Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB01-220
5 oktober 2001 Inflatie blijft hoog in september
9.30 uur
In september is de inflatie uitgekomen op 4,7 procent. Dit is even hoog
als in de vorige maand. De bijdrage van de energieprijzen aan de
inflatie is opnieuw afgenomen. Een daling van de inflatie bleef deze
maand echter uit door de verder gestegen prijzen voor
voedingsmiddelen, vooral van verse groenten en fruit. Ook schoenen
werden duurder. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het
CBS.
Naast het nationale consumentenprijsindexcijfer stelt het CBS ook het
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindexcijfer voor
Nederland samen. De inflatie volgens deze maatstaf bedroeg in
september 5,4 procent. Dat is een stijging met 0,2 procentpunt ten
opzichte van augustus.
Inflatie blijft op hoog niveau
De inflatie bedraagt in september 4,7 procent. Dat is even hoog als in
augustus. De opbouw van de inflatie is deze maand wel veranderd.
Autobrandstoffen werden deze maand weliswaar iets duurder, maar de
prijsstijging was veel minder dan in september van het vorig jaar.
Autobrandstoffen zijn nu ongeveer 5,5 procent goedkoper dan een jaar
geleden.
De bijdrage aan de inflatie van voedingsmiddelen is daarentegen deze
maand weer verder opgelopen. Voor voedingsmiddelen moest in
september 8,7 procent meer worden betaald dan een jaar eerder. In
augustus was dat 8,0 procent. Met name verse groenten en fruit stegen
snel in prijs, vooral als gevolg van het slechte weer. Ook de
prijsontwikkeling van schoeisel draagt bij aan de hoge inflatie. De prijs
CBS-Persdienst van schoenen ligt ongeveer 10 procent hoger dan een jaar geleden. De
hoge prijs van leer, mede als gevolg van de MKZ-crisis, is hierbij als
Postbus 4000 een van de oorzaken aan te wijzen.
2270 JM Voorburg
tel. (070) 337 58 16 Tussen december 2000 en januari 2001 nam de inflatie scherp toe, van
fax (070) 337 59 71
E-mail: 2,9 naar 4,2 procent. In de daarop volgende maanden lag de inflatie
persdienst@cbs.nl steeds tussen 4,5 en 4,9 procent. De gemiddelde inflatie in de eerste
negen maanden van dit jaar bedraagt 4,6 procent. In 2000 was de
inflatie nog 2,6 procent.
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
CBS Persbericht PB01-220 pagina 1 van 8
Prijzen in september gemiddeld 0,9 procent omhoog
Tussen augustus en september 2001 zijn de consumentenprijzen
gemiddeld 0,9 procent gestegen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt
door hogere prijzen voor kleding en schoeisel. Dat is normaal voor deze
tijd van het jaar, door de introductie van de nieuwe wintercollecties. De
prijsontwikkeling van schoenen gaat de laatste maanden echter
beduidend uit boven het normale seizoenspatroon.
Ook voedingsmiddelen werden deze maand duurder, in het bijzonder
verse groenten en fruit. Verder werden prijsstijgingen gemeten voor
sigaretten, collegegelden en lesgelden. Aardappelen werden
goedkoper.
Afgeleide consumentenprijsindex
De afgeleide index voor werknemersgezinnen met een laag inkomen
lag in september gemiddeld 3,7 procent hoger dan een jaar eerder.
Deze index wordt vaak gebruikt voor het aanpassen van
overheidstarieven, CAO's en andere contracten.
In de afgeleide index zijn de effecten van onder andere de verhoging
van de BTW en de ecotaks van afgelopen januari niet meegenomen.
Nederlandse inflatie ruim boven Europees gemiddelde
Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen,
maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor
Nederland. Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de
Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid
van de Europese Centrale Bank.
In augustus bedroeg de inflatie in de Eurozone gemiddeld 2,7 procent.
In Nederland kwam de inflatie volgens de geharmoniseerde index uit op
5,2 procent. Het verschil tussen de Nederlandse geharmoniseerde
index en de gemiddelde inflatie in de Eurozone liep tussen januari en
april van dit jaar op tot 2,6 procentpunten. In de maanden mei en juni
nam het verschil af tot ongeveer 2 procentpunten. In juli en augustus
liep het verschil echter opnieuw op tot 2,5 procentpunten. Evenals in de
voorgaande maanden had Nederland het hoogste inflatiecijfer binnen
de Eurozone.
In september 2001 is de inflatie in Nederland volgens de
geharmoniseerde index met 0,2 procentpunten toegenomen. Deze
komt nu uit op 5,4 procent. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de
relatief bescheiden prijsstijging van huisvesting in de HICP een lager
gewicht heeft.
De uitkomsten over september voor de Eurozone en voor alle landen
van de Europese Unie zullen op 17 oktober door Eurostat worden
gepubliceerd.
CBS Persbericht PB01-220 pagina 2 van 8
Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de
consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in
het voorgaande jaar. Een groot gedeelte van de prijzen wordt gemeten
in winkels. Dit gebeurt op één dag in de maand, deze maand viel deze
enquêtedag op 13 september.
De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket
goederen en diensten, zoals dit in 1995 gemiddeld werd aangeschaft
door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft
betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens.
De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van
de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Zie hiervoor ook
de persmededeling 'Geharmoniseerde Index van Consumentenprijzen'
van 7 maart 1997. Het CBS zal medio oktober een beknopte analyse
presenteren van verschillen tussen de ontwikkeling van de inflatie in
Nederland en Duitsland.
De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU)
geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen
aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot
december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de
CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden
Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer van
de 15 lidstaten van de Europese Unie.
Het belangrijkste verschil tussen de geharmoniseerde index en de
nationale consumentenprijsindex betreft de consumptiepakketten
waarop zij betrekking hebben. Wonen in een eigen huis (huurwaarde),
consumptiegebonden belastingen (onroerendezaakbelasting, motor-
rijtuigenbelasting e.d.) en contributies aan sportverenigingen,
maatschappelijke organisaties e.d. worden bijvoorbeeld wel
meegenomen in de nationale index, maar niet in de geharmoniseerde.
Anderzijds is in de geharmoniseerde index een groter deel van de
kosten van de gezondheidszorg inbegrepen dan in de nationale index.
Een ander verschil tussen beide indices is dat in de nationale index de
prijsstijgingen van de particuliere consumptie van Nederlanders in het
buitenland wordt meegenomen. Daarentegen weegt in de
geharmoniseerde index de particuliere consumptie van buitenlanders in
Nederland mee.
De dekking van de geharmoniseerde index is zowel per januari 2000
als per januari 2001 uitgebreid. Deze uitbreidingen zijn toegelicht in de
persberichten van 11 februari 2000 en van 9 februari 2001.
In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van
veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en
subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de
prijsontwikkeling niet meegenomen.
CBS Persbericht PB01-220 pagina 3 van 8
De consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag
inkomen is gebaseerd op het pakket goederen en diensten dat in 1995
werd aangeschaft door werknemersgezinnen met een bruto
gezinsinkomen beneden de mediaan van de inkomensverdeling van de
werknemersgezinnen.