PPSI
Homo-intimidatie is ook seksuele intimidatie
PERSBERICHT
6 oktober 2001
Homo-intimidatie is ook seksuele intimidatie; aanpak door
vertrouwenspersonen
Het Project preventie seksuele intimidatie (PPSI) in het onderwijs
richt zich in zijn jaarlijkse conferentie voor het Voortgezet
onderwijs, op het aanpakken van homo-intimidatie.
PPSI vraagt expliciet aandacht voor homo-intimidatie nu van
verschillende kanten blijkt dat in het voortgezet onderwijs een grote
mate van intolerantie heerst ten opzichte van homoseksuele leerlingen
en personeelsleden. Zo moeten homoseksuele medewerkers soms de school
via de achterdeur verlaten om pestende leerlingen uit de weg te
gaan.
Leerlingen die 'er bij willen horen' vertellen niet dat ze
homoseksuele gevoelens hebben en leiden in hun middelbare schooltijd
een dubbelleven. COC-voorlichters zijn op veel scholen niet meer
welkom. Op de scholen waar ze wel uitgenodigd worden, vinden ze bij de
leerlingen nauwelijks gehoor.
Met name vertrouwenspersonen kunnen een belangrijke rol spelen bij het
aanpakken van homo-intimidatie. Zij kunnen met informatie en
gedragsregels bijdragen aan een veilig schoolklimaat. Leerlingen die
zich geïntimideerd voelen, vinden in hen een luisterend oor en een
wegwijzer naar mogelijke vervolgstappen, zoals een klacht indienen bij
de klachtencommissie. In geval van strafbare feiten als stalking,
mishandeling, afpersing of vernieling kan zelfs een beroep op justitie
worden gedaan.
In de jaren 90 werd onverdraagzaamheid ten aanzien van homosekualiteit
binnen het onderwijs al verschillende malen aangetoond.
In juni werden de resultaten bekend van een enquête, die via de
website van Expreszo werd gehouden. Daaruit blijkt dat homo-,
lesbische en biseksuele scholieren zich twee- tot driemaal zo
onveilig op school voelen als de gemiddelde tiener.
Tijd voor meer schoolveiligheid voor de hetero en homoseksuele
scholier.
Noot voor de redactie,