Afghanen slaan wederom op de vlucht
Honderdduizenden Afghanen zijn op het moment van dit schrijven op de
vlucht. Ze zijn hals over kop vertrokken, zich voegend bij het
wereldwijd toch al hoogste vluchtelingenaantal: de ruim drieënhalf
miljoen landgenoten die eerder hun biezen moesten pakken om het vege
lijf te redden. En dan hebben we het alleen nog maar over de officieel
geregistreerde Afghaanse vluchtelingen in de buurlanden en in het
westen. Naar schatting verblijft een bijna even groot aantal Afghaanse
vluchtelingen illegaal in een buurland. Met name Iran en Pakistan
herbergen ieder ongeveer een miljoen niet-geregistreerde Afghaanse
vluchtelingen. Afghanistan is bezig aan haar derde decennium van
oorlog en rampspoed. Een hele generatie Afghanen heeft nog nooit een
periode van vrede mee mogen maken, verblijft al een leven lang in
vluchtelingenkampen. Binnen de Afghaanse vluchtelingenpopulatie zijn
vijf groepen te onderscheiden:
1. Mensen die tijdens de Sovjet bezetting (van 1979-1989) gevlucht
zijn. De grootste vluchtelingenstroom. Enkele miljoenen Afghanen
hebben toen hun toevlucht gezocht in Iran en Pakistan. De vele
vluchtelingenkampen die daar nog zijn - en nu deels ook bewoond
worden door recenter aangekomen vluchtelingen - stammen uit die
tijd.
2. Mensen die tijdens de daaropvolgende oorlog van de onderling
strijdende Mujahedin-facties op de vlucht zijn geslagen. Het waren
vooral de beter opgeleiden Afghanen die op de vlucht sloegen. Het
zwaartepunt van deze strijd lag tussen 1992 en 1996. Maar ook
vandaag de dag vluchten er nog Afghanen voor het binnenlands
geweld, zoals op dit moment bijvoorbeeld plaatsvindt ten noorden
van Kabul waar de Noordelijke Alliantie zich een weg naar de
hoofdstad probeert te banen.
3. Mensen die gevlucht zijn voor de Taliban, die met name voor de
stedelijke bevolking een aantal onacceptabele beperkingen
oplegden. Het verbod op arbeid door en op onderwijs voor vrouwen
zijn daarvan het bekendst. De eerder begonnen braindrain, werd
gestaag voortgezet. De opmars van de Taliban startte in 1994 en
bereikte haar hoogtepunt met de inname van de hoofdstad Kabul in
1996. In de gebieden ten noorden van de hoofdstad Kabul kwamen de
Taliban vervolgens steeds meer in botsing met etnische
minderheidsgroepen, zoals de Hazara's en Tadjieken. Bij de
verovering van deze gebieden pleegden de Taliban op grote schaal
mensenrechtenschendingen: standrechtelijke executies van burgers
en het verjagen van de burgerbevolking uit strategische gebieden.
Daardoor werden honderdduizenden burgers op de vlucht gedreven.
Ook voor deze groep vluchtelingen geldt dat zij nog altijd
groeiende is: er zijn nog steeds Afghanen die op de vlucht slaan
voor de Taliban.
4. Mensen die de afgelopen jaren voor de aanhoudende droogtes en de
daaruit voortvloeiden hongersnood op de vlucht slaan en de vele
tienduizenden Afghanen die na de aardbeving in Rustak in 1997
ontheemd zijn geraakt. Een deel van deze groep Afghaanse
vluchtelingen zal ook onder een van de eerder genoemde categorieën
vallen, maar er zijn ook honderdduizenden Afghanen die vluchten
omdat ze geen middelen van bestaan meer hebben door de ongunstige
klimatologische omstandigheden die het land teisteren.
Vanzelfsprekend houdt deze vluchtreden wel nauw verband met de
voortdurende conflicten. In een vreedzame tijd waarin alle
aandacht uit kan gaan naar economische en sociale vooruitgang
zullen de negatieve gevolgen van slechte weersomstandigheden veel
eerder en gemakkelijker opgevangen kunnen worden.
