligheid
Het kabinet ziet het beheersen van de criminaliteit en het verschaffen van veiligheid als kerntaken van de overheid. De rampen in Enschede en Volendam hebben duidelijk gemaakt dat veiligheid niet vanzelfsprekend is en dat de organisatie van de rampenbestrijding verder moet worden verbeterd. Het is van belang dat elke gemeente de burger inzicht geeft in de veiligheidsrisico die er zijn en hoe daarmee wordt omgegaan. Beleidskeuzes op dit terrein moeten in een gemeentelijke integrale veiligheidsnota worden vastgelegd, waarin ook aandacht is voor toezicht en handhaving. Het Rijk zal gemeenten ondersteunen bij het ontwikkelen van lokaal integraal veiligheidsbeleid.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie Onderzoek Vuurwerkramp wordt een landelijke faciliteit rampenbestrijding georganiseerd waarin bestuurlijke en praktische ervaringen worden gebundeld die de afgelopen jaren bij bestrijding van rampen zijn opgedaan. Ook komt er een speciale bijstandseenheid, die zich richt op zogenaamde 'search en rescue' taken. Deze eenheid kan ook bij rampen in het buitenland hulp bieden.

De cafébrand in Volendam heeft laten zien dat het bewustzijn op het vlak van brandveiligheid moet worden versterkt. Daarom komt er een speciaal voorlichtingsprogramma voor burgers, ondernemers, instellingen en bestuurders. Verder is bij de gemeentebesturen aangedrongen op een nog dit jaar op te stellen gemeentelijk actieprogramma brandveiligheid. Dit heeft als doel achterstanden in te lopen van de afgifte van gebruiksvergunningen voor gebouwen waar veel mensen bijeen komen.

Het kabinet stimuleert het op regionaal niveau beschikbaar komen van personeel en capaciteit, om de gemeenten op het gebied van preventie van branden, rampen en zware ongevallen te ondersteunen. Ook worden met de zorgsector afspraken gemaakt over deelname van ambulancediensten en ziekenhuizen aan de voorbereiding van de rampenbestrijding.

Uiterlijk in 2003 moet een nieuwe indeling van de veiligheidsregio's zijn gerealiseerd. De geografische grenzen waarbinnen politie-, brandweer- en hulpverleningsdiensten opereren vallen dan samen. Een deel van het beschikbare geld wordt aangewend voor het ondersteunen van de regio's bij het bereiken van de nieuwe gebiedsindeling.

Voor een professionele voorbereiding op de rampenbestrijding is oefenen van cruciaal belang. Om dat te stimuleren heeft het kabinet extra geld beschikbaar gesteld. Tevens wordt de ontwikkeling en het gebruik van multidisciplinaire oefencentra gesubsidieerd.

Voor al deze beleidsinitiatieven heeft het kabinet het afgelopen jaar ongeveer 61 miljoen gulden (28 miljoen Euro) extra beschikbaar gesteld. Het totale rijksdeel van de kosten van de rampenbestrijdingsorganisatie komt daarmee op ruim 200 miljoen gulden (91 miljoen Euro). Dit is een vertienvoudiging ten opzichte van het bedrag aan het begin van deze kabinetsperiode.

Nog dit jaar komen de uitkomsten beschikbaar van een evaluatie van het versterkingsproces van de rampenbestrijding tot nu toe. Dan zal blijken hoeveel extra geld gemeenten in de brandweer en rampenbestrijding hebben gestoken, en of dit, samen met het extra geld van het Rijk, genoeg is voor de komende jaren.

