Gemeente Utrecht

PERSGESPREK COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Dinsdag 18 september, 16.00 uur

Perskamer 1.03, Stadhuis

Geannoteerde agenda naar aanleiding van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 2001.


1. Wijkverkeersplan Tuindorp- Oost/Voordorp
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met het wijkverkeersplan voor de wijken Tuindorp-Oost en Voordorp. Een van de belangrijkste doelstellingen van het 'Wijkverkeersplan Tuindorp-Oost/Voordorp' is het verbeteren van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid in Tuindorp-Oost/Voordorp. Het plan is opgesteld na raadpleging van de bewoners in de wijken. Dit najaar zal de inspraak plaatsvinden over het plan.

Het Wijkverkeersplan Tuindorp-Oost/Voordorp is een 'kapstok-plan'. De verkeersstructuur en de voorgestelde oplossingen om tot deze structuur te komen zijn erin aangegeven. Het plan zal verder worden uitgewerkt in concrete uitvoeringsplannen, waarbij de belanghebbenden in de wijk nog zullen worden betrokken.

Het gaat om de maatregelen:


- oversteekvoorziening Kapteynlaan in combinatie met bushalte;

- snelheidsremmende maatregelen Winklerlaan, Lamerislaan;

- snelheidsremmende maatregelen Van Everdingenlaan/Troosterlaan;

- aanleg van poortconstructies ten behoeve van aansluitingen verblijfsgebieden en ontsluitingswegen:. Kapteynlaan - Weverlaan;

. Eykmanlaan - Valetonlaan;

. Winklerlaan - Eykmanlaan;

. Van Everdingenlaan - H. van den Berghlaan.

Verder zal nog een aantal maatregelen worden genomen in het kader van verbetering van het hoofdwegennet, welke van invloed zijn op Tuindorp-Oost/Voordorp:


- aanpassing voorrangssituatie kruispunt A. Romerostraat - Sartreweg;

- snelheidsremmende maatregelen Sartreweg;

- snelheidsremmende maatregelen A. Romerostraat;

- oversteekvoorzieningen Eykmanlaan.
Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Stationsgebied, Leidsche Rijn en Verkeer en Vervoer


2. Wijkverkeersplan Rivierenwijk
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met het wijkverkeersplan Rivierenwijk. Een van de belangrijkste doelstellingen van het wijkverkeersplan is het verbeteren van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid. Op basis van eerdere bijeenkomsten met belanghebbenden en verkeerskundig onderzoek wordt nu voorgesteld over te gaan tot uitvoering van de volgende maatregelen:


- Snelheidsremmende maatregelen Rijnlaan, tussen Waalstraat en Maasplein;


- 30 km/u maatregelen Jutfasepunt (buurt ten zuiden van Socrateslaan);

- Eenrichtingsmaatregelen Roerstraat, Amstelstraat, Dollardstraat en Grevelingenstraat.

Dit najaar zal de inspraak plaatsvinden over dit plan. Het wijkverkeersplan zal uiteindelijk worden uitgewerkt in concrete uitvoeringsplannen, waarbij de belanghebbenden in de wijk nog zullen worden betrokken.

Het voorstel komt aan de orde in de Raadscommissie Stationsgebied, Leidsche Rijn en Verkeer en Vervoer.


3. Utrecht geeft schoolzwemmen nieuwe impuls
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten dat het schoolzwemmen in Utrecht een kwaliteitsimpuls moet krijgen. Onderzoek heeft uitgewezen dat de huidige organisatie van het schoolzwemmen onvoldoende beantwoordt aan de doelstelling alle leerlingen op zo'n manier te leren zwemmen, dat ze zich veilig in het water kunnen bewegen. Volgens het onderzoek, dat in de eerste helft van 2001 is uitgevoerd, hebben de scholen een te zware verantwoordelijkheid, worden er vraagtekens gezet bij de didactische grondslagen en is de inhoud van de zwemles en de veiligheid van de leerlingen nog niet voldoende gewaarborgd.

De resultaten van het onderzoek waren aanleiding voor een ingrijpende kwaliteitsimpuls. Een werkgroep heeft aanbevelingen gedaan voor een verbeterde organisatie van het schoolzwemmen. Op stedelijk niveau wordt nu een aantal maatregelen genomen om de veiligheid van de leerlingen en de effectiviteit van de lessen te vergroten. Er is bijvoorbeeld voor de scholen en de zwembaden een protocol gemaakt waarin de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen zijn vastgelegd. Ook wordt een nieuw leerplan ontwikkeld dat beantwoordt aan de huidige pedagogische en didactische eisen en grondslagen. De resultaten en vorderingen van de leerlingen zullen ook beter gevolgd en vastgelegd worden. Daarnaast is ervoor gekozen de doelgroep van het zwemmen aan te scherpen en meer aandacht te besteden aan leerlingen met een achterstand in vorderingen. Het veilig in het water kunnen bewegen staat voorop, het is daarom van belang dat alle leerlingen een diploma behalen.

De vergrote aandacht voor deze doelgroep sluit aan bij de maatregelen die inmiddels ook op landelijk niveau genomen zijn. De Tweede Kamer heeft gevraagd een plan te ontwikkelen met als doelstelling dat alle kinderen in Nederland afdoende zwemvaardigheid beheersen. Ook is het landelijk project `schoolzwemvangnetten' gestart, bedoeld om kinderen die een achterstand hebben, met extra begeleiding zo verantwoord mogelijk een diploma te laten behalen. Utrecht is een van de steden die deelneemt aan dit project.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.


