OPTA

Persbericht: Duidelijkheid over samenwerking UMTS

Dit is een gezamenlijk persbericht van de NMa, OPTA en het ministerie van Verkeer en Waterstaat

NMa, OPTA en Verkeer en Waterstaat presenteren gezamenlijke notitie

DUIDELIJKHEID OVER SAMENWERKING UMTS

Den Haag 26 september 2001
UMTS-vergunninghouders mogen samenwerken
bij de aanleg van UMTS-netwerkonderdelen, mits er voldoende onderlinge concurrentie blijft bestaan. De UMTS- vergunninghouders moeten bij het leveren van UMTS-diensten met elkaar blijven concurreren om de gunst van de consument.

Tot die conclusie komen de NMa, de OPTA en het ministerie van V&W. In een gezamenlijke notitie geven zij een uitgebreide toelichting op de mogelijkheden voor samenwerking bij het aanleggen van UMTS (Universal Mobile Telecommunications System)-netwerken.

De UMTS-vergunninghouders hebben de NMa, OPTA en het ministerie van V&W gevraagd meer duidelijkheid te geven over mogelijke samenwerking op het gebied van UMTS ten aanzien van de Mededingingswet, de vergunningvoorwaarden en de huidige Telecommunicatiewet. Op 19 juli 2001 hebben de NMa, OPTA en het ministerie van V&W een concept-notitie uitgebracht, waarop belanghebbenden hebben gereageerd. Na bestudering van de reacties is nu een definitieve notitie gemaakt om de gevraagde duidelijkheid te geven aan de markt en investeerders.

De toezichthouders en het ministerie zijn van mening dat samenwerking bij het aanleggen van UMTS-netwerken kan bijdragen aan een snellere ontwikkeling van UMTS. Toch stellen zij duidelijke grenzen aan samenwerking om de concurrentie tussen UMTS-vergunninghouders in stand te houden. De samenwerking dient beperkt te blijven tot de gezamenlijke aanleg en gebruik van het UMTS-radionetwerk (zoals masten, antennes en netwerkbesturing). Daarbij moet iedere operator afzonderlijk de kwaliteit van het netwerk naar eigen inzicht kunnen bepalen, zodat er praktisch gezien geen verschil bestaat met een volledig zelf aangelegd netwerk. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, is er nog steeds sprake van eigen netwerk.

Gezamenlijk gebruik van frequenties en core-netwerken is niet toegestaan. Een core-netwerk is de kern van het UMTS-netwerk. Hierin bevinden zich databases en zaken die nodig zijn voor het leveren van diensten zoals de administratie van abonnees en interconnectie. Het gezamenlijk gebruik van dergelijke databases kan afstemming tussen de concurrenten in vergaande mate vergemakkelijken en wordt daarom niet toegestaan.

In de notitie wordt tevens duidelijk gemaakt welke organisatie waarop toezicht houdt. Zo beoordeelt de NMa alle samenwerkingsverbanden die de mededinging beperken. OPTA ziet erop toe dat elke vergunninghouder op 1 januari 2007 beschikt over een eigen netwerk in o.a. alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners.

Bij de toetsing van een concreet uitgewerkt samenwerkingsverband door de NMa geldt onder andere als belangrijke randvoorwaarde dat er voldoende concurrentie moet blijven bestaan tussen UMTS-vergunninghouders, zowel op het gebied van UMTS-diensten als
-netwerken. Het aantal en de grootte van de partijen die deelnemen in het samenwerkingsverband, alsmede de mate waarin partijen samenwerken, zijn belangrijke factoren bij deze toetsing. De uitwisseling van informatie dient bovendien beperkt te blijven tot de noodzakelijke technische gegevens.