Politie
In de afgelopen kabinetsperiode is de aangekondigde uitbreiding van de politiecapaciteit gerealiseerd. De sterkte van de Nederlands politie is inmiddels gegroeid tot 43.755 fte's per 1 juli 2001. Het kabinet wil die capaciteit nog verder uitbreiden. De invoering van de werktijdverlenging van 36 naar 38 uur per week in de CAO-Politie 2001-2003 maakt dat mogelijk. Hiervoor is in 2002 213 miljoen gulden (96,5 miljoen Euro) beschikbaar. Los van de capaciteitsuitbreiding krijgen de politieregio's extra geld voor uitbreiding van de capaciteit bij de bestrijding van de productie en handel in synthetische drugs en voor de taken die samenhangen met de opvang van asielzoekers. Om de instroom van voldoende nieuw personeel te kunnen waarborgen krijgt het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP) in 2002 50 miljoen gulden (ruim 22,5 miljoen Euro) extra. De criteria voor de bekostiging van de politieregio's wordt aangepast. Het gaat daarbij om de aanpassing van een aantal bestaande specifieke omstandigheden die invloed hebben op de werkdruk in een bepaalde regio, zoals onder meer de aanwezigheid van landsgrenzen, binnenwater, en de geografische positie van de Waddeneilanden. In 2002 komt hiervoor een bedrag van ruim 40 miljoen gulden (18,4 miljoen Euro) extra beschikbaar. In 2002 wordt bijna 24 miljoen gulden (11 miljoen Euro) uitgetrokken om bij de politie een stelsel van prestatiebekostiging in te voeren. Het deel van de bekostiging dat afhankelijk wordt van de geleverde prestaties, stijgt de komende jaren naar 116 miljoen gulden (bijna 53 miljoen Euro) per jaar. Tenslotte trekt het kabinet geld uit voor de invoering van pepperspray (circa 4 miljoen gulden, 1,8 miljoen Euro), voor de invoering van DNA-onderzoek ter verbetering van de opsporingsmethoden (3 miljoen gulden, 1,4 miljoen Euro), voor professionalisering van het ICT-personeel bij de politie, voor de ontwikkeling van het elektronische proces verbaal en voor proeven met elektronische aangifte (17 miljoen gulden, 7,7 miljoen Euro).

In de eerste uren van een grootschalig incident of ramp hebben meldkamers een cruciale rol. Deze rol kan alleen worden waargemaakt als meldkamers beschikken over een adequate toerusting. Vóór 1 januari 2004 worden de meldkamers van politie, brandweer en ambulancediensten per regio op één locatie ondergebracht. Daarbij wordt gestreefd naar 25 veiligheidsregio's met niet meer dan één meldkamer per regio. Het is de bedoeling om vóór 1 januari 2004 in deze meldkamers het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) in te voeren; het kabinet stelt hiervoor in 2002 en 2003 in totaal 7 miljoen gulden (3,2 miljoen Euro) beschikbaar. Het project C2000 wordt geïntensiveerd. Vanaf 2002 zullen de radiobediensystemen worden geplaatst. De kosten hiervan (bijna 300 miljoen gulden, ruim 135 miljoen Euro) komen voor rekening van het Rijk.

De Binnenlandse Veiligheidsdienst besteedt het komend jaar extra aandacht aan het veilig functioneren van in Den Haag gevestigde internationale organisaties. Dit mede met het oog op de komst van het Internationale Strafhof naar Den Haag. Daarnaast gaat de BVD zich in 2002 verder toeleggen op de informatie- en communicatietechnologie (ICT). De BVD richt zich hierbij onder meer op inbraken in en manipulaties van systemen.

Verbetering arbeidsmarktpositie publieke sector
Voor verbetering van de arbeidsmarktpositie van de publieke sector heeft het kabinet voor het begrotingsjaar 2002 ongeveer 3.5 miljard gulden (1,6 miljard Euro) beschikbaar gesteld. Met dit geld wordt een aantal maatregelen uitgevoerd op de korte en lange termijn, zoals gerichte personeelswerving, individueel maatwerk in de arbeidsvoorwaarden en betere inzet van ICT.

