26 september 2001
Onderwijs in allochtone levende talen (Oalt)
Ursie Lambrechts
Oalt-leerkrachten die taalondersteuning geven op basisscholen zullen
voortaan de Nederlandse taal goed moeten beheersen
Twee jaar geleden bleek dat nog steeds een groot deel van de
Oalt-leerkrachten de Nederlandse taal onvoldoende beheerst. D66 heeft
toen een motie ingediend waarin de regering wordt gevraagd er zorg
voor te dragen dat taalondersteuning aan allochtone leerlingen
voortaan uitstluitend gegeven kan worden door Oalt-leerkrachten die de
Nederlandse taal goed beheersen. Deze motie werd breed gesteund. Deze
week is deze uitspraak van de Kamer in een wetsvoorstel geregeld en
door de Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel bepaalt dat uitsluitend
leerkrachten die kunnen aantonen, met diploma of getuigschrift, dat
zij de Nederlandse taal goed beheersen een aanstelling kunnen krijgen
voor taalondersteuning Oalt.
Omdat het wetsvoorstel in de ogen van D66 op een tweetal onderdelen
nog steeds onhelder was, heeft de fractie daarop twee amendementen aan
de Kamer voorgelegd die beiden op een meerderheid konden rekenen. Het
eerste amendement maakt duidelijk dat het bij taalondersteuning moet
gaan om het aanleren van de Nederlandse taal en niet de eigen
allochtone taal. De allochtone taal kan alleen gebruikt worden als
instrument om sneller Nederlands te leren. Op GroenLinks en de PvdA na
was er brede steun voor dit amendement. Het tweede amendement geeft
scholen de ruimte om zelf te bepalen waar taalondersteuning wordt
gegeven. Het wetsvoorstel beperkte de mogelijkheid voor
taalondersteuning tot de eerste vier schooljaren. Ons amendement laat
de keuze aan de school. Behoudens de stem van GroenLinks kon ook dit
amendement rekenen op steun van de Kamer.
u.lambrechts@tk.parmelent.nl