Borst en Vliegenthart: Doorgaan met investeren in zorg
De investeringen in de zorg beginnen hun vruchten af te werpen en moeten
krachtig worden voortgezet. Extra geld wordt omgezet in concrete
resultaten. Steeds meer mensen worden geholpen en in sommige sectoren
dalen de wachttijden al.
De arbeidsmarktpositie voor de werknemers in de zorg is verbeterd. Voor
het terugdringen van de wachtlijsten in de ziekenhuizen en de AWBZ komt in
2002 456 miljoen euro extra beschikbaar.
Dit schrijven minister Borst en staatssecretaris Vliegenthart van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de Beleidsagenda 2002 die zij
dinsdag als onderdeel van de Begroting en de Zorgnota 2002 naar het
parlement hebben gestuurd.
De bewindslieden trekken volgend jaar 1,6 miljard euro (3,5 miljard
gulden) extra uit voor zorg, welzijn en sport. Dat extra geld wordt onder
meer besteed aan extra productie voor het verkorten van wachttijden, voor
arbeidsmarktbeleid en voor de praktijkkosten van huisartsen. De totale
uitgaven voor de zorg stijgen in 2002 ten opzichte van 1998 met 9,4
miljard euro (20 miljard gulden) tot 36,7 miljard euro (81 miljard
gulden). De gemiddelde jaarlijkse volumegroei van de zorguitgaven bedraagt
in deze kabinetsperiode 3,5 procent.
Burgers beschouwen gezondheidszorg al lang niet meer als een gunst en
uiten hun wensen steeds nadrukkelijker. De combinatie van welvaartsgroei
de afgelopen tien jaar en de toenemende technologische mogelijkheden,
leidt ertoe dat de overheid in de zorg meer via de vraag van de burger en
minder via het aanbod stuurt.
De overheid moet nog steeds (financiële) kaders stellen en toezicht
houden, maar geeft daarnaast organisaties en instellingen "in het veld"
meer ruimte om de zorg in te richten naar de wensen van de burger.
De omslag van aanbodsturing naar vraagsturing is ingrijpend en voltrekt zich op meerdere VWS-terreinen: de zorg, de jeugdzorg en de kinderopvang. De bewindslieden constateren dat hiermee al vorderingen zijn gemaakt, maar erkennen dat er in de overgangssituatie soms ook spanningen ontstaan. De omslag vergt ingrijpende aanpassing van wet- en regelgeving.
Belangrijke stappen gezet, 'boter bij de vis'
De belangrijkste doelstellingen op het terrein van de zorg zijn het
aanpakken van de wachttijden en de werkdruk. Hier zijn belangrijke
stappen gezet en is veel extra geld geïnvesteerd. Voorwaarde is steeds dat
het extra geld in concrete resultaten wordt omgezet: 'boter bij de vis'.
In de "care-sectoren" heeft dat al effect. Zo kende de thuiszorg de
afgelopen twee jaar bijvoorbeeld een groei van 8 procent. In de
gehandicaptenzorg zijn in die periode 12.500 mensen meer geholpen via de
wachtlijstaanpak. Het aantal persoonsgebonden budgetten is gestegen van
10.000 in 1998 naar bijna 30.000 in 2001. Voor de aanpak van de
wachtlijsten in de verpleging en verzorging is in 2002 147,5 miljoen euro
beschikbaar en voor de gehandicaptenzorg 150 miljoen euro extra .
Voor de gehandicaptenzorg wordt op 1 januari 2002 een nieuw
financieringssysteem ingevoerd. Dit verbetert de kwaliteit van de zorg
voor mensen met een zware handicap. Nu krijgen instellingen nog een
"gemiddeld" bedrag, dat met name voor mensen met ernstige en meervoudige
handicaps negatief kan uitwerken. In het nieuwe systeem kan meer worden
ingespeeld op de individuele zorgbehoefte. Hiervoor is 23 miljoen euro
beschikbaar.
Ook in de ziekenhuissector wordt het geld voor de wachtlijstaanpak goed
besteed (Prismant evaluatie wachtlijstfonds 2000). Het aantal
cataractoperaties, orthopedische ingrepen en hartingrepen is fors
gestegen; de wachttijden gaan echter nog maar mondjesmaat omlaag door de
sterk groeiende vraag naar ingrepen. In 2002 is er voor de ziekenhuizen
113,5 miljoen euro extra beschikbaar om de wachtlijsten verder terug te
dringen.
Huisartsen
Voor de huisartsen komt in 2002 een bedrag van bijna 180 miljoen euro
extra beschikbaar: 50 miljoen euro voor de dienstenstructuur, 113,5
miljoen euro voor de praktijkkosten en 15 miljoen euro voor
tariefsherijking. Ook is voorzien in een forse uitbreiding van de
opleidingscapaciteit van 325 op dit moment naar 670 huisartsen in 2004.
Arbeidsmarkt
In 2000 zijn er ruim 25.000 banen in de zorg bijgekomen. Daarmee is het
aantal banen in de zorg voor het eerst gestegen tot boven de één miljoen.
Dat geeft aan dat de sector nog steeds in staat is mensen aan te trekken.
Het aantal banen in de zorg is sinds 1995 met 17 procent gestegen, dat is
drie procent meer dan de landelijke groei van 14 procent. Het aantal
vacatures is lager dan gemiddeld: 2,0 procent voor de zorg tegenover een
landelijk gemiddelde van 2,6 procent.
Voor 2002 is 450 miljoen euro uitgetrokken voor arbeidsmarktmaatregelen in
de zorg. Dat geld is bestemd voor: aantrekken van werknemers,
loopbaanontwikkeling, tegengaan van verloop, tegengaan van ziekteverzuim,
uitbreiding kinderopvang en vermindering van werkdruk. Hierover zijn
afspraken gemaakt met de sociale partners. Daarnaast is volgend jaar nog
90 euro miljoen voor fiscale maatregelen uitgetrokken.
Sport
Het sportbudget wordt in 2002 uitgebreid met 5 miljoen euro. Dat wordt
vooral besteed aan versterking van sport bij gemeenten, provincies en
sportbonden en bij lokale sportverenigingen. Het sportbudget is in deze
kabinetsperiode gestegen van 25 miljoen euro naar 72 miljoen euro, een
verdrievoudiging. In het Regeerakkoord was destijds afgesproken dat het
sportbudget verdubbeld zou worden tot 50 miljoen euro.