Publieke sector
De kwaliteit van de samenleving is in hoge mate afhankelijk van de prestaties van de publieke sector. Dit kan alleen als voldoende gekwalificeerd personeel aangetrokken en behouden wordt. Daarom moet de komende jaren hierin meer worden geïnvesteerd. Arbeidsmaatregelen die op korte termijn genomen kunnen worden en ook snel effect hebben zijn bijvoorbeeld maatregelen in de sfeer van arbeidsvoorwaarden, werktijdenverlenging, arbeid en zorg, scholing en arbeidsmarktcommunicatie en werving. In 2001 zijn al CAO's afgesloten waarin deze maatregelen zijn opgenomen, zoals bij de sector Onderwijs en Wetenschappen, de sector Politie en de sector Zorg. Op de lange termijn gaat het om maatregelen die met een uitgebreide ontwikkeling gepaard gaan. Deze hebben als doel de arbeidsproductiviteit en de kwaliteit te vergroten. Het Kabinet wil dit meerjarig innovatietraject programmatisch invullen, waarbij de thema's management en sturing, informatie- en communicatietechnologie en human resource management als invalshoek zijn gekozen. Per taakveld (Openbaar bestuur, Onderwijs en Wetenschappen, Zorg en Welzijn , Defensie en Politie) draagt een taskforce zorg voor het opstarten en aansturen van de innovatietrajecten.

Rijksdienst
De maatregelen voor verbetering van het arbeidsmarktbeleid van de rijksdienst zijn divers. Zo wordt via zogenaamde expertgroepen getracht om met opleiding, omscholing en bijscholing mensen geschikt te maken voor functies waar de schaarste het meest merkbaar is, zoals wetgevingsjuristen, financieel-economen en ICT-ers. Voor deze maatregel is in 2002 ongeveer 12,1 miljoen gulden (5,5 miljoen Euro) beschikbaar. Daarnaast wil het kabinet via arbeidsmarktcommunicatie de herkenbaarheid en de aantrekkelijkheid van de rijksoverheid als werkgever verbeteren. Hiervoor wordt een publiekscampagne opgezet en een rijksbrede internet site ontwikkeld. Voor deze en overige activiteiten aan arbeidsmarktcommunicatie is in totaal een bedrag van 20,9 miljoen gulden (9,5 miljoen Euro) in 2002 gereserveerd. Tenslotte wil het kabinet ook het onbenut arbeidspotentieel mobiliseren. Zo hebben in april 2001 de minister van BZK, de staatssecretaris van SZW en de vertegenwoordigers van de samenwerkende centrale voor het overheidspersoneel het Arbo-convenant sector Rijk ondertekend. Hierin staan maatregelen om in de komende jaren de arbeidsongeschiktheid en het ziekteverzuim terug te dringen. Gerichte voorlichting en training op het gebied van verzuimpreventie, een grotere inzet van bedrijfsartsen en het aanstellen van arbeidsgehandicapten zijn hiervan enkele voorbeelden. In totaal is hiervoor in 2002 18 miljoen gulden (8 miljoen Euro) extra beschikbaar. Naast bovenstaande maatregelen worden ook in de CAO-overleggen maatregelen opgenomen voor verbetering van het arbeidsmarktbeleid voor de rijksdienst. In totaal is in 2002 161 miljoen gulden (73 miljoen Euro) aan extra middelen voor het arbeidsmarktbeleid binnen de rijksdienst beschikbaar.

Algemene Bestuursdienst
De kwaliteit van de rijksdienst wordt ook bevorderd door de Algemene Bestuursdienst (ABD). Bij deze dienst ligt de nadruk op het investeren in de kwaliteit van het huidig en toekomstig management. In 2002 wordt de ABD uitgebreid met de functies met integrale managementverantwoordelijkheid op schaal 15-niveau. Met deze stap zijn alle functies met integrale managementverantwoordelijkheid in de rijksdienst onder de ABD gebracht en is de vorming van de ABD, zoals die in 1995 is gestart, voltooid. In de volgende fase ligt de nadruk op de kwaliteitsverbetering van het concern rijksdienst. Hiervoor komt in 2002 een 'kandidatenprogramma' voor potentiële ABD-leden. Hierin wordt aandacht besteed aan de opleiding, een brede werkervaring en de internationale gerichtheid van toekomstige topmanagers in de rijksdienst.

