Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

Den Haag, 3 oktober 2001

NMa wijst bezwaren NOS en HMG af tegen leveringsplicht van programmagegevens

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) wijst de bezwaren af van de Nederlandse Omroepstichting (NOS) en de Holland Media Groep SA (HMG) tegen een eerder besluit om programmagegevens aan De Telegraaf te leveren. De NOS en de HMG moeten de gegevens binnen vier maanden leveren. Zij hebben de mogelijkheid in beroep te gaan tegen dit besluit.

Leveren de NOS en de HMG niet binnen vier maanden, dan moeten zij een dwangsom betalen, tenzij De Telegraaf een redelijk bod om te leveren niet accepteert. De dwangsom bedraagt voor zowel de NOS als de HMG vijftigduizend gulden voor iedere week van niet-levering tot een maximum van tweeënhalf miljoen gulden per jaar en vijf miljoen in totaal.

De NMa is van oordeel dat de NOS en de HMG misbruik maken van hun economische machtspositie doordat zij hun programmagegevens niet afstaan aan De Telegraaf die daardoor deze gegevens niet in een wekelijkse bijlage kan opnemen. In tegenstelling tot beide partijen vindt de NMa dat er sprake is van verstoring van de mededinging. Zij constateert dit aan de hand van een analyse van de markt van wekelijkse programmabladen. Noch de NOS noch de HMG heeft overtuigende argumenten aangedragen om weigering van het verstrekken van programmagegevens te rechtvaardigen. De NMa is verder van mening dat levering van programmagegevens de NOS niet verhindert haar publieke taak uit te voeren. De exploitatie van programmabladen is namelijk een nevenactiviteit.

Dit besluit volgt op de besluiten van 10 september 1998 en 16 februari 2000. In het eerste besluit kregen de partijen de gelegenheid te onderhandelen over de voorwaarden waaronder de programmagegevens ter beschikking zouden komen en tegen welke prijs. Toen bleek dat zij er niet uitkwamen, zijn de mogelijkheden afgetast een definitieve oplossing te forceren.
Op 16 februari 2000 is vervolgens besloten dat de NOS en de HMG de programmagegevens moesten leveren aan De Telegraaf. Daarbij golden dezelfde termijn en dwangsom als in het derde besluit.