persbericht Wageningen Universiteit
nr. 056, 18 september 2001
Broertje van 'El Niño' warmt Europese meren op
Klimaat beinvloedt kans op helder water
Jaarlijkse verschillen in watertemperatuur van Europese meren houden nauw verband met
veranderingen in het Noord Atlantische klimaatssysteem. De gemiddelde
watertemperatuur in het Veluwemeer is sinds 1960 ruim een graad gestegen. Deze
klimaatsgestuurde opwarming kan grote gevolgen hebben voor het ecosysteem van meren
en kan er toe leiden dat de overwegend troebele Nederlandse meren in de toekomst weer
helder water krijgen. Dit blijkt uit onderzoek van de Wageningse hoogleraar prof.dr.
Marten Scheffer, die samen met collega's van het RIZA (Rijkinstituut voor Integraal
Zoewaterbeheer en Afvalwaterbehandeling) en de Universiteit van Konstanz grote
hoeveelheden gegevens van Europese meren analyseerde. De resultaten worden
gepubliceerd in het komende nummer van het toonaangevende wetenschappelijke
tijdschrift 'Limnology and Oceanography'.
Het weer in Europa wordt beinvloed door de 'North Atlantic Oscillation', een broertje
van de zuidelijke El Niño oscillatie. De index die voor de toestand van de North
Atlantic Oscillation wordt gebruikt is het luchtdrukverschil tussen IJsland en de
Azoren. De winterwaarde van die index blijkt nu een verrassend sterke voorspellende
waarde te hebben voor de watertemperatuur van meren in het daarop volgende jaar.
De onderzoekers laten in de publicatie in 'Limnology and Oceanography' zien dat de klimaatsgestuurde variaties in watertemperatuur grote gevolgen hebben voor het ecosysteem van meren. In warmere jaren is de kans op een periode met helder water in het voorjaar groter. Die helderheid wordt veroorzaakt door een toename van watervlooien die de algen uit het water filteren. Op de bodem groeiende waterplanten profiteren van het licht dat beter doordringt in helder water, en van de hogere temperatuur. Aangezien waterplanten zelf ook weer de helderheid bevorderen levert dit een positieve feedback op. Dit effect kan zo sterk zijn dat de meren als ze eenmaal helder zijn, ook stabiel in die toestand blijven. De nieuwe resultaten betekenen daarom dat extreme jaren van de Noord Atlantische klimaatsoscillatie troebele meren kunnen doen omslaan naar een permanent heldere toestand.
Voor het eerst is hiermee aangetoond dat naast de mate van verontreiniging, het klimaat een grote invloed heeft op de toestand van meren. Hoewel periodes met warm zomerweer tot ongewenste blauwalgbloei kunnen leiden, blijkt nu dus dat een toename van de kans op warme jaren zoals die door klimaatsmodellen wordt voorspeld wel eens voor meer heldere meren zou kunnen zorgen.