Dualisering
Het kabinetsstandpunt over het rapport van de Staatscommissie 'Dualisme en lokale democratie' wordt uitgevoerd door een aantal wetsvoorstellen, waarvan de eerste een belangrijke wijziging van de Gemeentewet betreft, en de Vernieuwingsimpuls 'Dualisme en lokale democratie'. Kern van de dualisering is het aanbrengen van een scherpere scheiding tussen de posities van het vertegenwoordigend orgaan (gemeenteraad) en het bestuur (college van burgemeester en wethouders). De uitoefening van bestuursbevoegdheden wordt zoveel mogelijk bij het college geconcentreerd, wethouders moeten na hun benoeming hun raadslidmaatschap opgeven en de raad krijgt meer bevoegdheden om zijn controlerende taak te vervullen. Deze ontvlechting bevordert de kwaliteit van het besluitvormingsproces en vergroot de herkenbaarheid van de lokale politiek. Het streven is de dualisering in te voeren voor de komende raadsverkiezingen. De dualisering van het provinciaal bestuur zal daarna volgen met het oog op de statenverkiezingen in 2003.

De in de wetsvoorstellen voorziene ontvlechting van het raadslidmaatschap en het wethouderschap, respectievelijk het lidmaatschap van provinciale en gedeputeerde staten, kunnen leiden tot extra kosten voor de gemeenten en de provincies. Daarom worden de volgende bedragen structureel toegevoegd aan het gemeente- en provinciefonds: 33 miljoen gulden (14,975 miljoen Euro) per jaar voor de dualisering van het gemeentebestuur en 2 miljoen gulden (0,908 miljoen Euro) voor de dualisering van het provinciebestuur. Tot nu toe effectief gebleken instrumenten van de Vernieuwingsimpuls zoals de website, de helpdesk, de Vernieuwingsimpulskrant en de databank voor vernieuwende lokale initiatieven worden in 2002 in ieder geval voortgezet. Bestuurlijke samenwerking
De noodzakelijke verbetering en versoepeling van de samenwerking tussen de verschillende overheden krijgt onder meer gestalte in het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS). In dit kader bespreken Rijksoverheid, VNG en IPO onderwerpen als de vitalisering van het platteland, het jeugdbeleid, het waterbeheer en veiligheid.

In zeven stedelijke gebieden wordt momenteel, met name op fysieke beleidsterreinen, regionaal samengewerkt op basis van gemeenschappelijke regelingen. Deze lopen af in 2003. Om de verworvenheden van deze regionale samenwerking vast te houden en nieuwe impulsen te geven aan een evenwichtige ontwikkeling van de stedelijke gebieden, is nieuwe wetgeving nodig. In de beleidsnotitie 'Bestuur in stedelijke gebieden' zijn uitgangspunten geformuleerd voor deze nieuwe wetgeving. Het op basis van deze uitgangspunten ontworpen wetsvoorstel is deze zomer voor advies naar de Raad van State gezonden. Ook in 2002 vinden, ter versterking van de bestuurskracht van gemeenten, gemeentelijke herindelingen plaats. Daardoor neemt het aantal gemeenten in Nederland naar verwachting af van 504 gemeenten (per 1 januari 2001) naar 496 gemeenten op 1 januari 2002.

Verkiezingen
Op 6 maart 2002 worden de gemeenteraadsverkiezingen gehouden en op 15 mei 2002 Tweede Kamerverkiezingen. Er komt een intensieve voorlichtingscampagne om kiesgerechtigden over de verkiezingen te informeren en hen te bewegen te gaan stemmen. Specifieke doelgroepen in deze campagne zijn jongeren, allochtonen en mensen met weinig opleiding en lage inkomens. Voor de gehele campagne is een budget van bijna 8 miljoen gulden (3,6 miljoen Euro) beschikbaar.

Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 11 maart 2003 wordt geëxperimenteerd met 'Kiezen op afstand'. Ter voorbereiding hiervan worden komend jaar ontwerpen gemaakt voor een elektronisch, landelijk raadpleegbaar kiezersregister en een virtueel stemlokaal. Het gebruik van een elektronische identiteitskaart voor het 'Kiezen op afstand' wordt in 2001 beproefd zodat in 2002 schaduwverkiezingen en proeven kunnen worden georganiseerd om elementen van 'Kiezen op afstand' te testen.

