Universiteit van Utrecht

4 oktober 2001, 14:30 uur

Promotie: Transgenesis and animal welfare. Implications of transgenic procedures for the well-being of the laboratory mouse.

Mw.drs. M. van der Meer, Diergeneeskunde 14:30 uur

Promotores: prof.dr. L.F.M. van Zutphen, prof.dr. B. Olivier, copromotor: dr. V. Baumans

Bij genetische modificatie door middel van trangenese worden met behulp van biotechnologische technieken erfelijke eigenschappen veranderd of van het ene naar het andere organisme overgebracht. Wanneer de nieuwe genetische informatie terechtkomt in de kiembaan en vervolgens van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven ontstaan transgene dieren. Hoewel het proces van trangenese kan bijdragen aan de verfijning van het proefdiergebruik, kunnen de bij trangenese betrokken biotechnologische processen ook leiden tot onverwachte, oncontroleerbare en zelfs onzichtbare welzijnseffecten. Uit het onderzoek van Miriam van de Meer bij muizen blijkt dat biotechnologische procedures als het injecteren van de eicel, het kweken van de cellen en het terugplaatsen van de embryo's, vooral effect hebben op de levensvatbaarheid van de embryo's. Er is vooralsnog weinig effect op de ontwikkeling en het gedrag van de dieren die de eerste 2 tot 3 dagen na de geboorte overleven.

Gewijzigd:Friday, September 28, 2001 Johan Vlasblom