5. Mensen die de afgelopen weken op de vlucht zijn geslagen omdat ze
bang zijn voor nieuw geweld. Honderdduizenden Afghanen zijn op
drift geraakt sinds de aanvallen die op 11 september in Amerika
zijn uitgevoerd. Omdat Osama bin Laden als hoofdverdachte voor
deze aanslagen geldt en de V.S. behalve hem ook zijn gastheren in
Afghanistan willen treffen, bestaat de angst dat er bij eventuele
aanvallen tegen de Taliban ook vele onschuldige slachtoffers
zullen vallen. Naast deze angst voor fysiek geweld, leeft er onder
de bevolking ook de angst dat met het mogelijke uiteenvallen van
het Taliban regime ook de criminaliteit en straffeloosheid zal
toenemen. Bovendien zijn een groot aantal hulporganisaties geheel
of gedeeltelijk gestopt met hun hulpprogramma's. Met de name uit
de steden Kandahar -waar het hoofdkwartier van de Taliban zetelt
-, Khost - dat in 1998 door de V.S gebombardeerd werd na aanslagen
op de Amerikaanse ambassades in Tanzania en Kenia en waarvan Osama
bin Laden werd verdacht - Kabul en Jalalabad trekken Afghanen weg.
Afghanen die familie op het platteland hebben, zoeken meestal daar
een veilig heenkomen, anderen proberen Pakistan of andere
buurlanden te bereiken. De meeste buurlanden hebben hun grenzen
echter vrijwel geheel gesloten. Pakistan heeft wel vijf plaatsen
aangewezen in de zogenoemde tribal areas waar de nieuw
gearriveerde Afghaanse vluchtelingen zich mogen vestigen. In het
slechtste scenario, als de huidige geweldsdreiging werkelijkheid
wordt, verwacht de VN vluchtelingenorganisatie Unhcr ongeveer een
miljoen nieuwe Afghaanse vluchtelingen in Pakistan, 400.000 in
Iran, 50.000 in Tajikistan en 50.000 in Turkmenistan. Verder
verwacht Unhcr dat er voor 50.000 nieuwe ontheemden in Afghanistan
noodhulp nodig zal zijn.
Het westen staat niet te popelen om wederom duizenden Afghanen op te
vangen. De buurlanden Pakistan en Iran die al miljoenen Afghaanse
vluchtelingen onderdak verlenen, zien zich met een enorm humanitair
probleem geconfronteerd. Stichting Vluchteling vraagt uitdrukkelijk
aandacht voor de benarde situatie waarin vele miljoenen Afghaanse
vluchtelingen en ontheemden zich bevinden. De eendracht die betracht
wordt in het bestrijden van onacceptabel, terroristisch geweld, zou op
z'n minst ook ingezet moeten worden in de hulp aan de Afghaanse
vluchtelingen, die voor de zoveelste keer in de geschiedenis het
gevoel krijgen dat niemand zich om hen bekommert. De hulp aan
Afghaanse vluchtelingen staat door de recente gebeurtenissen ernstig
onder druk. De buitenlandse staf is voor het overgrote deel
teruggetrokken. De lokale, Afghaanse, staf werkt zo goed en zo kwaad
als het kan door. De aanvoer van hulpgoederen wordt belemmerd en tal
van ontheemden kunnen nog niet bereikt worden. Stichting Vluchteling
zet alles op alles om in samenwerking met hulporganisaties ter plaatse
de aandacht te richten op de humanitaire noden van de Afghaanse
ontheemden en vluchtelingen en deze te lenigen. Behalve de zo goed
mogelijke voortzetting van de bestaande hulpprogramma's zal ook op
korte termijn bepaald worden waar en hoe de nieuw aangekomen
ontheemden en vluchtelingen van hulp voorzien kunnen worden. Stichting
Vluchteling wil - in samenspraak met andere hulporganisaties - met
name gaan zorgen voor de aanvoer van drinkwater met tankwagens, de
constructie van grondwaterbronnen, waterpompen en een
waterleidingsysteem, het uitdelen van jerrycans en dekens, het
aanleggen van latrines, het bouwen van waslokalen, het verzamelen van
afval en het inzetten van mobiele klinieken om de ontheemden van de
eerste medische zorg te kunnen voorzien.
september 2001
Hulp voor Afghaanse vluchtelingen en ontheemden
recent ook ontheemden, mensen vaak
die elders in Afghanistan hun heil zoeken wegens de oorlog in het
noorden van het land of de aanhoudende droogte. De toenemende dreiging
van Amerika om militair in te grijpen in Afghanistan zet het programma
in Afghanistan onder druk.
Kabul, Jalalabad, Khost en Kandahar. De programma's van Stichting
Vluchteling gaan zo veel mogelijk door met medewerking van de
Afghaanse staf.
een totaalbedrag van f 5.976.000,-.
In Afghanistan steunt Stichting Vluchteling zes projecten, tezamen ter
waarde van f 4.714.000,-