Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Vertraging Apache-helikopter

28-09-2001

Antwoorden van staatssecretaris Van Hoof (Defensie) op vragen van het Tweede Kamer lid Timmermans (PvdA) over vertragingen bij de invoering van de AH-64 Apache helikopter (2000115150).

1. Kent u de berichten over de vertragingen in het Verenigd Koninkrijk bij de invoering van de AH-64 Apache helicopter? (Defense News 30 juli j.l.)

Ja.

2. Heeft de Koninklijke Luchtmacht te maken met soortgelijke problemen bij invoering van de Apache en opleiding van de vliegers?

Neen. Het Verenigd Koninkrijk heeft bij de invoering van de Apache-helikopter gekozen voor de WAH-64D versie. Deze uitvoering wijkt af van de versies die bij de Koninklijke luchtmacht en het Amerikaanse leger in gebruik zijn. Het Verenigd Koninkrijk heeft verder besloten de opleidingen zelf uit te voeren. Voor de Britse helikopterversie wordt thans een trainingssimulator ontwikkeld en daarbij is vertraging opgetreden. Deze problemen doen zich in Nederland niet voor, omdat de Koninklijke luchtmacht de opleidingen volgens de Amerikaanse opleidingssystematiek grotendeels in de Verenigde Staten uitvoert. Daarbij maakt zij evenals het Amerikaanse leger gebruik van de standaard trainingssimulator.

3. Ligt de Koninklijke Luchtmacht nog op schema met de invoering van de AH-64D en de opleiding, dan wel omscholing van vliegers? Zo nee, hoeveel bedraagt de achterstand en op welke wijze kan deze worden ingelopen?

Vraag 4 : Wat zijn de kosten van de eventuele achterstand? Worden deze kosten verhaald op fabrikant Boeing?

3 en 4. De invoering van de AH-64D Apache-helikopter bij de Koninklijke luchtmacht ligt op schema, zowel wat de aflevering van de toestellen betreft, als de opleiding dan wel omscholing van het personeel, inclusief de piloten.

5. Zal de Tactische Helicopter Groep, gelet op deze en wellicht andere problemen, in staat zijn haar bijdrage te leveren aan het bereiken van de Full Operational Status van de Luchtmobiele Brigade in 2003?

5. Zoals in de achttiende halfjaarlijkse rapportage over het project Oprichting Luchtmobiele Brigade (Kamerstuk 22327, nr 51) is gesteld en zoals in de Rijksbegroting voor het jaar 2002 van het Ministerie van Defensie(X) is herhaald, wordt de ambitie om de operationele gereedheids status eind 2003 te bereiken nog altijd haalbaar geacht. De inzetbaarheid van de helikopters en de personele vulling zijn daarbij belangrijke aandachtspunten.