Ingezonden persbericht

http://www.kub.nl/nieuws/persberichten/2001/09/01169.html

Promovendi Bart van Doorn en Paul Spierings:

meer aandacht voor sociale processen om te komen tot

kwaliteitsborging en certificering in de civiele bouw.

Alleen certificering en kwaliteitsstandaarden leiden niet tot kwaliteitsverbeteringCourier New

Ondanks veel inspanningen en de wil van betrokken partijen heeft het systeem van kwaliteitsborging en certificering (nog) niet geleid tot kwaliteitsverbetering in de civiele bouw. Dat concluderen de onderzoekers Van Doorn en Spierings in hun studie "Kwaliteitsborging en Samenwerken in de Civiele Bouw, gezien vanuit een sociaal-wetenschappelijk perspectief". Zij wijzen op het belang van sociale componenten en gemeenschappelijke processen om wel te komen tot een succesvolle toepassing van kwaliteitsborging en certificering. Van Doorn en Spierings promoveren 26 september aan de Katholieke Universiteit Brabant.

In het midden van de jaren negentig is in Europa in de civiele bouw een kwaliteits-certificaat ingevoerd dat gebaseerd is op de ISO-9000 standaard. De noodzaak om de kwaliteit op een gestandaardiseerde manier te waarborgen wordt in de bouwwereld algemeen onderschreven. In het promotie-onderzoek van Van Doorn en Spierings worden de resultaten van het werken met ISO-9000 in kaart gebracht en geëvalueerd. Daarbij is onder meer gekeken naar persoonskenmerken van de medewerkers in de civiele bouw, naar hun bekendheid met ISO- 9000 en de invloed op het handelen van de medewerker op de vloer.

De civiele bouw verschilt van de andere industrieën doordat belangrijke civieltechnische werken altijd door een combinatie van partijen worden uitgevoerd, waarbij geen enkele partij beschikt over alle middelen, kennis, materiaal en kapitaal om alleen een project af te ronden. De privaat-publieke samenwerking is voor de bouwonderneming vaak een niet te overzien traject waarin de bouw van een object gefragmenteerd tot stand komt: voorbereiding, uitvoering en beheer zijn gescheiden. De overall afstemming ontbreekt en deze vorm van intensive projectsamenwerking heeft per definitie een tijdelijk karakter.

De coördinatie van al deze activiteiten en het toezicht lag oorspronkelijk voornamelijk in handen van een deskundige overheidsdienst die in alle fasen aanwezig was. De overheid heeft meer aan de markt willen overlaten, maar dat heeft volgens de onderzoekers de integratie van het bouwproces niet verbeterd. De organisatie van de certificering is niet in alle landen hetzelfde geregeld, en is niet zonder problemen. In Nederland autoriseert de private Raad voor Accreditatie de certificatie-instellingen. Adequaat toezicht op de certificatie-instellingen is er niet, vooral door financiële problemen. Een bijkomend probleem is dat veel certificatie-instellingen zowel de rol van adviseur als die van certificeerder vervullen. Belangenverstrengeling is daardoor niet uitgesloten.

Een van de meest opvallende conclusies is dat van een werkelijke kwaliteitsverbetering van de producten (nog) geen sprake is. Ook is vast te stellen dat de medewerkers op de werkvloer nauwelijks kennis van kwaliteitszorg hebben en dat hun doen en laten er in minimale mate door wordt beïnvloed. Het waarborgen van kwaliteit is volgens de onderzoekers dan ook eerder geïnstitutionaliseerd dan geoperationaliseerd, en blijft beperkt tot het middenkader. Het wekt dan ook geen verbazing dat medewerkers in de bouw die direct te maken hebben met het werken onder kwaliteitsborging minder positief zijn dan medewerkers op een stafafdeling.

Het invoeren van kwaliteitssystemen en het werken volgens die systemen verloopt volgens de onderzoekers niet zonder problemen. Dat komt volgens hen voor een belangrijk deel doordat onvoldoende wordt onderkend dat het invoeren van kwaliteitssystemen gevolgen heeft voor het dagelijks werk van medewerkers in de bouw. In de toekomst zou vooral gelet moeten worden op het persoonlijkheidsprofiel van medewerkers in de bouw. Dat wijkt significant van dat het gemiddelde van de Nederlandse populatie. Medewerkers in de civiele bouw scoren hoog op stabiliteit en plichtsbesef en zijn bereid tot samenwerken. Laag wordt gescoord op openheid en de bereidheid tot veranderen. Zij leren vooral uit persoonlijke ervaring, en zijn eerder verknocht aan hun werk dan aan de eigen organisatie.

Wil systematische kwaliteitswaarborging een succes worden, dan is het volgens de onderzoekers - maar ook volgens de voorlopers in de civiele bouw zelf - noodzakelijk dat de sociale component van organisatieveranderingen een vergelijkbare plaats gaat innemen als de technische, financiële en juridische componenten.

Productie, inspectie en rapportage zijn drie aspecten die volgens de onderzoekers in de civiele bouw geïntegreerd dienen te worden. Een betekenisvolle relatie, die alle partijen herkent en erkent, tussen alle deelnemers aan een project is volgens Van Doorn en Spierings een essentiële voorwaarde om tot een effectieve en efficiënte kwaliteitszorg te komen. "Sociale relaties worden gevormd en in stand gehouden door een permanente communicatie en niet door anonieme systemen hoe goed bedoeld en doordacht die ook mogen zijn."

Het onderzoek is gefinancierd door Rijkswaterstaat en geschiedt onder verantwoorde-lijkheid van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de KUB, in een voor dit onderzoek opgezette samenwerking met de TU Delft en Rijkswaterstaat. Bart van Doorn (1936) studeerde Weg- en Waterbouwkunde in 's-Hertogenbosch en was voor zijn promotie werkzaam als hoofd van de afdeling bruggen te Tilburg bij de Bouwdienst van Rijkswaterstaat. Paul Spierings (1951) is verbonden aan de KUB en studeerde Werktuigbouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven en Psychologie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hij was voor zijn promotie-onderzoek onder meer hoofd van de kwaliteitsdienst van VolvoCar/NedCar.

Noot voor de pers

De promotieplechtigheid vindt plaats op 26 september 2001 om 14.15 uur in de aula van de Katholieke Universiteit Brabant. Promotores zijn Prof.dr. J.B. Rijsman, KUB en Prof.dr.ir. Blaauwendraad, TU Delft.

Een samenvatting van het proefschrift "Kwaliteitsborging en Samenwerken in de Civiele Bouw, gezien vanuit een sociaal-wetenschappelijk perspectief" is verkrijgbaar bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de KUB (013 466 2000).

Paul Spierings is bereikbaar op 040-2427990 (privé) of 013-4645692 (werk),

Bart van Doorn op 013-5283254 (privé) of 013-4645782 (werk).

Drs. Monique Hanssen
Voorlichting en Externe Betrekkingen
tel: 013 466 2000
e-mail: M.M.C.Hanssen@kub.nl