Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Stand van zaken project 'Vervanging F-16'

03-10-2001

Overeenkomstig de toezegging van de minister van Defensie tijdens het vragenuurtje op dinsdag 11 september jl. stuur ik u hierbij een brief met de stand van zaken in het project 'Vervanging F-16' en de verdere procedure in de aanloop naar een politiek besluit.

De eerste vraag die voorligt betreft het al dan niet meedoen aan de Engineering and Manufacturing Development (EMD) van de Joint Strike Fighter (JSF). Omdat met de EMD-participatie veel geld is gemoeid, betekent een besluit tot deelneming dat Nederland zich vrijwel vastlegt op de latere aanschaf van de JSF. Daarom is de voorbereiding van de besluitvorming breed opgezet, met een kandidatenevaluatie, een vergelijking van de mogelijkheden voor industriële participatie en een analyse van de buitenlandspolitieke aspecten. Ik schets in korte trekken per onderwerp wat er tot nu toe is gedaan en wat er nog staat te gebeuren. Zodra het kabinet een besluit heeft genomen, zal ik u uitvoerig over een en ander inlichten en u, waar mogelijk, inzage geven in onderliggende studies.

Overeenkomstig de Procedureregeling Grote projecten is de behoeftestelling voor de vervanging van de F-16 na de A-brief (Kamerstuk 26 488, nr. 1, d.d. 9 april 1999) uitvoeriger uiteengezet in een basisdocument (Kamerstuk 26 488, nr.3, d.d.15 maart 2000).

Kandidatenevaluatie De Koninklijke luchtmacht heeft, ondersteund door TNO en het NLR, in de kandidatenevaluatie een aantal Amerikaanse en Europese toestellen bezien. De Amerikaanse zijn de Advanced F-16, de F/A-18 E/F en de Joint Strike Fighter (JSF). De Europese vliegtuigen zijn de Eurofighter, de Gripen en de Rafale. Op grond van de kandidatenevaluatie is gebleken dat het uitvoeren van een 'endlife update', teneinde de MLU F-16 op het niveau van de Advanced F-16 te brengen, geen reële optie is. Verder is, op grond van de kandidatenevaluatie, aan de firma Saab meegedeeld dat de Gripen niet voldoet aan de vereisten. Het belangrijkste bezwaar is dat de Gripen met wapenlast een te gering bereik heeft. Verdere besluiten zijn naar aanleiding van de kandidatenevaluatie nog niet genomen.

Participatie Voor de vergelijking tussen participatie en kopen van de plank worden de voorstellen voor deelneming in de ontwikkelingsprogrammas voor de Eurofighter, de JSF en de Rafale onderzocht. Alleen voor deze vliegtuigen is participatie in een (door)ontwikkeling mogelijk. Voor de overheid betreft dat onder meer een vergelijking van de directe voor- en nadelen van meedoen aan ontwikkeling vanuit het perspectief van Defensie, alsmede een vergelijking van de voor- en nadelen waarbij ook bredere industrieelpolitieke overwegingen van de overheid in de beschouwing worden betrokken.

Het ministerie van Economische Zaken heeft, met behulp van Booz-Allen & Hamilton en het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR), de mogelijkheden voor industriële deelname in de ontwikkelingsprogramma's voor de drie genoemde toestellen geïnventariseerd. Het ministerie van Economische Zaken heeft, mede namens de ministeries van Defensie en Financiën, het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd het cijfer-materiaal dat aan de vergelijking van de verschillende opties voor participatie en kopen van de plank ten grondslag ligt te toetsen. Het CPB maakt ook een bredere maatschappelijke kosten-batenanalyse.

De gesprekken met de producenten spitsen zich nu toe op een besluit over participatie en daarin doen de drie kandidaten volop mee. Meedoen aan de EMD van de JSF of aan de doorontwikkeling van de Eurofighter en de Rafale levert (meer) profijt op naarmate Nederland zich eerder aansluit. Wordt besloten af te zien van participatie en nog een aantal jaren te wachten met de keuze van een toestel, dan zijn alle opties weer open.

Buitenlandspolitieke aspecten De vraagstukken die ik in mijn brief van 29 maart 2001 heb genoemd als onderdeel van de politieke afweging onder andere de Europees-transatlantische dimensie zijn ook nog onderwerp van beraad. Daarbij zal ook de samenhang met het wapenexportbeleid zorgvuldig in kaart worden gebracht.

Interdepartementaal overleg Het interdepartementaal overleg ter voorbereiding van een kabinetsbesluit is nog volop gaande. Daarin neemt ook de financiering van eventuele deelneming in ontwikkelingsprogrammas een prominente plaats in. De te verrichten maatschappelijke kosten-batenanalyse kan hiervoor belangrijke informatie aandragen. Overigens beperkt dit overleg zich niet tot de rol van de overheid: voor de financiering zal ook met de industrie worden gesproken over een passende bijdrage.

Tijdschema Gezien het genoemde belang van tijdige aansluiting bij de EMD indien Nederland daartoe zou besluiten is de Amerikaanse kalender op dit moment sterk bepalend voor het Nederlandse tijdschema. De planning in de Verenigde Staten voorziet eind oktober een keuze uit de twee kandidaat-producenten, Boeing en Lockheed Martin, en in de eerste helft van november de start van de EMD-fase. Vooralsnog zijn er geen signalen dat deze planning wordt doorkruist door de nasleep van de aanvallen tegen het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington. Voor meedoen aan de doorontwikkeling van de Eurofighter en de Rafale moeten over één of twee jaar besluiten worden genomen. De voorbereidingen voor besluitvorming over een mogelijke deelname aan EMD-JSF blijven daarom gericht op een kabinetsbesluit spoedig na de producentkeuze, direct gevolgd door een brief aan de Kamer. Graag overleg ik met u over een dan te volgen adequate procedure die een eventuele tijdige aansluiting ook mogelijke maakt.

De Staatssecretaris van Defensie,

H.A.L. van Hoof