D66


27 september 2001

Kosten betalingsverkeer

Francine Giskes

D66 is slecht te spreken over de manier waarop het bankwezen omgaat met het betalingsverkeer van de particuliere burgers en het midden- en kleinbedrijf, een voor het bankwezen weinig interessante en bewerkelijke markt.

D66 is van mening dat, gegeven het feit dat de individuele burger voor een flink deel van zijn financiële handel en wandel is overgeleverd aan de 'diensten' van de banken (wie krijgt er nog een loonzakje?), de overheid de taak heeft ervoor te zorgen dat een minimumnivo van toegankelijkheid tot het eigen geld en service daarbij gegarandeerd blijft. Dat speelt des te meer naarmate sprake is van een beperkt aantal aanbieders van bankdiensten, die makkelijk onderling tot afspraken kunnen komen (oligopolistische markt).

Tijdens het overleg van de commissie Financiën op 26 september heeft Francine Giskes er voor wat betreft het nationale betalingsverkeer op aangedrongen dat:


- iedereen een rekening moet kunnen openen en er dus geen minimumeisen aan het tegoed mogen worden gesteld;

- geldopname aan het loket mogelijk moet blijven en er geen minimumeisen mogen worden gesteld aan het op te nemen bedrag;
- er meer wordt gedaan aan de veiligheid rondom pinautomaten;
- er grenzen worden gesteld aan de kosten die in rekening worden gebracht in geval van 'ongebruikelijke' handelingen als het storten van contant geld op een rekening bij een andere bank;

Wat betreft het internationale betalingsverkeer vindt D66 het niet uit te leggen dat de komst van de euro niet zou leiden tot lagere tarieven. D66 is voorstander van gelijkschakeling van de tarieven binnen Europa en vindt dat er geen verschil moet zijn tussen nationaal en internationaal betalingsverkeer, waarbij het natuurlijk niet de bedoeling is dat de kosten dan maar over de hele linie worden opgetrokken. De huidige tarieven van het binnenlands betalingsverkeer in Nederland steken alleen optisch gunstig af bij de tarieven elders. De Nederlandse banken krijgen hun kosten ruimschoots vergoed dankzij geen of lage rente op de uitstaande tegoeden en, vooral, door het zogenaamde 'valuteren': het geld wordt pas na enige tijd op de beoogde rekening overgemaakt en het rendement erop in die tussenperiode is voor de bank. Al sinds 1999 wordt met de Nederlandse Vereniging van Banken overlegd over het stroomlijnen van dit valuteren, maar men heeft geen haast. Nu wordt de introductie van de euro gebruikt als excuus om pas halverwege volgend jaar tot concrete daden te komen. D66 heeft haar ongenoegen hierover duidelijk uitgesproken.

Nu de Postbank zich steeds meer gedraagt als gewone bank, vraagt D66 zich af of het geen tijd wordt de verschillende betalingsystemen (Postbank en Interpay) maar helemaal te integreren, onder gelijktijdige introductie van stevig toezicht op de monopolist die dan ontstaat. Ook moet het volgens D66 makkelijker worden met behoud van het rekeningnummer over te stappen naar een andere bank.

f.giskes@tk.parlement.nl