Gemeente Breda

26-09-2001

Adviesgroep geeft oordeel over 'bouwstenen voor het woonbeleid' Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis genomen van het advies Passen en meten tussen Mark en Aa van een ad-hoc adviesgroep.
Op 28 augustus jongstleden heeft het college deze adviesgroep ingesteld met de opdracht om te beoordelen of er voldoende informatie beschikbaar is om tot een afgewogen actualisering van het woonbeleid in Breda te komen.

Uit het advies blijkt dat de adviesgroep het eens is met de maatwerkgedachte, zoals die door het college is gepresenteerd. Volgens de adviesgroep moet vooral de nadruk liggen op de manier waarop de programmering bepaald wordt en moeten de cijfers niet te absoluut worden genomen. Het gaat erom in te zetten op de kwalitatieve aspecten van de woningmarkt, niet om nu al voor de komende tien jaar de aantallen vast te leggen.
Het advies wordt toegezonden aan de partijen die verzocht zijn te reageren op de beleidsnotitie Maatwerk in programmering.

Stap voor stap
De groep waarschuwt ervoor om aan de scenario's uit het ABF-rapport (woningmarktanalyse) te veel absolute waarde toe te kennen.Het ABF-rapport ligt aan de basis van de gemeentelijke beleidsnotitie. De commissie van wijze mannen is van mening dat het kiezen voor één van de scenario's of een combinatie daarvan de gemeente nooit ontslaat van een stap-voor-stap-aanpak, waarin steeds met de laatste gegevens beslissingen voor de korte termijn kunnen worden genomen. Volgens de adviesgroep is een keuze voor een scenario feitelijk niet meer dat het uitspreken van een beleidsambitie. Zij is het overigens eens met het hoge ambitieniveau waarvoor het college heeft gekozen.

Werken met flexibiliteit in onzekere omstandigheden De verwachte effecten van het gemeentelijk beleid op de woningmarkt zijn gebaseerd op onzekere aannames. Bovendien hebben de prognoses betrekking op een lange periode, waarin deze aannames tot een steeds grotere afwijking kunnen leiden. De adviesgroep is van mening dat het verstandig is om in de woningbouwplanning grote flexibiliteit in te bouwen.
De snelle ontwikkelingen op de woningmarkt zijn volgens de adviesgroep namelijk nooit in hetzelfde tempo bij te houden door nieuwbouw of door het herstructureren van buurten. Door een groot scala aan ingrepen op zowel stedelijk niveau als op wijk- en buurtniveau kan volgens de adviesgroep maatwerk worden geleverd.
Nieuwbouwopgave is onderdeel
De adviesgroep constateert verder dat nieuwbouw maar van beperkte invloed is op de woningmarkt. Processen op de woningmarkt spelen zich vooral af in de bestaande voorraad. Jaarlijks wordt door nieuwbouw 1 tot 1,5 % toegevoegd aan de woningvoorraad, terwijl door verhuizingen bijna 10% van de voorraad jaarlijks andere bewoners krijgt. De nieuwbouwopgave is dus maar een onderdeel, en moet veel sterker dan nu in het licht van het voorraadbeleid worden beschouwd. De inzet van andere instrumenten is zeker zo belangrijk: bijvoorbeeld de verkoop van huurwoningen, het samenvoegen en splitsen van woningen, het huurbeleid van eigenaren etcetera. Hiermee levert de adviesgroep indirect kritiek op het door staatssecretaris Remkes gevoerde woningmarktbeleid, wat zich te eenzijdig richt op het realiseren van dure koopwoningen en de verkoop van huurwoningen.

Monitoring en onderzoek gewenst
De adviesgroep benadrukt het belang van voortdurend onderzoek, waarvoor de bouwstenen van de notitie Maatwerk in programmering als basis dienen. Zij doet ook aanbevelingen bij deze onderzoeken om een aantal aspecten verder uit te diepen. Hier stemt het college mee in. Dit blijkt uit het voornemen om jaarlijks Feiten en Ontwikkelingen uit te brengen en het continue onderzoek naar verhuisbewegingen (Breda in Beweging) en verhuiswensen (de Burgerenquête) voort te zetten.

Breda, 26 september 2001