3 oktober 2001, 10:30 uur
Promotie: Separatie-individuatie en psychosociale problemen in de
adolescentie.
Mw.drs. M.J.E. Helsen, Sociale Wetenschappen 10:30 uur
Promotores: prof.dr. W. Meeus, prof.dr. W. Vollebergh
Tijdens de adolescentie maken jongeren zich los uit de 'kinderlijke'
band met hun ouders en ontwikkelen een eigen identiteit. In deze
periode neemt bij veel jongeren het aantal psychosociale problemen
toe. Deze problemen komen op verschillende manieren tot uiting.
Bijvoorbeeld door naar binnen gericht probleemgedrag zoals depressieve
klachten, stress en een negatief zelfbeeld of door probleemgedrag dat
naar buiten is gericht, zoals agressief gedrag, diefstal en het zich
verzetten tegen regels en autoriteit. Op grond van een onderzoek onder
jongeren tussen 12 en 27 jaar concludeert Marianne Helsen dat een
goede relatie met de ouders belangrijk is voor het psychisch
welbevinden van jongeren. Dit belang neemt wel enigszins af gedurende
de adolescentie, met name als er een partner in het spel komt. De
invloed van ouders is en blijft groot, maar blijkt niet allesbepalend
voor de effecten van andere relaties. Vrienden hebben daarnaast een
minder eenduidige invloed op de psychosociale ontwikkeling; een door
de jongere zelf als 'goed' gekwalificeerde vriendschap kan zowel
negatieve als positieve invloed hebben op het probleemgedrag en de
identiteitsontwikkeling van jongeren.
Gewijzigd:Friday, September 28, 2001
Johan Vlasblom