Subsidiering politieke partijen
Dit jaar presenteert het Kabinet voorstellen om de Wet subsidiëring politieke partijen aan te passen. Voor een deel bestaat deze aanpassing uit een verscherping van de regels rond de financiering en sponsoring van politieke partijen. Verder wordt bekeken of de subsidie die de politieke partijen krijgen besteed kan worden aan bijvoorbeeld informatieverschaffing aan niet-leden. Per 1 januari 2001 is het subsidiebedrag voor politieke partijen verhoogd met ongeveer 5 miljoen gulden (2,269 miljoen Euro). In 2002 wordt voorgesteld het subsidiebedrag nogmaals met hetzelfde bedrag te verhogen. Hiermee is de subsidie aan politieke partijen verdubbeld ten opzichte van het beschikbare bedrag in 2000. Deze verhoging is bedoeld om de rol van politieke partijen en daarmee de kwaliteit van de democratie te versterken. Het Kabinet overweegt om, naast landelijk vertegenwoordigende politieke partijen, ook regionale en lokale politieke partijen te ondersteunen.

Koninkrijksrelaties
Het Nederlands beleid is erop gericht Aruba en de Nederlandse Antillen bij te staan in hun ontwikkeling. Daarom ondersteunt Nederland de Nederlandse Antillen bij de uitvoering van financiële, economische en staatkundige hervormingen. Versterking van de bestuurskracht van de landen en eilanden, onder meer door modernisering van het overheidsapparaat, verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, economische ontwikkeling binnen kaders van milieubeheer en natuurbehoud, en intensivering van de rechtshandhaving vormen de pijlers van het beleid, zoals dit in 2002 wordt uitgevoerd. In 2001 worden met Aruba en de Nederlandse Antillen meerjarenprogramma's gesloten. Hiermee krijgt de overgang van project naar programmafinanciering zijn beslag. Met Aruba is Nederland reeds in 2000 overeengekomen beslissingen over projectvoorstellen te delegeren aan een politiek onafhankelijke ontwikkelingsbank; met de Antillen worden besprekingen geopend om een soortgelijke overeenkomst in 2002 tot stand te brengen. Ook bij de financiering van non-gouvernementele organisaties is het de bedoeling de overstap te maken van een veelheid aan versnipperde projecten naar een beperkt aantal, meerjarige sectorale programma's. Naast de reguliere ontwikkelingssamenwerking met de Nederlandse Antillen, is Nederland bereid extra geld beschikbaar te stellen als het Internationaal Monetair Fonds daartoe adviseert op basis van een akkoord tussen de Nederlandse Antillen en het IMF. Nederland ondersteunt de regering van de Nederlandse Antillen bij het identificeren van staatkundige hervormingen die de nadelen van de dubbele bestuurslaag kunnen ondervangen en die op korte termijn hun beslag kunnen krijgen.

Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording
Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording (VBTB) is de vernieuwde opzet en presentatie van de begroting en verantwoording van de ministeries. Gebruikers vonden de oude begroting en verantwoording moeilijk leesbaar, erg technisch en weinig toegankelijk. De toelichting op het wetsvoorstel valt nu uiteen in de beleidsagenda en de beleidsartikelen. In de beleidsagenda worden de zogenoemde beleidsprioriteiten beschreven. Hierbij wordt ingegaan op datgene wat het komend jaar ondernomen gaat worden om de beleidsvoornemens te realiseren. De beleidsartikelen worden bepaald door de doelstellingen van beleid. In de begroting staan de voornemens en in de verantwoording komen de daadwerkelijk geleverde prestaties.

Internet
Op de internetsites van de bewindspersonen wordt vanaf 18 september door minister De Vries, minister Van Boxtel en staatssecretaris De Vries aangegeven wat zij de beleidsprioriteiten voor het komende begrotingsjaar vinden. De interviews zijn te zien op www.ministerdevries.nl; www.ministervanboxtel.nl en staatssecretarisdevries.nl.

Ministerie BZK
secr. persvoorlichting
070- 426 86 70