4. Startnotitie MER Het Zand
Het college van Burgemeester en wethouders heeft ingestemd met de startnotitie om te komen tot een Milieueffectrapportage (MER) voor deelplan Het Zand in Leidsche Rijn Utrecht. Voor alle deelgebieden in Leidsche Rijn die vanaf 2005 worden ontwikkeld, wordt een milieueffectrapportage opgesteld. Deelgebied Het Zand is het eerste gebied met een dergelijke aparte MER. Met de startnotitie begint de MER-procedure. De MER beoogt het milieubelang een plaats te geven in de belangenafweging van het vast te stellen bouwprogramma.

Uitgangspunt voor de startnotitie van de MER zijn het concept Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) en het tweekolommenstuk
-inclusief de voorlopige gemeentelijke reactie. Dit voorjaar is het concept SPvE vrijgegeven voor inspraak. De schriftelijke reacties van bewoners en eigenaren in het gebied zijn verwerkt in een tweekolommenstuk. Doelstelling van het SPvE is het behoud van bestaande kwaliteiten in het gebied. Gestreefd wordt naar een zorgvuldige inpassing van de meeste bestaande elementen, zoals woningen, linten, wegen, sloten en archeologische vindplaatsen.

De startnotitie MER Het Zand wordt vier weken ter visie gelegd nadat de commissie Stationsgebied Leidsche Rijn Verkeer en Vervoer zal zijn gehoord. In het kader van de tervisielegging wordt er een hoorzitting georganiseerd. Voorafgaand hieraan zullen de bewoners worden geïnformeerd via de in Leidsche Rijn bekende uitgave ´Bouwnieuws´. Hierin wordt uitleg gegeven over de betekenis, inhoud en totstandkoming van de Milieueffectrapportage, het Bestemmingspan en het concept-SPvE voor deelgebied Het Zand.


5. Velvergunning 200 wilgen in Vleuterweide
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten 200 wilgen te vellen voor het project Vleuterweide. De bomen moeten verwijderd worden voor het bouwrijpmaken van een gedeelte van de woningbouwlocatie Vleuterweide (een deel van deelplan 4 en een klein deel van deelplan 3).

De 200 wilgen verkeren in slechte staat. Een deel van de bomen is reeds afgestorven. Verplanten van deze bomen is niet mogelijk. Daarom zal in het kader van de inrichting van de woningbouwlocatie Vleuterweide herbeplanting plaatsvinden.


6. Meerjarenprogramma Bodemsanering
Het college van burgemeester en wethouders heeft de nota `Meerjarenprogramma Bodemsanering Gemeente Utrecht 2002-2004` vastgesteld. Het college zal de raad voorstellen in te stemmen met de budgetaanvraag 2002-2004 aan het Rijk.

Naast de reguliere financiering voor bodemsanering is er nu extra geldstroom in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).

Als onderdeel van het stadsconvenant, dat gemeente en kabinet op 20 december 1999 sloten, heeft de gemeente Utrecht in juni 2000 bij het rijk een budgetaanvraag voor de bodemsanering in het kader van het ISV (planperiode 2001-2004) ingediend.

Conform de afspraken met het Rijk is er een mogelijkheid om de budgetaanvraag per 1-1-2002 te herijken. Van deze mogelijkheid heeft de gemeente Utrecht gebruik gemaakt vanwege de recente herindeling met Vleuten - de Meern en delen van Nieuwegein en Maarssen. Een andere reden om de budgetaanvraag opnieuw te bezien, is dat het inzicht in de ontwikkelingsgebieden en de bodemkwaliteit is verbeterd sinds juni 2000.

De programmering van de bodemsaneringsactiviteiten is voor zover mogelijk afgestemd op de nu bekende stedelijke ontwikkelingsprojecten.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.


7. Voorontwerp bestemmingsplan Tuindorp
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten het bestemmingsplan Tuindorp vrij te geven voor inspraak. De gemeente is bezig een grote hoeveelheid "verouderde" bestemmingsplannen om te zetten in moderne bestemmingsplannen, waarin nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen en verouderde regelgeving vervalt. Net zoals onlangs in Voordorp zullen de Tuinwijkers via internet informatie kunnen vergaren, reageren (discussieforum in de vorm van een electronisch prikbord) en inspreken. De inspraakperiode start in oktober 2001.

Het bestemmingsplan Tuindorp maakt deel uit van de "Meerjarenplanning bestemmingsplannen 2000 - 2005". Het bestemmingsplan vervangt circa tien oude tot zeer oude (1938!) bestemmingsplannen en is in de eerste plaats gericht op het beheer: bouw- en gebruiksregels voor de bestaande situatie. Belangrijke onderdelen zijn de regelingen voor de bouw van dakkapellen, aanbouwen en bijgebouwen bij woningen.

Nieuwe ontwikkelingen die in het plangebied spelen, zoals de 'Visie Eykmanlaan' en vervangende nieuwbouw bij verschillende scholen zijn nog niet zo ver dat ze in het bestemmingsplan opgenomen kunnen worden. Waarschijnlijk kan een deel van de nieuwe ontwikkelingen na de inspraak verwerkt worden (nadat die plannen op de normale wijze de besluitvorming hebben doorlopen). Voor andere ontwikkelingen geldt dat mogelijk op niet al te lange termijn nieuwe procedures noodzakelijk zijn.

Het bestemmingsplan zal worden behandeld de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.

Utrecht, 18 september 2001